Overlevenden van het huis van Ja’acov

En het zal gebeuren
Wanneer de Eeuwige
Al Zijn werk af heeft
Op de berg Tzion
En in Jeruzalem
Zal Ik vergelding brengen
Over de groeiende arrogantie
Van het hart
Van de koning van Assyrië
En over de opschepperij
En de hoogmoed
In zijn ogen
Want hij zei:
(de koning van Assyrië)
Met de kracht
Van mijn hand
Heb ik het volbracht
En met mijn wijsheid
Want ik ben slim
En ik verwijder
De grenzen van volkeren
Hun posten
Heb ik geplunderd
En ik verlaagde
Vele inwoners
En mijn hand
Vond de rijkdom
Van mensen
Als een verlaten nest
En zoals iemand
Achtergelaten eieren
Verzamelt
Verzamelde ik
De hele wereld
En niemand
Bewoog een vleugel
Opende zijn mond
Of piepte
Zal de bijl pochen
Over degene
Die ermee hakt
Of zal de zaag
Zichzelf groter achten
Dan degene
Die ermee zaagt?
Het is alsof de stok
Degene beheerst
Die hem opheft
Wanneer de staf
Wordt geheven
Is het niet het hout
(maar de man
die staf opheft)
Daarom zal
De Meester
De Eeuwige
Van de legermachten
Magerte sturen
Naar zijn vette mannen
En in plaats van eer
Zal er een vuur branden
Zoals het vlammen
Van vuur
En het licht van Jisraël
Zal vuur worden
En zijn heilige
Zal een vlam worden
En het zal zijn doorns
En zijn wormen verteren
In één dag
En de glorie
Van zijn bos
Zijn machtig woud
Zowel ziel als vlees
Zal het vernietigen
En het zal
Als een boom zijn
Die tot poeder
Is gegeten
Door wormen
En van de overgebleven bomen
In zijn woud
Zullen er maar weinig zijn
En een jongen
Zal ze opschrijven*
En het zal gebeuren
Dat op die dag
Het overblijfsel
Van Jisraël
En de overlevenden
Van het huis
Van Ja’acov
Niet meer doorgaan
Te leunen
Op hij die hen sloeg
Maar hij zal leunen
Op de Eeuwige
De Ene Heilige
Van Jisraël
In waarheid
Het overblijfsel
Zal terugkeren
Het overblijfsel
Van Ja’acov
Naar de machtige God
Want als jouw volk Jisraël
(dit zegt de profeet
Tegen Chezkiah)
Als het zand
Van de zee zal zijn
Zal het overblijfsel
Van hen
Dat zal terugkeren
Met gerechtigheid
De vastgestelde vernietiging
Wegwassen
Want vernietiging
En uitroeiing
Voert de Eeuwige God
Van de legermachten
Uit in het midden
Van heel het land
(eigen vertaling)

*De rabbijnen zeggen
Dat er niet meer dan
Tien bomen overblijven
Want er is geen kind
Zo klein
Dat het geen ‘jud’
Kan schrijven
Jud is de kleinste
Hebreeuwse letter
Zeg maar een zwevende komma
En heeft een getalswaarde
Van tien

Er is weer hoop
Voor hij die mijn tafel
Aan stukken smeet
Ze zijn heel hard
Aan het werk
Om hem zijn huis
Te geven
En in mijn huis
Komt morgen
Een nieuwe tafel
En dan zal het weer zijn
Zoals mijn mooie
Denkende vriendin
Het zei:
Het is de lege tafel
Waarop het spel
Gespeeld wordt

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, smitten-story


This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.