En de honden zullen Jezebel eten

En toen Achav hoorde
Dat Navoth gestorven was
Stond Achav op
Om naar beneden
Naar de wijngaard te gaan
Van Navoth de Jezreëliet
Om het in bezit te nemen
En het woord van de Eeuwige kwam
Bij Eliah de Tishbiet:
Sta op en daal af naar Achav
De koning van Jisraël
Die in Samaria is
Zie!
Hij is in de wijngaard van Navoth
Waar hij naar toe is gegaan
Om het in bezit te nemen
En je zult met hem spreken
En hem zeggen:
Zo zei de Eeuwige:
Heb jij gemoord en ook geërfd?
En je zult met hem spreken en zeggen:
Dit zei de Eeuwige:
Op de plek waar de honden
Het bloed van Navoth hebben gelikt
Zullen de honden jouw bloed likken
Zelfs dat van jou!
En Achav zei tegen Eliah:
Heb je me gevonden
Mijn vijand?
En hij zei:
Ik heb je gevonden
Omdat jij jezelf verkocht hebt
Om te doen wat slecht is
In de ogen van de Eeuwige
Ik zal rampspoed over je brengen
En ik zal iedereen die na jou komt wegvagen
En ik zal van Achav
Elk mannelijk kind afsnijden
Zowel zij die onder dwang
Als zij die vrij zijn in Jisraël
En Ik zal je huis maken
Als het huis van Jeroboam
De zoon van Nebat
En het huis van Ba’asha
De zoon van Achiah
Om de woede waarmee je Mij
Razend hebt gemaakt
En waarmee je er voor zorgde
Dat Jisraël zondigde
En ook over Jezebel
Sprak de Eeuwige en zei:
De honden zullen Jezebel eten
In de vallei van Jezreël
De doden van Achav in de stad
Zullen door de honden gegeten worden
En de doden in het veld
Zullen de vogels van de hemel eten
En er was niemand zoals Achav
Die zichzelf verkocht had
Om slecht te doen
In de ogen van de Eeuwige
Waar Jezebel, zijn vrouw
Hem toe had aangezet
En hij ging gruwelijk genoeg
Achter de afgoden aan
Zoals al de Amorieten hadden gedaan
Die de Eeuwige had verdreven
Voor de kinderen van Jisraël uit
En het gebeurde
Toen Achav deze woorden hoorde
Dat hij zijn kleding scheurde
En een zak om zijn lijf bond
En hij legde zich neer in de zak
En liep langzaam
En het was het woord
Van de Eeuwige
Die tegen Eliah de Tishbiet zei:
Heb je gezien dat Achav
Zich onderwerpt aan Mij?
Omdat hij nederig was voor Mij
Zal Ik geen rampspoed brengen
In zijn dagen
In de dagen van zijn zoon
Zal Ik de rampspoed over zijn huis brengen
(eigen vertaling)

And an other one bites the dust

Wel een zielige God
Die moet pochen tegen zijn eigen profeet:
Heb je gezien hoe hij zich vernederde?
Ga Ik toch beetje medelijden mee hebben
Misselijk, vind ik

Hij zette zijn tanden in haar
Lustte haar rauw
En zo en zo
De gedachten zijn wild
Maar eenzaam
Niemand om tegenaan te schurken
De sirenes loeien
In het land van mijn hart
Vluchten ze in de schuilkelders
En ik?
Ik ga op discipline verder
Verscheurd

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, drama-queen-story


This entry was posted in @home, Bloedend, Jezzebel for Dummies, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.