Hij las in hun oor

En de koning riep hen bijeen
En zij vergaderden voor hem
Alle oudsten van Judah
En Jeruzalem
En de koning ging op
Naar het huis
Van de Eeuwige
En alle mensen van Judah
En alle inwoners
Van Jeruzalem
Waren bij hem
En de priesters
En de profeten
En al het volk
Van klein naar groot
En hij las in hun oor
Alle woorden
Van de boekrol
Van het verbond
Die was gevonden
In het huis
Van de Eeuwige
En de koning stond
Op zijn plaats
En sloot het verbond
Voor het aangezicht
Van de Eeuwige
Om de Eeuwige
Te volgen
En om zich aan
Zijn geboden te houden
En aan Zijn getuigenissen
En Zijn verordeningen
Met heel hun hart
En ziel
Om deze woorden
Van dit verbond
Te vervullen
Die in deze boekrol
Geschreven staan
En alle mensen
Waren standvastig
In hun aanvaarding
Van het verbond
En de koning gebood
Chilkiah de hoge priester
En de priesters
Die tweede in rang waren
En aan de poortwachters
Om uit de tempel
Van de Eeuwige
Alle voorwerpen
Die gemaakt waren
Voor de Ba’al
En voor de asherah
En voor het hele leger
Van de hemel
Te halen
En hij verbrandde ze
Buiten Jeruzalem
In de vlakten van Kidron
En hij droeg de as
Naar Beth El
En hij stelde
De heidense priesters
Buiten werking
Die de koningen
Van Judah
Hadden aangesteld
En die wierook hadden gebrand
Op de hoge plaatsen
In de steden van Judah
En in de omgeving
Van Jeruzalem
En zij die wierook
Hadden gebrand
Voor de Ba’al
Voor de zon
Voor de maan
En voor de sterren
En voor het leger
Van de hemel
En hij nam de asherah
Uit het huis
Van de Eeuwige
Naar buiten Jeruzalem
Naar de Kidron vallei
En hij verpulverde het beeld
Tot stof
En hij gooide het stof
Op de graven
Van familieleden
Van het volk
En hij brak de huizen af
Gewijd aan heidense aanbidding
Die in het huis
Van de Eeuwige waren
Waar de vrouwen
Gordijnen weefden
Voor de asherah
En hij bracht
Alle priesters
Uit de steden
Van Judah
En hij verontreinigde
De hoge plaatsen
Waar priesters
Wierook hadden gebrand
Van Geba
Tot zover als
Aan Be’ersheva
En hij vernietigde
De hoge plaatsen
Vlakbij de poorten
Die bij de ingang was
Van de poort
Van Joshua
De burgemeester
Van de stad
Die aan de linkerkant is
In de poort van de stad
Maar de priesters
Van de hoge plaatsen
Gingen niet meer op
Naar het altaar
Van de Eeuwige
In Jeruzalem
Wel aten zij
Ongezuurde broden
Tussen hun broeders
En hij verontreinigde
De Tofeth*
Die in de vallei
Van Ben Chinom was
Zodat geen man
Zijn zoon of dochter
Door het vuur
Zou laten gaan
Voor de Molech*
(eigen vertaling)

Een Tofeth was de plaats
Waar verschrikkelijke
Rituelen plaats vonden
En kinderen geofferd werden
In het vuur
Aan de afgod Molech
Dit is in het jodendom
Ook in die tijd al
Ten strengste verboden
Het woord topheth
Komt van het Hebreeuwse woord toph
Dat trommel betekent
Priesters sloegen
Als razenden
Op trommels
Zodat de vader
De schreeuw van zijn kind
Niet zou horen
Als zijn dochter of zoon
Levend
In het vuur geofferd werd
Aan Molech

Nu die leuke
Ik wil zeggen hufter
Maar ik kan het ook bij
Leuke houden
Nu hij weer in het land is
Heeft hij me natuurlijk
Sleutel ontfutseld
En verblijft nu eens hier
Dan weer daar
Ook in mijn bed
Totdat ik weer
Rust nodig heb
Ben ook de jongste niet meer
En helaas niet gezond
Dan gaat hij weer
Paar dagen de hort op
Lekker rustig voor mij
Vanmiddag belde hij aan
Ja, zegt hij
Ik weet niet
Wat je aan het doen bent
Dus ik denk, ik bel even aan
Als ie weer vertrokken is
Wervelwind aan verhalen
Achter zich aan wapperend
Denk ik
Wat dacht die hufter
Dat ik aan het doen was?

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, such-is-my-life-story



This entry was posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.