Zijn hart beefde hevig

En in die dagen
Verzamelden de Filistijnen
Hun kampen voor de strijd
Om oorlog te voeren tegen Jisraël
En Achish zei tegen David:
Je zult weten
Dat je met mij
Het kamp zult uitgaan
Jij en je mannen
En David zei tegen Achish:
Daarom zul je weten
Wat je dienaar zal doen
En Achish zei tegen David:
Daarom zal ik je altijd
Mijn lijfwacht maken
Nu was Samuel gestorven
En heel Jisraël betreurde hem
En begroef hem in Ramah
Elk betreurde hem
In zijn eigen stad
Nu had Shaul alle geest oproepers
En zij die met een Jidoa botje waarzeggen
Verbannen uit het land
Maar de Filistijnen verzamelden zich
En kwamen en legerden zich in Shunem
En Shaul verzamelde heel Jisraël
En zij legerden zich in Gilboa
Maar Shaul zag het kamp van de Filistijnen
En hij vreesde
Zijn hart beefde hevig
En Shaul raadpleegde de Eeuwige
Maar de Eeuwige antwoordde niet
Niet door dromen
Noch door de Urim
(stenen op het priesterlijk gewaad)
Noch door de profeten
En Shaul zei tegen zijn bedienden:
Zoek een geesten oproepster voor me
En ik zal naar haar gaan
En haar raadplegen
En zijn dienaren zeiden:
Zie, er is een geesten oproepster in En Dor
En Shaul vermomde zich
En trok andere kleding aan
En hij ging
Hij en twee mannen met hem
En ze kwamen bij de vrouw
In de nacht
En hij zei:
Roep nu geesten voor me op
En kom in contact voor me
Met wie ik je zal vertellen
En de vrouw zei tegen hem:
Zie, je weet wat Shaul heeft gedaan
Dat hij de geesten oproepers
En zij die met een Jidoa botje waarzeggen
Uit het land heeft verbannen
En waarom leg je een valstrik
Voor mijn leven
Om me te laten sterven?
En Shaul bezwoer haar
Bij de Eeuwige
En zei:
Zo waar de Eeuwige leeft
Er zal geen straf over je komen
Voor deze zaak
En de vrouw zei:
Wie zal ik voor je oproepen?
En hij zei:
Roep Samuel voor me op
En de vrouw zag Samuel
En schreeuwde het uit
En de vrouw zei tegen Shaul:
Waarom heb je me bedrogen?
Want jij bent Shaul!
En de koning zei tegen haar:
Wees niet bang
Want wat heb je gezien?
En de vrouw zei tegen Shaul:
Ik heb engelen zien opstijgen
Vanuit de aarde
En hij zei tegen haar:
In welke vorm?
En ze zei:
Een oude man komt omhoog
En hij is gehuld in een mantel
En Shaul wist dat het Samuel was
En hij boog diep
Met zijn gezicht naar de grond
En wierp zich neer
(eigen vertaling)


David en Achish bestoken elkaar
Met retorische trucs
Want we zullen pas weten
Wanneer we het zien
Wat er gebeurt
En wat David zal doen
Shaul is werkelijk een rare snuiter
Want hoewel ten strengste verboden
Is hij nu zo bang voor de oprukkende Filistijnen
Dat hij een vrouw in de arm neemt
Die geesten kan oproepen
En daar is Samuel
Benieuwd wat hij te vertellen heeft
Maar dat is voor later

Buiten ruikt het naar kamille
En verdorde bloemen
De gladiolen bloeien
En de andere
Uitgebloeide wilde bloemen
Moet ik gaan snoeien
Behoorlijk wat zaad buit gemaakt
Voor volgend jaar
Ik vraag of hij wat wil
Maar hij houdt het bij zijn aardbeienplantjes
Waar ik morgen les over krijg
Hoe ik die moet verzorgen
Als hij met vakantie is
Ik wist niet dat hij weg zou gaan
Dat vertelt het verhaal allemaal niet
En hij ook niet
Prima ik kom morgen
Je aardbeienplantjes bewonderen
Mijn wilde gedachten
Denken nog een moment
Is dit codetaal?
Maar dat soort frivole gedachten
Zijn zomers geleden al uitgebloeid

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, where-have-all-the-flowers-gone-story

