Na hem was er niemand zoals hij

En koning Josiah
Schafte de paarden af
Die de koningen van Judah
Aan de zon
Hadden gewijd
Vanaf de ingang
Van het huis van de Eeuwige
Tot de kamer
Van Nethan Melech
De hoveling
Die in de buitenwijk was
En verbrandde de zonnewagens
Met vuur
En de altaren
Die op het dak waren
Het dak
Van de bovenkamer
Van Achaz
Die de koningen
Van Judah
Hadden gemaakt
En de altaren
Die Menashe
Had gemaakt
In de twee voorhoven
In het huis
Van de Eeuwige
Brak de koning af
En hij verwijderde ze
Haastig van daar
En gooide hun stof
In de vallei van Kidron
En de hoge plaatsen
Die voor Jeruzalem lagen
Aan de rechterkant
Van de Berg van de Vernietiger
(Olijfberg)
Die Solomon
Koning van Jisraël
Had gebouwd
Voor Ashtoreth
De gruwel
Van de Sidoniërs
En voor Chemosh
De gruwel van Moab
En voor Milkom
De gruwel
Van de kinderen
Van Amon
Ontwijdde de koning
En hij brak
De gedenkstenen af
En hakte
De asherah-beelden om
En vulde hun plaats
Met menselijke beenderen
En ook het altaar
Dat in Bethel was
De hoge plaats
Die Jeroboam
De zoon van Nebat
Had opgericht
Waarmee hij Jisraël
Had laten zondigen
Ook dat altaar
En de hoge plaats
Brak hij af
En verbrandde
De hoge plaats
Hij verpulverde het
En verbrandde de asherah
En Josiah keerde zich om
En zag de graven
Die daar
Op de berg waren
En hij stuurde mensen
En nam de beenderen
Uit de graven
En verbrandde ze
Op het altaar
En ontwijdde het
Volgens het woord
Van de Eeuwige
Die de man van God
Had geroepen
Die deze woorden
Had uitgeroepen
En hij zei:
Wat is dit teken
Dat ik zie?
En de mensen
Van de stad zeiden
Tegen hem:
Het graf van
De man van God
Die uit Judah kwam
En die de zaken uitriep
Die u met het altaar
Van Bethel
Heeft gedaan
En hij zei:
Laat hem met rust
Laat niemand
Zijn beenderen verplaatsen
En ze spaarden zijn beenderen
Met de beenderen
Van de profeet
Die uit Samaria kwam
En ook de tempels
Van de hoge plaatsen
Die in de steden
Van Samaria waren
Die de koningen
Van Jisraël
Hadden gemaakt
Om de Eeuwige
Te tergen
Verwijderde Josiah
En hij deed ermee
Zoals alle daden
Die hij had gedaan
In Bethel
En hij slachtte
Alle priesters
Van de hoge plaatsen
Die daar waren
En hij verbrandde
De menselijke beenderen erop
En hij keerde terug
Naar Jeruzalem
En de koning gebood
Al het volk:
Maak een Pesach-offer
Voor de Eeuwige
Je God
Zoals geschreven staat
Op de boekrol
Van het verbond
Want zo’n Pesach-offer
Werd niet meer gebracht
Sinds de dagen
Van de rechters
Die over Jisraël oordeelden
En alle dagen
Van de koningen
Van Jisraël
En de koningen van Judah
Maar in het
Achttiende jaar
Van koning Josiah
Werd dit Pesach-offer
Gebracht voor de Eeuwige
In Jeruzalem
En ook de waarzeggers
En de wiggelroede lopers
En de terafim
En de afgodsbeelden
En al de gruwelen
Die gezien werden
In het land van Judah
En in Jeruzalem
Schafte Joshiah af
Om de woorden
Van de Torah
Te vervullen
Die geschreven stonden
In de boekrol
Die Chilkiah de priester
Had gevonden
In het huis van de Eeuwige
Nu was er voor hem
Geen koning zoals hij
Die met heel zijn hart
En heel zijn ziel
En al zijn bezit
Naar de Eeuwige terugkeerde
In overeenstemming
Met de gehele Torah
Van Moshé
En na hem
Stond niemand op
Zoals hij
(eigen vertaling)

Koning Josiah neemt
Geen halve maatregelen
Met het verbannen
Van afgoderij
Mooi dat door het offeren
Van het Pesach-lam
Het volk opnieuw
Uit ‘slavernij’ gehaald wordt
En terugkeert naar het verbond
Dat Moshé sloot
Met de Eeuwige
En de kinderen van Jisraël

Er valt weinig te melden
Als je niet over de liefde
Wilt praten
Dan maar over de bloemetjes
En zo
Het begint lente te worden
Ik neem me voor
Om me goed te herinneren
Hoe ik daar van hou
Al het frisse groen
Dat langzaam weer
In mijn ogen komt
Goed onthouden
Voor de barre dagen
Zoals afgelopen winter
Toen mijn ogen snakten
Naar licht en kleur

Chag Purim Sameach
Shabbat shalom


Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, let-me-tell-you-etc-story



This entry was posted in @home, @Work and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.