Leer goed te doen

Het visioen van Jeshajahu
(Isaiah)
De zoon van Amotz
Dat hij zag van
Judah en Jeruzalem
In de dagen van Uziah
Jotham, Achaz
En Chezekiah
Koningen van Judah:
Hoor, oh hemelen
En geef gehoor
Oh aarde
Want de Eeuwige
Heeft gesproken:
Kinderen heb Ik
Groot gebracht
En verheven
Toch zijn ze
Tegen Mij
In opstand gekomen
Een os kent zijn eigenaar
En een ezel
De krib van zijn meester
Israël kent Mij niet
Mijn volk overweegt niet
Wee het zondige volk
Een volk zwaar beladen
Met ongerechtigheid
Zaad van boosdoeners
En verderfelijke kinderen
Zij hebben de Eeuwige verlaten
Zij hebben de Heilige Aanwezigheid
Van Jisraël getergd
Zij zijn achteruit gegaan
Waarom word je
Nog steeds geslagen
Terwijl je doorgaat
Met rebelleren?
Ieder hoofd is getroffen
Door ziekte
En ieder hart
Door kwelling
Van de zool
Van de voet
Tot aan het hoofd
Is er geen gaafheid
Wonden, kneuzingen
En opengereten zweren
Ze zijn besprenkeld
Noch verbonden
Noch verzacht met olie
Je land is verwoest
Je steden afgebrand
Met vuur
In jouw aanwezigheid
In jouw land
Verslinden vreemdelingen het
En het is verwoest
Als door vreemdelingen
Overgenomen
En de dochter van Tzion
Zal achtergelaten worden
Als een hut
In een wijngaard
Als een schuur
In een komkommerveld
Als een belegerde stad
Als de Eeuwige
Van de legermachten
Ons geen overblijfsel
Had achter gelaten
Waren we al snel
Als Sodom
We zouden lijken
Op Gemorrah
Hoor het woord
Van de Eeuwige
Oh heersers van Sodom
Geef gehoor
Aan de wet
Van onze God
Oh volk van Gemorrah!
Wat hebben je vele offers
Mij te bieden?
Zegt de Eeuwige
Ik ben verzadigd
Van de brandoffers
Van rammen
En het vet van
Vetgemest vee
En het bloed
Van stieren en schapen
En bokken wil ik niet
Wanneer je voor Mij
Komt verschijnen
Wie vroeg je
Om Mijn voorhoven
Te vertrappen?
Je zult niet langer
IJdele spijsoffers brengen
Het is rook van gruwel
Voor Mij
Nieuwe Maan
En Shabbat
Bijeenroepen van samenkomsten
Ongerechtigheid in vergadering
Verdraag Ik niet
Je Nieuwe Maan
En je aangewezen feestdagen
Mijn ziel haat het
Ze zijn een last voor Mij
Ik ben het zat
Ze te dragen
En wanneer je je handen
Uitspreidt
Zal Ik Mijn ogen
Voor je verbergen
Zelfs wanneer je
Lang bidt
Hoor Ik het niet
Je handen zijn vol bloed
Was jezelf
Reinig jezelf
Verwijder het kwaad
Van je daden
Van voor Mijn ogen
Hou op kwaad te doen
Leer goed te doen
Zoek rechtvaardigheid
Versterk de beroofde
Verschaf gerechtigheid
Aan de wees
Bepleit de zaak
Van de weduwe
(eigen vertaling)

We zijn begonnen
In het boek Isaiah
Jeshajahu in het Hebreeuws
En het is niet mals
God staat te stampvoeten
Als een moeder
Die het helemaal gehad heeft
Met haar door
En door verdorven kinderen
Die maar blijven moorden
Verkeerde vriendjes hebben
En daarna schijnheilig
Komen offeren
De taal is prachtig beeldend
En klinkt akelig modern
Van deze tijd

Vanmiddag vertrekt die Leukerd
Naar een andere bed-bad-brood-deal
Bij een vriend
Je mag het niet zeggen
Maar ik ben er blij om
Mijn huis
Maar vooral mijn gedachten
Weer van mij
De boel opruimen
Schoonmaken
Kopje thee drinken
Bij mijn wietvriendin
En thuis mijn handen
Door de bakken
Van het balkon laten gaan
Waarschijnlijk toch zaaien
Al is het te vroeg
Want ik hou ervan
Om te zien wat er gebeurt
Als je het doet
Zoals jij het wilt
Daar verheug ik me op

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, on-my-own-story



This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.