Posted in @home, @Work, kunst, literatuur | Tagged , , , , | Leave a comment

Enkele dagen en vier maanden

En David zei bij zichzelf:
Nu zal ik op een dag
Omgebracht worden
Door de hand van Shaul
Er zit niets anders op
Dat ik zal ontsnappen
Naar het land van de Filistijnen
Shaul zal niet langer wanhopig
Naar me zoeken
Over de hele grens van Jisraël
En ik zal aan zijn hand ontkomen
David stond op
Hij en de zeshonderd mannen
Die bij hem waren
Staken over naar Achish
De zoon van Ma’och
De koning van Gath
En David woonde bij Achish in Gath
Hij en zijn mannen
Elke man had zijn eigen gezin
David en zijn twee vrouwen;
Achinoam de Jizreëlitische
En Abigail, de vrouw van Naval
De Carmeliet
En het werd aan Shaul verteld
Dat David naar Gath gevlucht was
En hij zocht niet langer naar hem
En David zei tegen Achish:
Als ik nu in uw ogen
In genade ben gevallen
Laten ze me dan een plaats geven
In een van de buiten dorpen
En ik zal daar wonen
Want waarom zou uw dienaar
In de koninklijke stad bij u wonen?
En Achish gaf hem Tziklag op die dag
Daarom behoort Tziklag
Tot op deze dag
Aan de koningen van Judah
En het aantal dagen
Dat David in het veld
Van de Filistijnen verbleef
Was enkele dagen
En vier maanden
En David en zijn mannen trokken op
En plunderden de Geshurieten
De Gizrieten
En de Amalekieten
Want dat waren van oudsher
De inwoners van het land
Als je naar Shur gaat
Zelfs tot aan het land Egypte
David versloeg de inwoners van het land
En liet geen man noch vrouw in leven
En hij nam schapen en vee
Ezels en kamelen
En kleding
En keerde terug naar Achish
En Achish zei:
Waar heb je vandaag geplunderd?
En David zei:
Tegen het zuiden van Judah
En tegen het zuiden van de Jerachmeelieten
En tegen het zuiden van de Kenieten
En David liet man noch vrouw in leven
Om naar Gath te brengen
Hij zei:
Zodat ze over ons vertellen
En zeggen:
Dit heeft David gedaan
Zo is zijn gewoonte
Alle dagen dat hij in het veld
Van de Filistijnen heeft gewoond
En Achish geloofde David
En zei:
Hij verafschuwt
Zijn volk Jisraël
Hevig
Hij zal voor altijd
Mijn dienaar zijn
(eigen vertaling)

David is onder de pannen
Zijn twee vrouwen zijn bij hem
En hij brengt zijn dagen door
Met het ombrengen
Van de oorspronkelijke bewoners van het land
En het volledig leegplunderen
Van hun bezittingen
Die brengt hij naar Achish
De man die hem onderdak biedt
Een compleet dorp geeft
Maar als hem gevraagd waar hij geplunderd heeft
Namelijk bij de vijanden van Jisraël
Liegt hij erover
So far for loyalty

Ik heb mijn wietvriendin
Al paar dagen niet gezien
Geen zin in
Op zaterdagochtend even
Glaasje thee op het balkon
Maar toen had ik er
Voor weer twee dagen
Opnieuw genoeg van
Te weinig prikkels
De gesprekken zo klein
Zo eenzijdig
Ik zou mijn hersens wel weer
Willen gebruiken
Interessante vragen
Levensbeschouwingen
Weg uit het klein burgerlijke
Ze heeft een plan
Donderdag gaan we naar het Teylers
De grote illusie
Daarna lunchen bij Ikea
Zij trakteert
En de man met auto gaat ook mee
Hij rijdt

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, Soms-is-de-liefde-over-story


Posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , , | Leave a comment

Mijn leven is kostbaar

En David stak over naar de andere kant
En stond op de bergtop ver weg
De ruimte tussen hen was groot
En David riep tot het volk
En tot Avner, de zoon van Ner:
Zul je niet antwoorden, Avner?
En Avner antwoordde en zei:
Wie ben jij
Die de koning heeft geroepen?
En David zei tegen Avner:
Ben jij geen dappere man?
En wie is er zoals jij in Israël?
En waarom heb je de heer de koning
Niet bewaakt?
Want iemand van het volk
Kwam om de koning, jouw heer
Te vernietigen
Dit wat jij hebt gedaan
Is niet goed
Zo waar als de Eeuwige leeft
Je bent de dood waard
Want jij hebt niet over je heer gewaakt
Over de gezalfde van de Eeuwige
En nu?
Zie waar de speer van de koning is
En de kruik met water
Die bij zijn hoofd was
En Shaul herkende de stem van David
En zei:
Is dat jouw stem, mijn zoon David?
En David zei:
Mijn stem, mijn heer, oh koning
En hij zei:
Waarom achtervolgt mijn heer
Zijn dienaar?
Want wat heb ik gedaan?
En welk kwaad is er in mijn hand?
En nu laat mijn heer de koning
De woorden van zijn dienaar horen
Als de Eeuwige mij tegen u op heeft gezet
Zal hij een offer accepteren
Maar als de zonen van mensen
Vervloekt zijn zij voor de Eeuwige
Want zij hebben mij vandaag verdreven
En weerhouden
Me vast te houden
Aan het erfgoed van de Eeuwige
Toen ze zeiden:
Ga, andere goden aanbidden*
En nu, laat mijn bloed niet
Op de grond vallen
Weg van het aangezicht van de Eeuwige
Want de koning van Jisraël
Is er op uit gegaan
Om een vlo te zoeken
Zoals de patrijs in de bergen jaagt
En Shaul zei:
Ik heb gezondigd
Keer terug, mijn zoon David
Want ik zal je niet langer kwaad doen
Want mijn leven was kostbaar
In jouw ogen deze dag
Zie, ik heb dwaas gehandeld
En grove fouten gemaakt
En David antwoordde en zei:
Zie de speer van de koning
Laat nu één van de jongelingen
Over komen
En hem nemen
En de Eeuwige zal iedere man belonen
Voor zijn rechtvaardigheid
En zijn trouw
Want de Eeuwige leverde jou vandaag
In mijn hand uit
En ik wilde mijn hand niet uitstrekken
Tegen de gezalfde van de Eeuwige
En let op
Zoals jouw leven deze dag
Kostbaar was
in mijn ogen
Zo zal mijn leven kostbaar zijn
In de ogen van de Eeuwige
En Hij zal mij redden
Van alle ellende
En Shaul zei tegen David:
Gezegend zul je zijn
Mijn zoon David
Je zult zowel grote dingen doen
Als overwinnen
En David ging op zijn weg
En Shaul keerde terug naar zijn plaats
(eigen vertaling)

*In die tijd was het gebruikelijk
Dat als iemand naar het ‘buitenland’ ging
Hij andere goden zou aanbidden
Dus als iemand zegt:
Ga andere goden aanbidden
Dan is diegene verbannen


Dit is de tweede keer dat David
Het leven van Shaul spaart
Maar ik vind hem ook iets van een pestkop hebben
De vernederende afgeknipte mantel
Tijdens zijn stoelgang
En nu de weggenomen speer
En kruik vlakbij Shauls hoofd
Ik zie die twee mannen tegen elkaar schreeuwen
Van de ene bergtop naar de andere
Hé, moet je mij hebben?
Waarom?!

Er wordt bij de buurman
Met al zijn sores
Behalve veel geschreeuwd:
Ik ben er!
Ik besta!
Gelukkig ook
Veel gelachen
Ik hoor de lach
Door zijn buik ronken
Vanochtend heeft hij
Toch echt een stoere bonk adrenaline
De blaadjes van de olijfboom gekust
Dankjewel olijfje
Hoorde ik hem zeggen
Voor je mooie blaadjes
En daarna hoorde ik zijn zware stem
Liedjes zingen
Tulpen uit Amsterdam
Thank God
Voor mijn buurman op zijn balkon

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, Listen-do-you-want-to-know-a-secret





Posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur | Tagged , , | Leave a comment

Met een speer en een kruik water



De Zifieten kwamen bij Shaul
In Gibeah
Ze zeiden:
Verbergt David zich niet
In de heuvel van Chacilah?
Voor de Verlaten Woestijn?
En Shaul stond op
En daalde af naar de Woestijn van Zif
En met hem waren
Drieduizend uitgekozen mannen
Om David te zoeken
In de Woestijn van Zif
Shaul sloeg kamp op
Op de heuvel van Chacilah
Dat voor de Verlaten Woestijn ligt
Aan de weg
En David verbleef in de woestijn
En het leek hem
Dat Shaul achter hem aan zat
In de woestijn
En David stuurde spionnen
En leerde dat Shaul
Zeker was gekomen
En David stond op
En ging naar de plaats waar Shaul
Zijn kamp had opgeslagen
David zag de plaats
Waar Shaul lag
En Avner, de zoon van Ner
De bevelhebber van zijn leger
En Shaul lag binnen de barricade
En het volk was rond hem gelegerd
En David sprak zich uit
En zei tegen Achimelech de Hethiet
En tegen Avishai, de zoon van Tzerujah
De broer van Joav:
Wie gaat er met me mee
Naar beneden
Naar het kamp van Shaul?
En Avishai zei:
Ik zal met je meegaan naar beneden
En David en Avishai kwamen
’s Nachts bij het volk
En zie
Shaul sliep binnen de barricade
Met zijn speer in de grond gestoken
Bij zijn hoofd
En Avner en het volk
Lagen om hem heen
En Avishai zei tegen David:
Vandaag heeft God
Je vijand in je hand uitgeleverd
En nu
Laat me hem nu raken
Met de speer in de grond
Met één slag
Ik zal dit niet tegen hem herhalen
Maar David zei tegen Avishai:
Vernietig hem niet
Want wie kan zijn hand uitstrekken
Tegen de gezalfde van de Eeuwige
En voor onschuldig worden gehouden?
En David zei:
Zo waar de Eeuwige leeft
Zal de Eeuwige hem treffen
Of zijn dag zal komen
En hij zal sterven
Of hij zal ten strijde trekken
En omkomen
Verre is het van mij
Bij de Eeuwige
Om mijn hand uit te strekken
Tegen de gezalfde van de Eeuwige
Neem nu de speer
Die bij zijn hoofd is
En de kruik met water
En laten we weggaan
En David nam de speer
En de kruik met water
Dichtbij Shauls hoofd
En ze gingen weg
En niemand zag iets
En niemand wist het
En niemand werd wakker
Want ze sliepen allemaal
Omdat een diepe slaap
Van de Eeuwige
Over hun was gevallen
(eigen vertaling)

