Licht onder de naties

Luister, jullie eilanden
Naar mij
En luister aandachtig
Jullie volken van ver
De Eeuwige riep mij
In de moederschoot
Vanuit het binnenste
Van mijn moeder
Noemde Hij mijn naam
[Jeshaja]
En Hij maakte mijn mond
Scherp als een zwaard
Hij verborg mij
In de schaduw
Van Zijn hand
En Hij maakte van mij
Een gepolijste pijl
Hij verborg me
In Zijn koker
En Hij zei tegen mij:
Jij bent Mijn dienaar, Jisraël
Op wie Ik trots zal zijn
En ik zei:
Ik heb tevergeefs gezwoegd
Ik heb mijn kracht gebruikt
Voor niets en leegte
Toch is mijn recht zeker
Bij de Eeuwige
En mijn daad
Is bij mijn God
En nu zegt de Eeuwige
Die me gevormd heeft
Vanaf de moederschoot
Tot een dienaar van Hem
Om Ja’acov terug
Naar Hem te brengen
En Jisraël zal samenkomen
Tot Hem
En ik zal geëerd worden
In de ogen van de Eeuwige
En mijn God
Was mijn kracht
En Hij zei:
Het is te licht voor je
Om Mijn dienaar te zijn
Om de stammen
Van Ja’acov vast te stellen
En de omsingelden van Jisraël
[hun hart was omsingeld
met kwaadaardige gedachten]
Maar ik zal je tot licht
Van naties maken
Zodat Mijn redding
Tot aan het einde
Van de aarde zal reiken
Dit zegt de Eeuwige
De Verlosser van Jisraël
Zijn Heilige Aanwezigheid
Over hij
Die door de mensen
Wordt veracht
Over hij
Die de naties verafschuwen
Over een slaaf
Van heersers:
Koningen zullen zien
En opstaan, vorsten
En ze zullen
Zich neerwerpen
Vanwege de Eeuwige
Die trouw is
De Heilige Aanwezigheid
Van Jisraël
En Hij koos jullie
Zo zei de Eeuwige:
In tijden van gunsten
[die je van Mij nodig had]
Antwoordde Ik je
En op de dag van redding
[Die je van Mij nodig had]
Hielp Ik je
Ik zal je beschermen
En Ik zal van jullie
Een volk
Van het verbond maken
Om een land te vestigen
En er voor te zorgen
Dat de verlaten erfdelen
Geërfd worden
Zodat je tegen de gevangenen
Kunt zeggen:
Ga naar buiten!
En tegen hen
In de duisternis:
Laat jezelf zien!
Langs de wegen
Zullen ze grazen
En bij alle rivieren
Zal hun weide zijn
Ze zullen geen honger
Noch dorst hebben
Noch zal de hitte
En de zon hun treffen
Want Hij
Die genade heeft met hen
Zal hen leiden
En bij de waterbronnen
Zal hij hen leiden
En van al Mijn bergen
Zal Ik een weg maken
En Mijn doorgaande wegen
Zullen verhoogd worden
Zie, deze zullen van ver komen
En zie, deze uit het noorden
En uit het westen
En deze uit het land van Sinim
[zuiden]
(eigen vertaling)

Volkeren van ver
Zelfs de eilanden
Worden opgeroepen
Zich te verenigen
En te luisteren
Dit is geen boodschap
Alleen voor Jisraël
Maar voor de hele wereld
Jeshaja vertelt over zijn roeping
Vanaf de moederschoot stond vast
Dat hij een dienaar van God zou zijn
De stammen zal verzamelen
En Jisraël terug zal brengen
Naar de Eeuwige
En omdat dat niet genoeg is
Zal hij een licht onder de naties zijn
Een kreet die vaak geroepen wordt
In het land van mijn hart:
Wij zijn een licht onder de naties
En mijn hart wordt dan duister

Ik moet steeds denken
Aan de Humanitaire Stad
Die ze in Gaza willen bouwen
En je weet het
Je kunt niet doen
Alsof de vergelijking
Uit de lucht is gegrepen
Het klinkt nog erger
Dan een vluchtelingenkamp
Waar eerst al schaamtevol
Sprake van was
Het klinkt als een
Goed geolied concentratiekamp
De Humanitaire Stad
Oi, va voi, mijn hart huilt

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, tranen-van-mijn-hart-story



This entry was posted in @home, kunst, Land van mijn Hart, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.