Van Jeruzalem naar Babylonië

In zijn dagen
Trok Nebuchadnetzar op
En Jehojakim
Was drie jaar lang
Zijn vazal
Daarna keerde hij zich
Tegen hem
En rebelleerde
En de Eeuwige zette
Benden tegen hem op
Van Chaldeeën
En benden van Arameeën
En benden van Maobieten
En benden van de kinderen
Van Ammon
En Hij zette hen op
Tegen Judah
Om het te vernietigen
Volgens het woord
Van de Eeuwige
Die Hij had gesproken
Via Zijn dienaren
De profeten
Inderdaad
Het was op het bevel
Van de Eeuwige
Tegen Judah
Om hen
Voor Zijn aangezicht
Te verwijderen
Vanwege de zonden
Van Menashe
Overeenkomstig alles
Dat hij had gedaan
En ook vanwege
Het onschuldige bloed
Dat hij had vergoten
En hij vulde Jeruzalem
Met onschuldig bloed
En de Eeuwige wilde
Niet vergeven
En de rest
Van de gebeurtenissen
Van Jehojakim
En alles wat hij deed
Staat geschreven
In het boek
Van de kronieken
Van de koningen
Van Judah
En Jehojakim sliep
Met zijn voorvaderen
En Jehojachin
Zijn zoon
Regeerde in zijn plaats
En de koning van Egypte
Ging niet langer
Zijn land uit
Omdat de koning
Van Babylonië
Alles had ingenomen
Van de rivier van Egypte
Tot aan de Eufraat rivier
Alles dat toebehoorde
Aan de koning van Egypte
Jehojachin was
Achttien jaar oud
Toen hij koning werd
En hij regeerde
Drie maanden
In Jeruzalem
En de naam
Van zijn moeder
Was Nechoeshta
De dochter van Elnathan
Uit Jeruzalem
En hij deed
Wat kwaad was
In de ogen
Van de Eeuwige
Zoals alles
Dat zijn vader
Had gedaan
In die tijd trokken
De dienaren
Van Nebuchadnetzar
Tegen Jeruzalem op
En de stad werd
Belegerd
En Nebuchadnetzar
De koning van Babylonië
Kwam naar de stad
En zijn dienaren
Belegerden het
En Jehojachin
De koning
Van Judah
Kwam naar buiten
Naar de koning
Van Babylonië
Hij en zijn moeder
En zijn dienaren
En zijn officieren
En zijn machtige krijgers
En de koning
Van Babylonië
Pakte hem
In het achtste jaar
Van zijn regering
En hij verwijderde daar
Alle schatten
Van het huis
Van de Eeuwige
En de schatten
Van het paleis
Van de koning
En hij nam
Alle gouden versieringen
Die koning Solomon
Van Jisraël
In de Tempel
Van de Eeuwige
Had aangebracht
Zoals de Eeuwige
Had gesproken
En hij voerde
Heel Jeruzalem weg
En alle officieren
En al de machtige krijgers
In ballingschap
Tienduizend ballingen
En alle ambachtslieden
En de wachters
Van de poorten
Niemand bleef achter
Behalve de armsten
Van het volk
Van het land
En hij voerde Jehojachin
Naar Babylon
En de moeder
Van de koning
En de vrouwen
Van de koning
En zijn officieren
En de vooraanstaande burgers
Van het land
Leidde hij in ballingschap
Van Jeruzalem
Naar Babylon
En alle soldaten
Zevenduizend
En de ambachtslieden
En de wachters
Van de poorten
Duizend
Allen machtige krijgers
En de koning van Babylonië
Bracht hen in ballingschap
Naar Babylon
En de koning van Babylonië
Kroonde Mattaniah
Zijn oom
In zijn plaats
En veranderde zijn naam
In Tzedekiah
(Moge God rechtvaardigen)
Tzedekiah was
Twintig jaar oud
Toen hij koning werd
En hij regeerde
Voor elf jaar
In Jeruzalem
De naam van zijn moeder
Was Chamoetal
De dochter
Van Jeremiah
Uit Libnah
En hij deed
Wat kwaad was
In de ogen
Van de Eeuwige
Zoals alles
Dat Jehojakim
Had gedaan
Omdat de toorn
Van de Eeuwige
Tegen Jeruzalem
En tegen Judah was
Totdat Hij hen
Had weggeworpen
Van voor Zijn aangezicht
Rebelleerde Tzedekiah
Tegen de koning
Van Babylonië
_{(eigen vertaling)}

Hoewel dit niet
Als hét moment
Van de joodse diaspora
Wordt gezien
Was dit wel voor het eerst
In de bijbel dat
De elite en heel het volk
Uit Jeruzalem
In ballingschap gaat
Zeg maar het voorwerk
Toen de kinderen
Van Jisraël werkelijk
‘Verstrooid’ werden
Over de hele wereld
70 Jaar na de gewone jaartelling
Toen de Tweede Tempel
In Jeruzalem
Door de Romeinen
Werd vernietigd

Veel te veel gezopen
En me flink misdragen
Hem gebeten
Zo hard
Dat hij het niet leuk
Meer vond
Onze eerste bonje
Een feit
Nu voelt hij zich
Niet lekker
Behalve brak
Door mij
Ook grieperig
Ben ik kibbesoepie
Aan het maken
Om het beetje
Goed te maken
En hobbelen
We verder

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, jiddische- penicilline-met-tanden-story