Moge mijn ziel kostbaar zijn in uw ogen

En hij stuurde een officier
Over vijftig mannen
En zijn vijftig mannen
En hij trok op naar hem
En zie
Hij zat op een bergtop
En hij sprak met hem
En hij zei:
Oh, man van God
De koning heeft gesproken:
Kom naar beneden!
En Eliah antwoordde
En sprak met de officier
Van vijftig:
Nou, als ik een man van God ben
Laat er dan een vuur uit de hemel
Naar beneden komen
En jou verteren
En je vijftig mannen!
En een vuur kwam naar beneden
Van de hemel
En verteerde hem
En zijn vijftig mannen
En opnieuw stuurde hij
Naar hem
Een andere officier
Van vijftig mannen
En zijn vijftig mannen
En hij stond op en zei
Tegen hem:
Oh, man van God
Zo zei de koning:
Kom snel naar beneden!
En Eliah verhief zijn stem
En sprak tegen hem
En zei:
Als ik een man van God ben
Laat er dan vuur uit de hemel
Naar beneden komen
En jou verteren
En je vijftig mannen!
En een enorm vuur kwam
Uit de hemel
Naar beneden
En verteerde hem
En zijn vijftig mannen
En opnieuw stuurde hij
Een derde officier
Van vijftig mannen
En zijn vijftig mannen
En de derde officier
Van vijftig
Klom naar boven
En knielde op zijn knieën
Tegenover Eliah
En smeekte hem
En sprak met hem
En zei:
Oh, man van God
Moge mijn ziel
En de ziel van deze
Vijftig dienaren van u
Kostbaar zijn in uw ogen
Zie, een vuur kwam
Uit de hemel naar beneden
En verteerde de eerste twee officieren
Van vijftig
Moge mijn ziel nu
Kostbaar zijn in uw ogen
En de engel van de Eeuwige
Sprak tot Eliah en zei:
Ga met hem mee naar beneden
Vrees hem niet
En hij stond op
En ging naar beneden met hem
Naar de koning
En hij sprak met hem en zei:
Zo heeft de Eeuwige gezegd:
Aangezien je boodschappers stuurde
Om Ba’al Zebub
De god van Ekron
Te raadplegen
Was dat omdat er geen God was
In Jisraël
Om Zijn woord te raadplegen?
Daarom zul je niet meer van het bed
Waarnaar je omhoog bent gegaan
Afkomen
Want je zult sterven
En hij stierf
Volgens het woord van de Eeuwige
Dat Eliah had gesproken
En Jehoram regeerde in zijn plaats
In het tweede jaar van Jehoram
De zoon van Jehoshafat
De koning van Judah
Want hij had geen zoon
En de overige daden
Van Achaziah
Die hij deed
Zijn geschreven in het boek
Van kronieken
Van de koningen
Van Jisraël
_{(eigen vertaling)}

Het blijft een prachtige passage
Waarmee II Koningen begint
Je ziet het voor je
Eliah stoïcijns op zijn bergtop
En die opgefokte officieren
Maar roepen:
Hé! Kom naar beneden
Snel!
Mooi niet

Voorlopig kom ik ook
Niet van mijn rots af
Besluit ik deze ochtend
Mijn vlammende tong
Heeft zich weer vurig geroerd
Flink kattig geweest
Tegen mensen die ik lief vind

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, flaming-fury-story