Doordrenkt van verlangen

En toen koning Chizkiah
Dat hoorde
Scheurde hij zijn kleding
Bedekte zich
Met een rouwkleed
En ging naar het huis
Van de Eeuwige
En hij stuurde Eliakim
Die over het paleis
Was aangesteld
En Shebna de schrijver
En de oudsten
Van de priesters
Bedekt met rouwkleden
Naar Ishaiah de profeet
De zoon van Amoz
En ze zeiden tegen hem:
Zo heeft Chizkiah gezegd:
Deze dag
Is een dag van ellende
Terechtwijzing
En godslastering
Want de kinderen
Zijn zo ver gekomen
Tot aan de geboortestoel
Maar er is geen kracht
Om te baren
Misschien dat de Eeuwige
Uw God
De woorden van Rabshakeh
Wil wegen
Die de koning van Assyrië
Zijn meester stuurde
Om de levende God
Te lasteren
En hij bracht bewijs
Van de woorden
Die de Eeuwige
Uw God hoorde
En u zult een gebed offeren
Voor het overblijfsel
Dat is gevonden
En de dienaren
Van koning Chizkiah
Kwamen naar Ishaiah
En Ishaiah zei tegen hen:
Zo zul je tegen je meester zeggen:
Zo heeft de Eeuwige gezegd:
Vrees de woorden
Die je gehoord hebt niet
Waarmee de dienaren
Van de koning van Assyrië
Mij hebben gelasterd
Zie, Ik zal hem doordrenken
Met een verlangen
En hij zal een gerucht horen
En terugkeren
Naar zijn land
En Ik zal er voor zorgen
Dat hij zal vallen
Door het zwaard
In zijn land
En Rabshakeh keerde terug
En zag de koning van Assyrië
Oorlogvoeren tegen Libnah
Want hij hoorde
Dat hij Lachish had verlaten
En hij hoorde een gerucht
Over Thirhakah
De koning van Cush
Dat zei:
Hij is erop uit getrokken
Om oorlog tegen je te voeren
En hij stuurde opnieuw
Afgevaardigden naar Chizkiah
Die zeiden:
Zo zul je spreken tegen Chizkiah
De koning van Judah:
Laat je God
Op Wie jij vertrouwt
Je niet misleiden
Door te zeggen:
Jeruzalem zal niet
In de hand
Van de koning van Assyrië
Gegeven worden
Zie, je hebt gehoord
Wat de koningen van Assyrië
Alle landen
Hebben aangedaan
Om ze te vernietigen
Zul jij nu gered worden?
Hebben de goden
Van de landen
Die mijn voorvaderen vernietigden
Gozan, Charan, Retzepeh
En de kinderen van Eden
Die in Telassar zijn
Hen gered?
Waar is de koning
Van Chamath
En de koning van Arpad
En de koning
Van de stad van Sefarvaïm?
Hij heeft hen weggevoerd
En vervormd!
(eigen vertaling)

Dreigende taal
Die de koning van Assyrië
De kinderen van Judah stuurt
Maar zij kunnen vertrouwen
Op de Eeuwige

Het is nog een heel gedoe
Om het ganzenei
Van hij die rijdt
Uit te broeden
Hij heeft een incubator
Op de kop getikt
Twee
De eerste kreeg bij contact
Met water
Dat erin moest
Kortsluiting
De vonken vlogen eraf
Toen is hij een andere
Gaan halen ergens in Heiloo
Gevonden op Marktplaats
Die geeft helaas
Te lage temperatuur
Nog niet gehoord
Hoe hij dat gaat oplossen
Ondertussen heb ik gezocht
Hoe dat eigenlijk moet
Een ei uitbroeden
Pas na 6 maart
Kunnen we met een sterke lamp
(zaklamp van de telefoon)
Kijken of het ei bevrucht is
Ik heb alle praktische bezwaren
Al lang honderd keer verteld
Maar begin nu toch
Benieuwd te raken
Zeg maar te verlangen
Naar zo’n klein kuikentje
Ze zeggen
Dat de eerste die hij ziet
Die zal hij als moeder
Beschouwen
Moge dat hij die rijdt zijn
En niet ik
Want oi va voi
Hoe ga ik boodschappen doen
Met zo’n gakkende gans
Achter me aan?

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, kom-uit-dat-ei-story


This entry was posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.