Ga en zie

Nu zei de een tegen de ander
(de vier melaatsen):
We doen niet goed
Deze dag
Is een dag van goed nieuws
Toch houden we ons stil
Als we wachten
Totdat de ochtend aanbreekt
Zijn we schuldig
Laten we nu gaan
En dit in het paleis
Van de koning vertellen
En ze gingen en riepen
De poortwachters van de stad
En zeiden tegen hen:
We kwamen bij het Aramese kamp
En zie, er was geen man daar
Noch het geluid van een mens
Maar de paarden zijn vastgebonden
En de ezels zijn vastgebonden
En tenten zijn zoals ze waren
En hij riep de poortwachters
En zij vertelden het
Binnen in het paleis
Van de koning
En de koning stond ’s nachts op
En zei tegen zijn bedienden:
Nu zal ik je vertellen
Wat de Arameeërs
Ons hebben aangedaan
Ze weten dat we uitgehongerd zijn
Dus verlieten ze het kamp
Verborgen in het veld
En zeiden:
Als ze uit de stad komen
Zullen we hen levend grijpen
En de stad binnen gaan
Nu riep een van zijn dienaren
En zei:
Laat hen nu vijf
Van de achtergebleven
Paarden nemen
Zie, zij zijn als heel de menigte
Van Jisraël
Die daar is achtergebleven
(hongerig)
Zie, zij zijn als heel de menigte
Van Jisraël
Die is omgekomen
(als de melaatsen omkomen)
Laten we hen sturen
En we zullen zien
Dus stuurden ze
Twee ruiters van paarden
En de koning stuurde hen
Naar het Aramese kamp
En zei:
Ga en zie
En ze volgden hen
Tot aan de Jordaan
En zie
De hele weg was bezaaid
Met kledingstukken
En vaten
Die de Arameeërs
In hun haast
Hadden achtergelaten
En de boodschappers kwamen terug
En vertelden het aan de koning
En het volk kwam naar buiten
En plunderde het Aramese kamp
En een sea van fijne bloem
Werd voor een shekel verkocht
En twee sea’s gerst
Werden voor een shekel verkocht
Volgens het woord
Van de Eeuwige
Nu stelde de koning
Een officier aan
Over de poort
Op wiens hand hij leunde
En het volk vertrapte hem
En hij stierf
Zoals de man van God
Had gesproken
Toen de koning
Naar hem toe was gekomen
En het gebeurde
Toen de man van God
Met de koning had gesproken
Toen hij zei:
Twee sea’s gerst
Zullen voor een shekel
Verkocht worden
En een sea fijne bloem
Zal morgen om deze tijd
Verkocht worden
In de poort van Samaria
Dat de officier
De man van God antwoordde
En zei:
Als God vensters maakt
In de hemel zeker
Zal dit gebeuren?
En hij zei:
Zie, je zult het
Met je eigen ogen zien
Toch zal je er niet van eten
En zo gebeurde het met hem
Dat het volk hem vertrapte
In de poort
En hij stierf
(eigen vertaling)

Ja, met God valt niet te spotten
Zeker geen grapjes over
Vensters in de hemel maken

Ik heb het weer goed gemaakt
Met mijn wietvriendin
Het is lastig
Maar ook zij is wie ze is
Op deze vroege ochtend echter
Ontluikt een pittige bonje
Met de buurman
In de schoot geworpen
Hij had mijn online
Boodschappenlijstje gevonden
Ik krijg een app met:
Goedemorgen lieve
Schijnheilige buuf
Jammer dat je lief
In mijn gezicht doet
Maar andere verhalen
Aan je volgers vertelt
Aha, nu word ik nog op
Het matje geroepen ook!
Dat je zelf niet aanvoelde
Dat het te veel werd, app ik terug
Sorry dat ik jou nooit wat heb gegeven,
Smaalt hij
Dat is niet waar hoor, app ik terug
Daar heb ik ook over geschreven
Dat leuke glazen theepotje bijvoorbeeld
Dan komen de verwijten
Hij zegt:
Ik vraag om een beetje suiker
Jij komt met een pak suiker
Als ik om mayo vraag
Had je ook een beetje
Op een schoteltje kunnen doen
Maar jij komt met een pot mayo
Ah, nu is het nog mijn schuld ook
Als ik iets geef, zegt hij
Dan geef ik met mijn hart
Niet met mijn bankrekening
Kan zijn, vertel ik ongeveer
Alsof ik met mijn bevallige tochus geef
Maar ik kan het niet langer betalen
Nou ja, we zijn elkaar
Uiteindelijk dierbaar
En hobbelen weer verder

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, kruideniers-nieuws-story






This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.