Ik dacht eigenlijk
Dat het gesodemieter tussen Shaul en David
Afgelopen was
Nadat David de kans had Shaul om te leggen
Tijdens het poepen
Maar in plaats daarvan een stuk van zijn mantel sneed
En toen David hem niet doodde
Vertelde Shaul dat hij wist dat David koning zou worden
En vroeg hem zijn nageslacht niet af te snijden
Vergeten?

Ik kan de naam
Van de Turkse overbuurman
Maar niet onthouden
Schaam me diep
Weet je mijn naam nog
Zegt hij, half op de trap
Naar buiten
Nee, zeg ik
Het spijt me
Ik vind het zo Hollands
Van mezelf
Cerkas?
Nee, zegt hij
Cerkan
En ik probeer zijn naam
In mijn hersens te verankeren

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, niet-vergeten-story






Posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , | Leave a comment

Hij neemt van haar hand

En David zei tegen Abigail:
Gezegend is de Eeuwige God
Van Jisraël
Die je naar me toe heeft gestuurd
Op deze dag
Gezegend is je advies
En gezegend ben jij
Die me vandaag heeft weerhouden
Van bloed vergieten
En van wraak nemen
Met mijn eigen hand
En inderdaad
Zo waar als de Eeuwige God
Van Jisraël leeft
Hij heeft me weerhouden
Je kwaad te doen
Ik zweer dat als je niet haastig
Naar me toe was gekomen
Dan was er van Naval
Tot aan de dageraad
Niet eens één hond overgebleven
En David nam van haar hand
Wat ze hem had gebracht
En hij zei tegen haar:
Ga in vrede omhoog
Naar je huis
Zie dat ik heb geluisterd naar je stem
En je genade heb getoond
En Abigail kwam bij Naval
En let op:
Hij had een feestmaal in zijn huis
Als de feestmaaltijd van een koning
En Naval’s hart was vrolijk
En hij was heel erg dronken
En ze vertelde hem niets
Meer of minder
Tot aan de dageraad
En het was in de ochtend
Toen de wijn Naval verlaten had
Dat zijn vrouw hem
Deze dingen vertelde
En zijn hart stierf in hem
En hij werd als steen
En het was slechts tien dagen later
Dat de Eeuwige
Een beroerte toebracht aan Naval
En hij stierf
En David hoorde
Dat Naval was gestorven
En hij zei:
Gezegend is de Eeuwige
Die heeft geoordeeld
Over de oorzaak van mijn verwijt
Van de hand van Naval
En zijn dienaar heeft weerhouden
Van kwaad
En Navals kwaad op zijn eigen hoofd
Heeft teruggebracht
En David stuurde een boodschapper
En sprak over Abigail
Om haar tot zijn vrouw te nemen
En Davids dienaren kwamen bij Abigail
Naar Carmel
En spraken met haar
Ze zeiden:
David heeft ons naar je toegestuurd
Om je naar hem toe te nemen
Tot vrouw
En ze stond op
En knielde met haar gezicht op de grond
En zei:
Zie, uw dienares is een slavin
Zij wast de voeten van de dienaren
Van mijn heer
En ze haastte zich
En besteeg de ezel
Met haar vijf dienstmaagden
Die met haar meegingen
En ze ging achter Davids boodschappers aan
En werd zijn vrouw
En David nam Achinoam uit Jizreël
En ze werden beiden zijn vrouwen
En Shaul had zijn dochter
Michal
Vrouw van David
Aan Palti gegeven
De zoon van Laïsh
Die uit Gallim kwam
(eigen vertaling)

