Pracht van zijn trots

Het visioen dat Jeshajah
Zoon van Amotz had
Over Judah
En Jeruzalem:
En het zal gebeuren
Op het einde der dagen
Dat de berg
Van het huis
Van de Eeuwige
Stevig gevestigd zal zijn
Op de toppen van de bergen
En het zal
Boven de heuvels
Verheven worden
En alle volkeren
Zullen er naar toestromen
En vele mensen
Zullen gaan
En zij zullen zeggen:
Kom laten we
Omhoog trekken
Naar de berg van de Eeuwige
Naar het huis van de God
Van Ja’acov
En laat Hem ons onderwijzen
In Zijn wegen
En we zullen gaan
Op Zijn wegen
Want uit Tzion
Zal de Torah voortkomen
En het woord
Van de Eeuwige
Uit Jeruzalem
En Hij zal oordelen
Over de landen
En vele volkeren
Terechtwijzen
En ze zullen hun zwaarden
Omsmeden tot ploegscharen
En hun speren
Tot snoeimessen
Geen land zal een zwaard
Opheffen tegen
Een ander land
Noch zullen ze nog
Oorlog leren
Oh huis van Ja’acov
Kom en laat ons gaan
In het licht
Van de Eeuwige
Want U heeft
Uw volk verlaten
Het huis van Ja’acov
Want zij zitten vol
Tovenarij uit het Oosten
En waarzeggers
Zoals de Filistijnen
En met kinderen
Van heidenen
Vermaken zij zich
En zijn land is vol zilver
En goud
Zonder eind
Aan zijn schatten
En zijn land is vol paarden
Zonder eind
Aan zijn strijdwagens
En zijn land
Is vol afgoden
Want voor het werk
Van zijn handen
Buigt hij neer
Voor wat zijn vingers
Hebben gemaakt
En sommige mensen
Hebben zich gebogen
En sommige mensen
Zijn nederig geworden
En U zult hen
Niet vergeven
Ga de rots binnen
Verberg je in het stof
Uit angst
Voor de Eeuwige
En voor de pracht
Van Zijn trots
(eigen vertaling)

Na de strenge hand
Van de Eeuwige
Aan het eind van II Koningen
Is hier in het tweede hoofdstuk
Van Jeshajah (Isaiah) de hoop
Een nieuw begin
Jeshajah ziet een glorieus
Koninkrijk van Hem
En wereldvrede voor ons
Kom daar nu nog maar eens om

De pracht van zijn trots
Ik geloof dat ik daar
Voor gevallen ben
Mijn nomade
Die alweer
Nieuwe vakantieplannen
Aan het smeden is
Thailand, roep ik impulsief
Phuket, Hong Kong, Bali
Ja, zegt hij
Laos, Cambodja, Vietnam
En ik denk, oh mijn God
Ga je mee, vraagt hij
Weet ik nog niet
Wil ik eerst over nadenken
Zeg ik
Ik dacht
Dat ik aan huis gekluisterd was
Zoveel chronische ziekten
Onder de leden
Zijn dochter gaat nu boeken
Zegt hij, de bedouïnenkoning
Oké, zeg ik
Ik ga niet
Waarom, vraagt hij
Ik haat het onder druk
Gezet te worden
En als ik onder druk
Gezet word
Dan is het nee
Ik heb nu tot maandag
Oi vee ist mir
Want oi va voi
Als ik ja zeg

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, oh-huis-van-Ja’acov-de-droom-is-verrukkelijk-story

This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.