Als er vensters in de hemel zijn

En Elisha zei:
Luister naar het woord
Van de Eeuwige
Zo heeft de Eeuwige gezegd:
Morgen om deze tijd
Zal een sea (inhoudsmaat)
Fijne bloem
Voor een shekel
Verkocht worden
En twee sea’s gerst
Zullen voor een shekel
Verkocht worden
In de poort van Samaria
En de officier van de koning
Op wiens hand hij leunde
Antwoordde de man van God
En zei:
Als de Eeuwige vensters
In de hemel maakt zeker
Zal dit gebeuren?
En hij zei:
Zie, je zult het
Met je eigen ogen zien
Maar jij zal er niet van eten
Nu waren er vier mannen*
Getroffen door tza’arath
(melaatsheid)
Bij de ingang van de poort
En ze zeiden tegen elkaar:
Waarom zitten we hier
Totdat we sterven?
Als we zeggen
Dat we de stad in zullen gaan
Met de hongersnood
In de stad
Zullen we daar sterven
En als we hier blijven
Zullen we sterven
Dus laten we nu gaan
En laten we overlopen
Naar het Aramese kamp
Als zij ons sparen
Zullen we leven
En als ze ons vermoorden
Zullen we sterven
En ze stonden op
In de avond
Om naar het kamp
Van de Arameeërs
Te gaan
En ze kwamen tot de rand
Van het Aramese kamp
En zie, er was daar niemand
Nu had de Eeuwige
Het geluid laten horen van strijdwagens
En het geluid van paarden
Het geluid van een groot leger
En ze zeiden tegen elkaar:
Zie, de koning van Jisraël
Heeft de koningen van de Hethieten
En de koningen van de Egyptenaren
Tegen ons ingehuurd
Om ons aan te vallen
En ze stonden op
En vluchtten in de schemering
Hun tenten
Hun paarden
En hun ezels achterlatend
Ze lieten het kamp achter
Zoals het was
En ze vluchtten voor hun leven
Nu kwamen de melaatsen
Bij de rand van het kamp
Gingen een tent binnen
Aten en dronken
En namen van daar
Zilver, goud en kleding
En ze gingen
En verborgen die
En ze kwamen terug
Gingen een andere tent binnen
En namen van daar
En ze gingen
En verborgen het

*Volgens de geschriften
Zijn de vier melaatsen
Gechazi de voormalige bediende van Elisha
En zijn zonen
Omdat ze de ziekte tza’arath hebben
Moeten ze volgens de wet
Buiten de gemeenschap leven
Er komt in elk geval een einde
Aan de belegering
En daarmee
Aan de hongersnood in de stad

Ik heb flink ruzie gemaakt
Met mijn wietvriendin
Zo erg
Dat ik haar geblokkeerd heb
Ook om mezelf te beschermen
Zij kan dingen zeggen
Waardoor de vlammen
Bij mij uitslaan
Razend word ik
Wat jammer

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, flaming-fury-story





This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.