David is van de vrouwen
Dat wordt hier al duidelijk

Hij laat me zijn wonden zien
Paar keer al
En ik zie dat het aan het genezen is
De enorme bloeduitstorting
Door een honkbalknuppel
Is de huid uit elkaar gespat
En zijn de ribben gebroken
Bijna door zijn longen gestoken
Van binnen uit begint de kneuzing
Geel te worden
Dat gaat straks jeuken
Maar voor nu heeft hij nog ondraaglijke pijn
Mijn moeder vertelde
Toen zij en mijn vader in een auto-ongeluk
Terecht kwamen
En zij haar ribben had gekneusd
Dat ze morfine kreeg
Hij moet het doen
Met ibuprofen en paracetamol
En alle pijnstillers die hij voor zichzelf kan bedenken
Biertje
Wodka
Hasj
En wiet
Maar hij gaat het redden
En dan wordt het moeilijk
Verder leven
Toen heb ik maar een boterkoek
Voor de jongens gebakken

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, hij-noemt-het-walk-in-the-park-story


Posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , , | Leave a comment

Bundel van leven

En Abigail zag David
En ze haastte zich
En leunde van de ezel af
En ze viel op haar gezicht
Voor David
En boog zich neer op de grond
En ze viel aan zijn voeten
En zei:
Enkel in mij
Mijn heer
Is de ongerechtigheid
Laat nu uw dienstmaagd
In uw oren spreken
En luister naar de woorden
Van uw dienstmaagd
Laat mijn heer nu
Geen acht slaan
Op deze onbeschaafde man
Op Naval
Want zoals zijn naam is
Zo is hij
Naval is zijn naam
En ondankbaarheid is met hem
En ik, uw dienstmaagd
Zag de jongelingen van mijn heer niet
Die u stuurde
En nu, mijn heer
Zo waar de Eeuwige leeft
En bij uw leven
Ik zweer dat de Eeuwige
U heeft weerhouden
Van bloedvergieten
En u van uzelf te redden
Met uw hand
En nu, mogen uw vijanden
En zij die mijn heer
Kwaad willen berokkenen
Zijn zoals Naval
En nu
Dit geschenk dat uw dienstmaagd
Aan mijn heer bracht
Zal aan de jongelingen gegeven worden
Die aan de voeten van mijn heer lopen
Vergeef nu de overtreding
Van uw dienstmaagd
Want de Eeuwige zal
Voor mijn heer een veilig huis maken
Want mijn heer vecht
De oorlogen van de Eeuwige
En laat er geen kwaadaardigheid
Worden gevonden
Al uw dagen
Maar er is een man opgestaan
Om u te achtervolgen
En uw ziel te zoeken
Maar de ziel van mijn heer
Zal gebonden zijn
Door de bundel van leven
Van de Eeuwige, uw God
Terwijl de ziel van uw vijanden…
De Eeuwige zal het laten slingeren
Met de holte van de slinger
En het zal gebeuren
Wanneer de Eeuwige
Met mijn heer zal doen
Volgens al het goede
Waar Hij betreffende u over sprak
Dan zal hij u aanstellen
Als heerser over Jisraël
En laat dit voor u niet zijn
Als een struikelblok
En een wroeging van het hart
Voor mijn heer
Dat u zonder reden
Bloed heeft vergoten
Of dat mijn heer zich heeft gewroken
En als de Eeuwige
Goed zal doen voor mijn heer
Dan zult u zich
Uw dienstmaagd herinneren
(eigen vertaling)


Wat een pleidooi van Abigail
Aan de juiste persoon
Want David zelf is ook welbespraakt
Ze begint met de schuld volledig op zich te nemen
Pas later geeft ze toe
Dat ze Davids jongelingen niet gezien heeft
Dat haar man een slecht mens is
Daarna pleit ze voor geen onnodig bloedvergieten
Ze heeft immers geschenken bij zich
Voor de jongelingen
En aan David voorspelt ze
Dat hij de koning van Jisraël kan worden
Zonder schuldige handen

Ik word behoorlijk verwend
Met wiet en bloemen
Door de gewonde vriend van de buurman
De dood of de gladiolen, grapt hij
Die het op het nippertje overleefd heeft
Ik beloof
Ik ga iets lekkers maken
En ik bedank hem voor de wiet
Nu niet meer zeuren zegt hij
Hangend over het balkon
En kijkt me aan met de ogen van een slang
Hypnotiserend
Hij draait zijn markante hoofd
En heel zijn gebroken lichaam
Kronkelt mee
Dan haalt hij uit
hij steekt zijn vinger naar me uit
Kijk maar uit, zegt hij
Straks vraag ik je ten huwelijk
Ja, zeg ik, dan zit ik in de problemen
Precies, zegt hij
En zo wensen we elkaar goede nacht
Slaap lekker
Word me gezond

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, verleiding-ligt-op-de-loer-story





Posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , , | Leave a comment

Tweehonderd broden

En de jongemannen van David
Keerden om naar hun weg
En keerden terug
En vertelden hem al deze woorden
David zei tegen zijn mannen:
Laat iedere man zijn zwaar aan gorden
En iedere man gordde zijn zwaard aan
Ook David gordde zijn zwaard aan
En ze gingen omhoog achter David aan
Ongeveer vierhonderd man
En tweehonderd bleven bij de goederen
En één van de jeugdige van de jongelingen
Vertelde Abigail, de vrouw van Naval:
Let op, David stuurde boodschappers
Vanuit de woestijn om onze meester te groeten
En hij heeft ze verdreven
En de mannen zijn heel goed voor ons
En we zijn niet tot schande gebracht
Noch ontbrak het ons aan iets
Tijdens de hele tijd dat we bij hen waren
Toen we in het veld waren
Ze waren een muur over ons
Zowel ’s nachts als overdag
De hele tijd dat we met hen waren
Terwijl we de schapen hoedden
En nu, weet en zie wat je doet
Want het kwaad is besloten
Tegen onze meester
En tegen iedereen in zijn huishouden
En hij is zo’n laag persoon
Dat men niet met hem kan spreken
En Abigail haastte zich
En ze nam tweehonderd broden
En twee kruiken wijn
En vijf gevulde schapen
En vijf seah* geroosterd graan
En honderd trossen rozijnen
En twee honderd vijgenkoeken
En ze zette dit op de ezels
En ze zei tegen haar jongelingen
Ga voor me uit
Let op, ik kom achter jullie aan
En ze vertelde het niet
Aan haar man Naval
En het gebeurde
Dat ze op de ezel reed
En naar beneden kwam
Onder de beschutting van de berg
En let op
David en zijn mannen
Kwamen haar uit naar beneden
En ze ontmoetten haar
En David zei:
Voorwaar, tevergeefs heb ik
Al deze kerels in de woestijn bewaakt
Zodat er niets ontbrak
Aan alles wat van hem is
Maar hij heeft me kwaad
Voor goed teruggegeven
Zo zal God doen tegen
Davids vijanden
En zo zal Hij blijven doen
Als ik bij het ochtendlicht
Van alles dat hij heeft
Ook maar één hond overlaat
(eigen vertaling)


*Een seah is een bijbelse inhouds maat
1 seah is ongeveer 7 liter


Het was in die tijd een grote zonde
Om mensen die lange reizen hadden gemaakt
Niet te drinken te geven en te voeden
Met wat er om handen was
Dat kon immers een kwestie
Van leven en dood zijn
David neemt het zeer hoog op
Maar daar is Abigail, gelukkig
De intelligente, mooie vrouw van Naval
Zij gaat het proberen goed te maken

De plannen waren weer groots
Ik dacht, misschien ga ik naar Zandvoort
Het is mooi weer
Er is markt
Lekker op een terrasje zitten
Even eruit
Maar het werd niets
Gelukkig vanochtend wel op de hometrainer
Half uurtje gefietst
Want voor de rest
Blijf ik lekker hangen rond mijn huis
Beetje pielen op het balkon
Vanochtend samen met de buurman
Zijn verrukkelijke olijfboom gesnoeid
Die nu over de schutting piept
Om mij blij te maken
En zo ben ik in een bejaardenhuis
In Haarlem
Toch thuis
Alsof in het land van mijn hart

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, wie-goed-doet-die-goed-ontmoet-zegt-mijn-moeder-story





Posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , , | Leave a comment

Geef wat je hand kan vinden

En Samuel stierf
Heel Jisraël kwam samen
En betreurde hem
Ze begroeven hem in zijn huis in Ramah
En David stond op
En ging naar de woestijn van Paran
En er was een man in Maon
Wiens bezittingen in Carmel waren
En de man was van groot aanzien
Hij had drieduizend schapen
En duizend geiten
En als hij zijn schapen schoor
Was hij in Carmel
De naam van de man was Naval
En de naam van zijn vrouw was Abigail
De vrouw was verstandig
En van mooi gestalte
Maar de man was hard
En deed slechte dingen
En hij was een Calebiet
David hoorde in de woestijn
Dat Naval zijn schapen scheerde
En David stuurde tien jongemannen
David zei tegen de jongemannen:
Ga omhoog naar Carmel
En je zult bij Naval komen
Groet hem uit mijn naam
En je zult zeggen:
Zo zul je volgend jaar leven
Moge vrede met je zijn
Vrede voor je huishouden
En vrede voor alles wat van jou is
Nu heb ik gehoord
Dat ze voor jou aan het scheren zijn
Nu waren jouw herders bij ons
We hebben hen niet beledigd
Noch ontbrak het hen aan iets
Al die tijd dat ze in Carmel waren
Vraag het aan je jongemannen
En ze zullen het je vertellen
En moge de jongemannen
Genade vinden in jouw ogen
Want we zijn gekomen
Op een feestelijke dag
Geef nu wat je hand zal vinden
Voor je dienaren
En voor je zoon David
De jongemannen kwamen
En spraken met Naval
Met al deze woorden
Uit David’s naam
En ze rustten
En Naval antwoordde de dienaren van David
En zei:
Wie is David
En wie is de zoon van Jesse?
Tegenwoordig zijn er veel slaven
Die weglopen
Elk van zijn meester
Zal ik nu mijn brood
En mijn water nemen
En de maaltijd
Die ik voor de scheerders heb bereid
En zal ik dat aan mensen geven
Van wie ik niet weet
Waar ze vandaan komen?
(eigen vertaling)

