En Eliakim
De zoon van Chilkiah
En Shebnah
En Joach zei tegen Rabshakeh:
Alstublieft
Spreek tegen uw dienaren
In het Aramees
Want wij verstaan het
Spreek niet met ons
In het Judees binnen het gehoor
Van de mensen
Die op de muur zijn
En Rabshakeh zei tegen hen:
Heeft mijn meester
Mij gestuurd
Om deze woorden
Tegen jouw meester
Te spreken
En tegen jou?
Is het niet
Dat de mannen
Die op de muur zitten
Om hun uitwerpselen
Te eten
En hun urine
Te drinken
Met jou?
En Rabshakeh stond op
En riep met luide stem
In het Judees
En zei:
Luister naar het woord
Van de grote koning
De koning van Assyrië!
Zo heeft de koning gezegd:
Laat Chizkiah
Je niet bedriegen
Want hij zal niet in staat zijn
Om je uit zijn hand
Te redden
En laat Chizkiah
Je niet op de Eeuwige
Laten vertrouwen
Door te zeggen:
De Eeuwige zal ons redden
En deze stad
Zal niet in de handen
Van de koning van Assyrië
Vallen
Luister niet naar Chizkiah
Want zo heeft de koning
Van Assyrië gezegd:
Sluit vrede met mij
En kom naar mij toe
En iedere man
Zal van zijn wijnstok eten
En van zijn vijgenboom
En elke man zal drinken
Van zijn waterput
Totdat ik kom
En jullie naar een land neem
Zoals jullie land
Een land van graan en wijn
(Afrika)
Een land van brood
En wijngaarden
Een land van olijven vol olie
En honing
En je zult leven
En niet sterven
En luister niet naar Chizkiah
Want hij zal je misleiden
En zeggen:
De Eeuwige zal ons redden
Hebben de goden
Van de volken
Ieder zijn land gered
Uit de hand
Van de koning van Assyrië?
Waar zijn de goden
Van Chamat en Arpad
Waar zijn de goden
Van Sefarvaim?
Hij heeft hun verbannen
En uitgeknepen
Nu, hebben ze Samaria
Uit mijn hand gered?
Wie zijn zij
Onder alle goden
Van de landen
Die hun land redden
Uit mijn hand
Dat de Eeuwige
Jeruzalem uit mijn hand
Zal kunnen redden?
En de mensen bleven stil
En antwoordden hem niet
Zelfs niet één woord
Want het was het bevel
Van de koning
Dat zei:
Antwoord hem niet
En Eliakim
De zoon van Chilkiah
Die over het paleis
Was aangesteld
En Shebna de schrijver
En Joach
De zoon van Asaf
De kroniekschrijver
Kwam bij Chizkiah
Met gescheurde kleding
(omdat ze godslasteringen
hadden gehoord
tegen de Naam van God)
En ze vertelden hem
De woorden van Rabsakeh
(eigen vertaling)
De mensen
Van het belegerde Jeruzalem
Worden hier behoorlijk
Geprovoceerd
Door de koning van Assyrië
Toch blijven ze hun koning trouw
Ze zeggen geen woord
Ze blijven vertrouwen hebben
In de Eeuwige, hun God
Vandaag zijn
In het land van mijn hart
Shiri, Kfir en Ariel Bibas
Begraven
Overal mensen
Langs de wegen
Op de bruggen
Als steunbetuiging
Om hen eindelijk
Thuis te brengen
Naar hun graf
En mijn hart huilt
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Shoske Engelmayer
