Er is geen gewicht voor de rijkdom

En de Chaldeeërs
Braken de koperen pilaren af
Die in het huis
Van de Eeuwige waren
De was bassins
En de koperen zee
Die in het huis
Van de Eeuwige waren
En ze voerden hun koper
Weg naar Babylon
Ze namen de potten
En de schoppen
En de muziekinstrumenten
En de lepels
En alle koperen vaten
Waarmee zij dienden
En de hoofdbeul
Nam de wierookvaten
En de schalen
Zowel van goud
Als van zilver
De twee pilaren
De ene zee
En de bassins
Die Solomon had gemaakt
Voor het huis
Van de Eeuwige
Er bestaat geen gewicht
Voor het koper
Van al deze vaten
Van de Eeuwige
De hoogte van één pilaar
Was achttien ellen
En er was een kapiteel
Van koper erop
De hoogte
Van het kapiteel
Was drie ellen
Met een net
En granaatappels
Op het kapiteel rondom
Alles van koper
En de tweede pilaar
Had hetzelfde net
En de hoofdbeul
Nam Serajah
De hoofdpriester
En Tzefaniah
De priester van tweede rang
En de drie bewakers
Van de voorwerpen gevangen
En uit de stad
Nam hij één hoveling
Die was aangewezen
Over de mannen
Van oorlog
En vijf mannen
Van zij die het gezicht
Van de koning zagen
Die in de stad
Werden gevonden
En de schrijver
Van de generaal
Van het leger
Die de mensen
Van het land opriep
En zestig mannen
Van het volk van het land
Die in de stad
Werden gevonden
En Nebuzaradan
De hoofdbeul
Nam hen mee
En bracht ze
Naar de koning
Van Babylonië
Naar Riblah
En de koning van Babylonië
Sloeg hen neer
En doodde hen
In Riblah
In het land van Chamat
En Judah
Ging in ballingschap
Van zijn land
En wat betreft
De mensen die overbleven
In het land van Judah
Die Nebuchadnetzar
Koning van Babylonië
Had achtergelaten
Over hen wees hij
Gedaliah aan
De zoon van Achikam
De zoon van Shafan
(eigen vertaling)

Dat er ‘geen gewicht’ bestond
Voor de voorwerpen
Die werden buitgemaakt
Uit de Tempel
Laat zien hoe groot de rijkdom was
Van het huis van God
Waar Zijn nabijheid
Ook in de schoonheid
Van de voorwerpen
En de waarde ervan
Werd uitgedrukt
Het afbreken van de pilaren
Schrijnende symboliek
Voor de Eeuwige
Die niet langer aanwezig is
Omdat het volk Hem ontrouw
Was geweest
Nu zijn ze verbannen
En is er van Judah, Jeruzalem
En de Tempel
Niets meer over

Van de buurman
Krijg ik olijfboompje
Heel verhaal
De grote houdt hij zelf
Maar hij is geen plantenman
Kan er niet voor zorgen
Ze gaan dood
En voor die kleine
Houdt hij zijn hart vast
Als de plant
Over het balkon is getild
Zie ik dat ie er best goed
Aan toe is
Nieuwe takken
Bloemen
Die redt het wel
Draagt misschien later
Zelfs vrucht
Dus waarom?
Was het een zoenoffer?
Vredestakje voor zijn vriend
In mijn bed
Van wie hij de sleutel terugeiste?
Duizend vragen
Maar die olijfboom
Gaat straks
In een mediterrane pot
Dito grond erbij
Want die is van mij

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, olijftakje-story


This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.