Is mijn hart niet meegegaan?

En hij keerde terug
Naar de man van God
Hij en zijn hele legerkamp
En hij kwam
En stond voor hem
En hij zei:
Zie, nu weet ik dat er geen God is
Op heel de aarde
Behalve in Jisraël
En aanvaard nu
Een geschenk van uw dienaar
En hij zei:
Zo waar als de Eeuwige leeft
Voor Wie ik stond
Ik zal het niet accepteren
En hij drong er op aan
Om het aan te nemen
Maar hij weigerde
En Na’aman zei:
Nu, als uw dienaar slechts
Een lading aarde zou krijgen
Zoals gedragen
Door een span muildieren
Want uw dienaar
Zal niet langer brandoffers maken
Of een offer aan andere goden
Maar aan de Eeuwige
Moge de Eeuwige
Uw dienaar vergeven
Voor deze zaak
Als mijn meester naar Beth Rimmon gaat
Om zichzelf daar neer te buigen
En hij leunt op mijn hand
En ik mezelf zou buigen
In Beth Rimmon
Wanneer ik
In Beth Rimmon neerbuig
Moge de Eeuwige
Uw dienaar
Deze zaak vergeven
En hij zei tegen hem:
Ga in vrede
En nam wat afstand van hem
En Gechazi
De dienaar van Elisha
De man van God
Dacht:
Hier heeft mijn meester
Na’aman, deze Arameeër
Laten gaan
Door niet van zijn hand
Aan te nemen wat hij bracht
Zo waar de Eeuwige leeft
Ik zal achter hem aan rennen
En iets van hem aannemen
En Gechazi achtervolgde Na’aman
En Na’aman zag hem
Achter zich aan rennen
En hij boog zich
Van de strijdwagen
Naar hem toe
En zei:
Is alles goed?
En hij zei:
Alles is goed
Mijn meester stuurde me
En zei:
Hier zijn zojuist
Twee jonge mannen
Bij me gekomen
Van de berg Efraïm
Van de discipelen van de profeten
Geef hen alsjeblieft
Een talent zilver
En twee stel kleding
En Na’aman zei:
Neem twee talenten
En hij drong er bij hem op aan
En hij bond twee talenten zilver
In twee zakken
En twee stel kleding
En hij gaf het twee van zijn bedienden
En zij droegen het voor hem uit
En hij kwam bij een geheime plaats
En hij nam het van hun handen aan
En hij legde het in het huis
En hij stuurde de mannen weg
En zij gingen
En hij kwam
En stond voor zijn meester
En Elisha zei tegen hem:
Waar kom je vandaan, Gechazi?
En hij zei:
Uw dienaar is niet hier
Noch daar heen gegaan
En hij zei tegen hem:
Is mijn hart niet meegegaan
Toen een man zich van zijn wagen
Naar u toe keerde?
Is het tijd om het zilver te nemen
En om kleding te kopen
Olijfbomen
En een wijngaard
Schapen en vee
En slaven en slavinnen?
Nu zal de melaatsheid van Na’aman
Aan je blijven kleven
En aan je kinderen
Voor altijd
En hij ging weg van hem
Getroffen door melaatsheid
Wit als sneeuw
(eigen vertaling)

Gechazi heeft hier zijn meester
Behoorlijk in de steek gelaten
Door heimelijk geschenken aan te nemen
Van de genezen Na’aman
Niet voor zijn meester
Die dat immers al geweigerd had
Maar voor zichzelf
En daar ook nog eens over liegt
Tsjak! daar is de straf van God
Wit als sneeuw
Hij en zijn nageslacht
Voor altijd lijdend aan melaatsheid

Vandaag voel ik kracht
En toch ook woede
Maar dat kan mij niet schelen
Als het me kracht geeft
Ik app de buurman
Dat ik dat gejank van mezelf
Spuugzat ben
Wanneer gaan we leuke dingen doen?
Helaas pindakaas voor mij
Voor die zogenaamd krachtige vrouw
Geen antwoord

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, lech-leshalom-story


This entry was posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.