Een nieuw hoofdstuk
Een nieuw avontuur
Samuel is overleden
En David heeft zin
Om Naval lastig te vallen:
Here comes trouble

De buurman heeft een vriend
Die afgelopen weekend in elkaar geslagen is
Hij is er beroerd aan toe
De buurman is nu thuis zijn mantelzorger
Ik kan zien hoeveel pijn de man heeft
Gebroken arm
Gebroken ribben
En drie messteken
Hij heeft het op het nippertje overleefd
Toen ben ik maar gaan koken
Voor de jongens
Die over de hele wereld hebben gezworven
Spaanse tortilla en gazpacho
Als het lekker is, zegt de vriend
Dan noem ik je mamma
Dan roep ik over het balkon:
Mamma, honger!
En ik denk:
Here comes trouble
Nou, zegt de buurman volgende ochtend
Over het balkon
Als liefde door de maag gaat
Dan ben ik verliefd
Hoeveel kostgeld kan ik je betalen?

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, liefde-gaat-door-de-maag-story

Posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , | Leave a comment

Je achtervolgt mijn ziel

En David zei tegen Shaul:
Waarom zou je luisteren
Naar de woorden van een man
Die zegt:
Let op
David is er op uit je kwaad te doen?
Want let op
Deze dag hebben je ogen gezien
Hoe de Eeuwige je vandaag
In de grot
In mijn handen heeft uitgeleverd
En iemand zei me
Je te vermoorden
Maar mijn ziel had medelijden met je
En ik zei:
Ik zal mijn hand niet uitsteken
Tegen mijn heer
Want hij is de gezalfde
Van de Eeuwige
Vader, kijk nou!
En zie het onderste gedeelte
Van je mantel in mijn hand
Omdat ik de zoom van je mantel
Heb losgesneden
Maar je niet vermoordde
Weet en zie
Dat er geen kwaad
Noch overtreding in mijn hand is
En ik heb niet tegen je gezondigd
Maar je achtervolgt mijn ziel
Om die te nemen
Moge de Eeuwige oordelen
Tussen jou en mij
En moge de Eeuwige mij wreken
Van jou
Maar mijn hand zal niet
Tegen je zijn
En zoals het spreekwoord
Van de Oude zegt:
Van de goddeloze
Komt goddeloosheid
Maar mijn hand zal niet
Tegen je zijn
Naar wie is de koning
Van Jisraël gekomen?
Wie achtervolg je?
Een dode hond?
Een enkele vlo?
De Eeuwige zal een rechter zijn
En Hij zal oordelen tussen jou en mij
Hij zal mijn zaak zien en bepleiten
En rechtvaardigheid voor mij eisen
Van jouw hand
En toen David klaar was
Met deze woorden tot Shaul
Te spreken
Zei Shaul:
Is dat jouw stem
Mijn zoon David?
En Shaul verhief zijn stem
En huilde
En hij zei tegen David:
Jij bent rechtvaardiger dan ik
Want je hebt me goedheid
Teruggegeven
Terwijl ik je slechtheid
Heb teruggegeven
En je hebt vandaag laten zien
Hoe je met mij bent omgegaan
Hoe de Eeuwige mij
In jouw handen heeft uitgeleverd
En je mij niet vermoordde
Want als een man zijn vijand tegenkomt
Stuurt hij hem dan veilig weg?
En moge de Eeuwige je goedheid brengen
Om wat je deze dag
Voor me hebt gedaan
En nu, let op
Ik weet dat jij de troon zal bestijgen
En het koninkrijk van Jisraël
Zal in jouw hand worden gevestigd
En nu, zweer me bij de Eeuwige
Dat je mijn nageslacht niet zult uitroeien
En je mijn naam niet zult vernietigen
Van het huis van mijn vader
En David zwoer aan Shaul
En Shaul ging naar zijn huis
En David en zijn mannen
Gingen omhoog naar de vesting
(eigen vertaling)

