Met hun valse goden

En het woord van de Eeuwige
Was tot Jehu
De zoon van Chanani
Hij zei over Ba’asha:
Omdat Ik je heb verheven
Uit het stof
En je vorst over Mijn volk, Jisraël
Heb gemaakt
En jij de weg van Jeroboam
Bent opgegaan
En je Mijn volk Jisraël
Hebt laten zondigen
En Mij boos hebt gemaakt
Met hun zondes
Zal Ik Ba’asha uitwissen
En zijn huis
En Ik zal jouw huis maken
Als het huis van Jeroboam
De zoon van Nabat
De doden van Ba’asha in de stad
Zullen door de honden gegeten worden
En de doden van Ba’asha in veld
Zullen de vogels van de hemel eten
De verdere gebeurtenissen van Ba’asha
En wat hij deed
En zijn machtige daden
Staan opgeschreven
In het boek Kronieken
Van de koningen van Jisraël
En Ba’asha rustte bij zijn voorvaderen
En hij werd begraven in Tirtzah
En Elah zijn zoon
Regeerde in zijn plaats  
Niettemin, was de hand van de Eeuwige
In de hand van Jehu
De zoon van Chanani de profeet
Betreffende Ba’asha
En betreffende zijn huis
En vanwege al het onrecht
Dat hij gedaan heeft
In het bijzijn van de Eeuwige
Om hem boos te maken
Met het werk van zijn handen
Om te zijn als het huis van Jeroboam
En omdat hij hem had gedood
In het zesentwintigste jaar van Asa
Koning van Juda
Regeerde Elah
De zoon van Ba’asha over Jisraël
In Tirtzah
Gedurende twee jaar
En zijn dienaar Zimiri
Aanvoerder van de helft
Van zijn strijdwagens
Smeedde een samenzwering tegen hem
Terwijl hij in Tirtzah was
Zich dronken aan het drinken
In het huis van Arza
Die was aangewezen over het huishouden
In Tirtzah
En Zimri kwam en sloeg hem neer
En doodde hem in het zevenentwintigste jaar
Van Asa, de koning van Judah
En hij regeerde in zijn plaats
En het gebeurde toen hij regeerde
Toen hij op zijn troon zat
Dat hij het volledige huis van Ba’asha versloeg
Hij liet hem zonder
Enige mannelijke nakomelingen achter
Noch zijn verwanten
Noch zijn vrienden
En Zimri vernietigde
Het volledige huis van Ba’asha
Zoals het woord van de Eeuwige
Dat Hij had gesproken
Wat betreft Ba’asha
Via Jehu de profeet
Voor al de zonden van Ba’asha
En de zonden van Elah zijn zoon
Die zij hadden begaan
En waarmee ze Jisraël
Hadden laten zondigen
Om de Eeuwige God van Jisraël
Kwaad te maken
Met hun valse goden
De rest van de gebeurtenissen van Elah
En alles wat hij deed
Staat geschreven in het boek Kronieken
Van de koningen van Jisraël
(eigen vertaling)

We zijn bij een bijzonder saai stuk aangekomen
De ene koning wisselt de andere af
Allemaal hebben de Eeuwige getergd
En dan komt de volgende

Het zijn nog steeds zware dagen
Een flinke kater helpt ook niet mee
Alles is me te veel
Het weer
De donkere dagen
De gitzwarte gedachten
Waar anderen zich onderdompelen
In de gezellige feestvreugde
Verzuip ik in een existentiële crisis
Wat een leed
Morgen beter

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, may-it-be-lighter-story




This entry was posted in @home, Bloedend, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.