Hij nam alles

En de vrouw van Jeroboam stond op
En ze ging
En kwam in Tirtzah aan
Ze kwam op de drempel van het huis
En de jongen stierf
En heel Jisraël begroef hem
En herdacht hem
Volgens het woord van de Eeuwige
Dat Hij sprak via Zijn dienaar
Achijah de Siloniet
En de rest van de daden van Jeroboam
Hoe hij vocht
En hoe hij regeerde
Is beschreven in het boek Kronieken
Van de koningen van Jisraël
En de dagen dat Jeroboam
Aan de macht was
Waren tweeëntwintig jaar
En hij sliep met zijn voorvaderen
En zijn zoon Nadav
Regeerde in zijn plaats
En Rehoboam de zoon van Solomon
Regeerde in Judah
Eenenveertig jaar oud was Rehoboam
Toen hij koning werd
En zeventien jaar regeerde hij in Jeruzalem
De stad die de Eeuwige had uitgekozen
Om Zijn Naam daar te vestigen
Uit alle stammen van Jisraël
En de naam van zijn moeder was
Na’amah, de Ammonitische
En Judah deed
Wat de Eeuwige mishaagde
En ze maakten Hem kwader
Dan zijn voorvaderen hadden gedaan
Met de zondes die ze begingen
En ook zij bouwden voor zichzelf
Hoge plaatsen, monumenten en bomen
Voor afgodsdiensten
Op elke hoge heuvel
En onder elke groene boom
En er was ook ontucht in het land
Ze deden al de gruwelen
Van de volken
Die de Eeuwige had verdreven
Voor de kinderen van Jisraël uit
En het gebeurde in het vijfde jaar
Van koning Rehoboam dat Shishak
De koning van Egypte
Optrok tegen Jeruzalem
En hij nam de kostbaarheden
Van het huis van de Eeuwige
En de schatten uit het koninklijk paleis
En hij nam alles
En hij nam alle gouden schilden
Die Solomon had gemaakt
Koning Rehoboam maakte
In plaats daarvan
Koperen schilden
En hij plaatste ze onder het gezag
Van het hoofd van de renners
Die de deur van het paleis
Van de koning bewaakten
En het gebeurde
Wanneer de koning
Naar het huis van de Eeuwige ging
Dan droegen de renners ze
En brachten ze terug
Naar de kamer van de renners
En de rest van de daden van Rehoboam
En alles wat hij deed
Zijn geschreven in het boek van de kronieken
Van de koningen van Judah
En er was voortdurend oorlog
Tussen Rehoboam en Jeroboam
En Rehoboam rustte met zijn voorvaderen
En werd begraven met zijn voorvaderen
In de stad van David
En de naam van zijn moeder was
Na’amah, de Ammonietische
En Aviam zijn zoon
Regeerde in zijn plaats
(eigen vertaling)

Het geheel doet een beetje denken
Aan de moeder van Jan Smit
Die precies wist te vertellen
Wat er allemaal miste uit het huis
Van haar zoon
Toen die in scheiding lag met Yolanthe
Alles is weg

Hij belt
Hij heeft weer duizend grote plannen
Klein houden is niets voor hem
Al zeg ik het honderd keer
We gaan Jodensavanne in Su redden, zegt hij
Wij gaan een stichting opzetten
Jij hebt contacten!
En ik denk, oh God, daar ga ik
Want als er wat te redden valt
Dan ben ik er als de kippen bij
Zelf ook niet heel sterk in
Gedachten klein houden
Ik ga dat niet doen, begin ik
Hij hoort het niet
Jij hebt de contacten
Het is verwaarloosd daar
Jij moet het voor jouw gemeenschap doen
Speelt hij ook nog op mijn hart
Nee, zeg ik
Ik heb de gemeenschap mijn mooiste jaren
In het land van mijn hart gegeven
Ik ga me alleen nog met kunst bezig houden
Ja maar
Jij weet waar je aan moet kloppen, geeft hij niet op
En even later ben ik een lijst aan het appen
Fondsen, instanties, organisaties
En ik weet niet wat
Want ik hou me met kunst bezig
En maak de volgende slechte tekening
Want dat ben ik

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, slechte-tekeningen-story

This entry was posted in @Work, kunst, Land van mijn Hart, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.