Hij keerde zich niet af

In het vijftigste jaar
Van Azaria
De koning van Judah
Regeerde Pekachiah
De zoon van Menachem
Over Jisraël
In Samaria
Voor twee jaar
En hij deed
Wat kwaad was
In de ogen
Van de Eeuwige
Hij keerde zich niet af
Van de zonden
Van Jeroboam
De zoon van Nebat
Waardoor hij
De Jisraëlieten
Liet zondigen
En Pekach
De zoon van Remaliah
Zijn officier
(machtig krijger)
Kwam tegen hem
In opstand
En hij sloeg hem neer
In Samaria
In de binnenkamer
Van het paleis
Van de koning
Dichtbij het paleis
En dichtbij de leeuw
En met hem waren
Vijftig mannen
Van de Gileadieten
En hij doodde hen
En regeerde in zijn plaats
En de rest
Van de gebeurtenissen
Van Pekachiah
En alles dat hij deed
Staat geschreven
In het boek
Van de kronieken
Van de koningen
Van Jisraël
In het tweeënvijftigste jaar
Van Azariah
De koning van Judah
Regeerde Pekach
De zoon van Remaliah
Over Jisraël
In Samaria
Twintig jaar
En hij deed wat kwaad was
In de ogen
Van de Eeuwige
Hij keerde zich niet af
Van de zonden
Van Jeroboam
De zoon van Nebat
Waardoor hij
Jisraël die had
Laten begaan
In de dagen van Pekach
De koning van Jisraël
Kwam Tiglatpileser
De koning van Assyrië
En nam Ion
Abel Beth Ma’achah
Janoah
Kedesh
Chazor
Gilead
En Galil
Het volledige land
Van Naftali
En hij verbande hen
Naar Assyrië
En Hoshea
De zoon van Elah
Kwam in opstand
Tegen Pekach
De zoon van Remaliah
En hij sloeg hem neer
En doodde hem
En regeerde in zijn plaats
In het twintigste jaar
Van Jotham
De zoon van Uziah
En de rest
Van de gebeurtenissen
Van Pekach
En alles wat hij deed
Staat geschreven
In het boek
Van de kronieken
Van de koningen
Van Jisraël
In het tweede jaar
Van Pekach
De zoon van Remaliah
De koning van Jisraël
Werd Jotham koning
De zoon van Uzziah
De koning van Judah
Hij was vijfentwintig jaar oud
Toen hij koning werd
En hij regeerde
Zestig jaar
In Jeruzalem
En de naam
Van zijn moeder was Jerusha
De dochter van Tzadok
En hij deed wat recht was
In de ogen
Van de Eeuwige
Zoals alles wat zijn vader
Uzziah deed
Zo deed hij
Maar de hoge plaatsen
Werden niet verwijderd
De mensen bleven
Offers slachten
En wierook branden
Op de hoge plaatsen
Hij bouwde de bovenste poort
Van het huis
Van de Eeuwige
En de rest
Van de gebeurtenissen
Van Jotham
En alles wat hij deed
Staat geschreven
In het boek
Van de kronieken
Van de koningen
Van Judah
In die dagen
Begon de Eeuwige
Retzin
De koning van Aram
En Pekach
De zoon van Remaliah
Op te hitsen
Tegen Judah
En Jotham sliep
Met zijn voorvaderen
En hij werd begraven
Met zijn voorvaderen
In de stad van David
Zijn vader
En Achaz
Zijn zoon
Regeerde in zijn plaats
(eigen vertaling)

Het zijn roerige tijden
In het Jisraël van toen
Waar opstanden uitbraken
En er zelfs sprake
Van ballingschap is
Dit gedeelte van de Tenach
Laat de politieke spanningen
En de historische context zien
Maar het gaat ook over
De voortdurende frictie
Tussen trouw blijven
Aan de Eeuwige
En de verleiding
(assimilatie wellicht)
Van afgoderij

De buurman
Die vorige week nog dreigde
Met hel en verdoemenis
Tegen de mensen
Die naast ons
Asbest aan het verwijderen zijn
Ongehoord vroeg
Voor acht uur
Heeft vandaag
Een betere oplossing
Oordoppen
Oh shit
Dan krijg ik hem
Zeker niet wakker
In geval van nood
Ik ga een tuinslang kopen
App ik hem
Voor als je wakker MOET worden
En spuit recht
Je slaapkamer in
Doe maar niet, appt hij terug
Denk niet dat ik vriendelijk ben
Kan ik wel hebben, zeg ik stoer
Als ik je leven red
Want later ga je natuurlijk lief doen
Dat is waar, zegt hij opgeruimd
En onze dag is weer goed

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, safety-first-story



This entry was posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.