Ach, Shaul, de man die niet verantwoordelijk is
Voor zijn eigen waanzin
Want hij werd immers door de Eeuwige bezeten
Je voelt zijn pijn
Eerst was hij nog blij met David
Die Goliath voor hem omlegde
Maar hij weet dat hij het veld moet ruimen
Voor de jonge schaapsherder
Met grote eloquentie en leiderschap

De mooie rooie is weer in mijn leven
Het is een verdrietig verhaal
Ook zijn derde huwelijk is op de klippen gelopen
Zij beschuldigt hem nu van huiselijk geweld
En heeft hem aangegeven bij de politie
Die hem voor de ogen van zijn zoon
In de boeien sloeg
Zij heeft mij geblokkeerd op zijn telefoon
Op Facebook
Op Whatsapp
En hij
Hij heeft er niet zoveel aan gedaan
Om de lieve vrede te bewaren
Maar gisteren belde hij
Nu moet hij dealen
Met alle sores die op zijn weg komt
Moge zijn voeten stevig op aarde staan
Moge zijn gedachten spoedig lichter worden
En moge hij de kracht vinden
Om dit allemaal tot een gunstig einde te brengen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, die-mooie-rooie-en-zijn-sores-story



Posted in @home, kunst, literatuur, Mooie Rooie | Tagged , , | Leave a comment

Om zijn voeten te bedekken

David ging vandaar omhoog
En hij verbleef in de vestingen van Ein Gedi
Het gebeurde toen Shaul
Terugkeerde van achtervoling
Van de Filistijnen
Toen ze hem vertelden:
David is in de woestijn van Ein Gedi
En Shaul nam drieduizend
Uitgekozen mannen van Jisraël
En ging op zoek naar David en zijn mannen
Op de rotsen van de Wilde Geiten
Hij kwam onderweg bij de schaapskooien
Daar was een grot
En Shaul ging naar binnen
Om zijn voeten te bedekken*
Terwijl David en zijn mannen
Aan het eind van de grot verbleven
Toen zeiden Davids mannen tegen hem:
Let op, de dag
Waarover de Eeuwige
Tegen je zei:
Let op, Ik zal je vijand
In jouw hand uitleveren
En je zult met hem doen
Wat je goed lijkt in jouw ogen
Toen stond David op
En sneed heimelijk het onderste gedeelte
Van Shauls mantel af
En het gebeurde daarna
Dat Davids hart hem sloeg
Want hij had de mantel
Van Shaul afgesneden
En hij zei tegen zijn mannen:
De Eeuwige verbied me
Dat ik dit doe tegen mijn Eeuwige
Tegen de gezalfde van de Eeuwige
Om mijn hand naar hem uit te strekken
Want hij is de gezalfde van de Eeuwige
En David hield zijn mannen tegen
Met deze woorden
En stond hen niet toe
Op te staan tegen Shaul
En Shaul stond op uit de grot
En ging op weg
En David stond daarna op
En kwam uit de grot
Achter Shaul aan
Hij zei:
Mijn heer, de Koning!
En Shaul keek achter zich
En David boog zich met zijn gezicht naar de grond
En wierp zichzelf neer
(eigen vertaling)

*De uitdrukking ‘zijn voeten bedekken’
Is een bijbels eufemisme
Voor zich ontlasten, poepen, naar de wc gaan
En je kunt je voorstellen
Hoe de mantel dan van de schouders afgleed
Om de voeten te bedekken
Terwijl etc.
Best een kinderachtige daad van David
Om terwijl Shaul naar de wc gaat
Als iemand op zijn kwetsbaarst is
Heimelijk zijn mantel af te snijden
Zodat er alleen een kort jasje overblijft
Vernederend

Ze heeft er een handje van
Om de wereld te rangschikken
In hoger, lager
Beter en best
Uiteraard bevindt ze zichzelf altijd
In de hogere regionen
Ze heeft het over mensen
Met hogere en lagere trillingen
Eenvoudige, primitieve mensen
Zijn in een lagere trilling
Ze heeft ook een tijdje geroepen
Dat sommige mensen
In hun sociale vaardigheid
Niet verder komen dan de kleuterschool
Ik was dan middelbare school
Maar het was nog niet om over naar huis te schrijven
Zijzelf was inmiddels afgestudeerd
Van de Hogere School
Ik spreek haar er op aan
Als ze ook nog durft te beweren
Dat ik harder ben dan zij
Omdat ik me geen zorgen maak
Over een loslopende kat
In onze rustige buurt
Ze schrikt er van
Zo bedoelt ze het niet
Maar zo zegt ze het wel
En ik begin er genoeg van te krijgen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, ik-zit-niet-te-wachten-op-je-waarde-oordeel-story






Posted in @home, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , | Leave a comment