Als twee kudden geiten

En de dienaren van de koning van Aram
Zeiden tegen hem:
Een god van de Bergen is hun God
Daarom hebben ze ons overwonnen
Echter als we tegen hen strijden op de vlakten
Zul je zien of wij hen niet overwinnen
Doe dit:
Verwijder de koningen
Iedere man van zijn plek
En plaats officieren op hun plaats
En je zult voor jezelf een leger tellen
Zo groot als het leger dat van je viel
Paard voor paard
Strijdwagen voor strijdwagen
En we zullen tegen ze vechten op de vlakten
Je zult zien of we ze niet zullen overmeesteren
En hij gehoorzaamde hen
En deed het zo
En het was aan het einde van het jaar
Dat Ben Haddad de Arameeërs telde
En hij trok op naar Afek
Om oorlog te voeren
Met de kinderen van Jisraël
En de kinderen van Jisraël werden geteld
En bevoorraad
En ze gingen hen tegemoet
En de kinderen van Jisraël
Legerden zich tegenover hen
Als twee kudden geiten
Terwijl de Arameeërs
Het land vulden
En de man van God naderde
En zei tegen de koning van Jisraël:
Dit zei de Eeuwige:
Omdat de Arameeërs zeiden
Dat de Eeuwige een God van de bergen is
En Hij geen God van de vlakten is
Zal Ik heel deze enorme menigte
In je hand uitleveren
En zul je weten dat Ik de Eeuwige ben
En zij legerden zich tegenover elkaar
Voor zeven dagen
En op de zevende dag
Kwam de strijd dichterbij
En de kinderen van Jisraël doodden
Honderdduizend voetsoldaten
Van Aram in één dag
En de overlevenden vluchtten naar Afek
Naar de stad
En de muur viel op de
Zevenentwintigduizend mannen
Die het hadden overleefd
Ben Haddad vluchtte
En kwam in de stad
In een kamer binnen een kamer
En zijn dienaren zeiden tegen hem:
Zie, we hebben nu gehoord
Dat de koningen van het Huis van Jisraël
Vriendelijke koningen zijn
Laten we zakken om onze lendenen doen
En touwen om ons hoofd
En laat we naar de koning van Jisraël gaan
Misschien spaart hij je leven
Dus gorden ze zakken om hun lendenen
En touwen om hun hoofden
En ze kwamen bij de koning van Jisraël
En zeiden:
Uw dienaar Ben Haddad zei:
Alstublieft moge mijn leven gespaard blijven
En hij zei:
Leeft hij nog?
Hij is mijn broeder
En het volk nam het als een voorteken
En zij haastten zich en bevestigden:
Uw broeder Ben Haddad
En hij zei:
Kom en neem hem gevangen
Ben Haddad ging naar buiten naar hem
En hij hielp hem
In de strijdwagen te klimmen
En hij zei tegen hem:
De steden die mijn vader
Van jouw vader nam
Zal ik teruggeven
En je zult straten voor jezelf maken
In Damascus
Zoals mijn vader dat gedaan heeft
In Samaria
En ik zal (zei Achav) hem vrijlaten
Met dit verdrag
En hij sloot een verdrag met hem
En liet hem vrij
(eigen vertaling)

Schappelijk van Achav
Onderonsje met zijn vijand
In een strijdwagen
Ze sluiten een verdrag
En Ben Haddad is vrij
Maar of dit de bedoeling van de Eeuwige was?

De buurman komt suiker lenen
Leeg kopje in de hand
In ruil heeft hij een stuk kaas bij zich
Maar ik heb een koelkast vol met kaas
Dus die mag hij terug
Ik geef hem een pak suiker
En hij zegt:
Ja, bij mij gaat er elke dag
Zoveel suiker doorheen
Ik weet het, zeg ik
Hoe weet jij dat?!
Het is niet de eerste keer, zeg ik
Dat je bij mij een kopje suiker komt lenen
Met je klassieke versier toeren

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, moge-het-nieuwe-jaar-zoet-zijn-story

This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.