Vergeet Me Niet

Ze weten niet
Noch begrijpen ze
Want Hij heeft hun ogen
Gesloten te zien
En hun harten gedicht
Te begrijpen
En hij denkt er niet aan
En hij heeft kennis
Noch begrip
Om te zeggen:
De helft ervan
Heb ik door vuur verbrand
En ik heb zelfs
Op de kolen
Brood gebakken
Ik roosterde vlees
En at
En wat ervan over is
Zou ik
Tot een gruwel maken?
Zal ik buigen
Voor verrot hout?
Hij die zich met as voedt
Een misleid hart
Heeft hem laten dwalen
En hij zal
Zijn ziel niet redden
En hij zal niet zeggen:
Is er geen leugen
In mijn rechterhand?
Herinner dit alles
O Ja’acov
En Jisraël
Want jij bent
Mijn dienaar
Ik heb je gevormd
Om een dienaar te zijn
Voor Mij
Jisraël
Vergeet Me niet
Ik heb je overtredingen
Uitgevlakt
Als een dikke wolk
En als een nevel
Heb ik je zonden gewist
Keer terug naar Mij
Want Ik heb je verlost
Laat de hemelen zingen
Want de Eeuwige
Heeft dit gedaan
Laat de diepten
Van de aarde jubelen
Laat de bergen
In gezang uitbarsten
Het bos
En alle bomen daarvan
Want de Eeuwige
Heeft Ja’acov verlost
En met Jisraël
Zal Hij verheerlijkt worden
Zo zei de Eeuwige
Je Verlosser
En Degene die je vormde
In de moederschoot:
Ik ben de Eeuwige
Die alles maakt
Die de hemel uitspande
Alleen
Die de aarde uitstrekte
Met Mijn kracht
Die de tekenen
Van valse profeten
Laat falen
En waarzeggers
Tot dwazen maakt
Hij laat de wijzen
Achterlijk zijn
En maakt hun kennis
Tot dwaasheid
Hij vervult het woord
Van Zijn dienaar
En het advies
Van Zijn boodschapper
Volbrengt Hij
Die over Jeruzalem zegt:
Zij zal bewoond worden
En over de steden
Van Judah:
Ze zullen herbouwd worden
En de ruïnes zal Ik
Laten herrijzen
Hij die tegen de diepte zegt:
Val droog
En Ik zal je rivieren
Laten opdrogen
Die over Cyrus zegt:
Hij is Mijn hoeder
En al Mijn verlangen
Zal hij vervullen
En over Jeruzalem
Zal hij zeggen:
Ze zal heropgebouwd worden
En de Tempel gevestigd
(eigen vertaling)

Meer dan honderd jaar
Voordat Cyrus de Grote
Geboren is
Doet de Eeuwige de voorspelling
Dat Jeruzalem gerestaureerd zal worden
Door deze Perzische koning
Die Zijn volk uit ballingschap
Zal leiden
En de tweede Tempel herbouwt

De poffertjes in Laren
Morgen
Gaan niet door
Het weer te lelijk
Dat vinden we te armoedig
We zijn mooiweer flaneerders
Wat mij betreft
Mag de zon
Tevoorschijn komen
Alles zoveel gemakkelijker
Als het aangenamer is

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, altijd-wat-te-klagen-story









This entry was posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art, Thuis and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.