Wie onthult mijn geheimen?

En de leerlingen van de profeten
Zeiden tegen Elisha:
Zie nu
De plaats waar wij voor je zitten
Is te klein voor ons
Laten we nu naar de Jordaan gaan
En laat elke man
Een balk nemen
En laten we daar voor ons
Een plaats maken
Om te zitten
En hij zei:
Ga
En één zei:
Kom alsjeblieft
Met uw dienaren mee
En hij zei:
Ik zal meegaan
En hij ging met hen mee
En ze kwamen bij de Jordaan
En hakten de bomen om
Eén haalde een stam neer
En het hakblad van de bijl
Viel in het water
En hij riep uit en zei:
Helaas meester
Hij is geleend!
En de man van God
Zei tegen hem:
Waar is hij gevallen?
En hij toonde hem de plek
En hij hakte een stuk hout af
En wierp het daar
En het bijlblad kwam boven drijven
En hij zei:
Pak het zelf
En hij strekte zijn hand uit
En nam het
En de koning van Aram
Voerde oorlog tegen Jisraël
En hij beraadslaagde
Met zijn dienaren
En zei:
Op een verborgen
Geheime plaats
Zal ik mij legeren
En de man van God
Stuurde bericht
Naar de koning van Jisraël
En zei:
Let op dat je deze plaats
Niet passeert
Want daar
Zijn de Arameeërs gelegerd
En de koning van Jisraël
Stuurde verkenners
Naar de betreffende plaats
Waar de Man van God
Hem over verteld had
En hem gewaarschuwd had
En hij nam daar
Voorzorgsmaatregelen
Niet één keer
Niet twee keer
(Vele keren,
zeggen de geschriften)
En de koning van Aram
Was zeer ontstemd
Over deze zaak
En hij riep zijn dienaren bijeen
En zei tegen hen:
Zul je me niet vertellen
Wie van ons
Onthult mijn geheimen
Aan de koning van Jisraël?
En een van zijn dienaren zei:
Nee, mijn meester, de koning
Maar Elisha, de profeet
Die in Jisraël is
Vertelt de koning van Jisraël
De woorden die u
In uw slaapkamer spreekt
En hij zei:
Ga en zie waar hij is
En ik zal mannen zenden
Om hem te halen
En er werd hem verteld:
Zie, hij is in Dothan
(eigen vertaling)

In dit gedeelte zijn twee zaken
Aan de hand
Er wordt een nieuw verblijf gezocht
En gemaakt
Voor de profeet Elisha
En zijn leerlingen
En de koning van Aram
Ligt op de loer

De buurman en hij die rijdt
Vrienden van
Maken zich zorgen
Over de tijdelijke huisgenoot
Heb je nog contact met hem?
Nee, zeg ik aarzelend
Ik wil daar niet
Met hen over spreken
Maar hij komt maandag terug
Ja?
Nou ja omdat hij het laatst
Bij jou…
Ik kap het gelijk af:
Ik ben geen daklozen opvang!
Die motherfuckers
Hebben allebei een huis
Waar hun vriend kan verblijven
Maar niet meer in dat van mij!

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, a-house-of-one’s-own






This entry was posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.