Er is geen ander

En het gebeurde
Toen Solomon heel dit gebed
En deze smeekbede
Aan de Eeuwige had beëindigd
Toen hij opstond
Van voor het altaar van de Eeuwige
Van knielen op zijn knieën
Met zijn handen uitgespreid
Naar de hemel
En hij stond op
En zegende de gehele gemeente van Jisraël
Met een luide stem zei hij:
Gezegend is de Eeuwige
Die rust heeft gegeven
Aan Zijn volk Jisraël
Volgens alles wat Hij zei
Er ontbreekt niet één woord
Aan al Zijn goede woorden
Die Hij sprak via Moshé
Zijn dienaar
Moge de Eeuwige, onze God
Met ons zijn
Zoals Hij met onze voorvaderen was
Laat Hem ons niet verlaten
Noch ons in de steek laten
Moge Hij onze harten
Naar Hem buigen
Om al Zijn wegen te bewandelen
En om ons aan al Zijn geboden te houden
En Zijn verordeningen
En Zijn oordeel
Die hij onze voorvaderen geboden heeft
En moge deze woorden van mij
Waarmee ik een smeekbede aan de Eeuwige deed
Dichtbij de Eeuwige, onze God zijn
Dag en nacht
Moge Hij het doel van Zijn dienaar
En het doel van Zijn volk Jisraël
Ondersteunen
Elke dag naar gelang de dag vereist
Zodat alle volken op de aarde
Zullen weten
Dat de Eeuwige God is
Er is geen ander
Laat jullie hart daarom
Geheel met de Eeuwige zijn, onze God
Om ons aan Zijn verordeningen te houden
En aan Zijn voorschriften
Zoals op deze dag
En de koning en heel Jisraël met hem
Slachtten offers voor de Eeuwige
En Solomon slachtte vredesoffers
Die hij aan de Eeuwige slachtte
Tweeëntwintigduizend runderen
En honderdtwintigduizend schapen
Hier mee nam de koning
En alle kinderen van Jisraël
De Tempel van de Eeuwige in gebruik
Op die dag heiligde de koning
Het midden van het voorhof
Die voor de tempel van de Eeuwige was
Want daar offerde hij brandoffers
En spijsoffers
En vet van de vredesoffers
Want het koperen altaar
Dat voor de Eeuwige was
Was te klein voor de brandoffers
En de spijsoffers
En het vet van de vredesoffers
Nu vierde Solomon in die tijd
Het feest
En heel Jisraël met hem
Met een grote vergadering
Van de toegang van Chamath
Tot aan de beek van Egypte
Voor de Eeuwige, onze God
Zeven dagen en zeven dagen
In totaal veertien dagen
Op de achtste dag
Stuurde hij de mensen weg
En ze zegende de koning
En gingen naar hun huizen
Verheugd
En blij van hart
Door al het goede dat de Eeuwige
Had gedaan voor David, Zijn dienaar
En voor Jisraël, Zijn volk
(eigen vertaling)

Dat was een behoorlijk feest
Dat door koning Solomon gegeven werd
Voor heel het volk Jisraël
Ter inwijding van de tempel
Tweeëntwintigduizend runderen
En honderdtwintigduizend schapen
Hoeveel tijd zou dat gekost hebben
Voordat al die feestmaaltijden bereid waren?

Nog één keer douchen
Een laatste kus
Buiten regent het pijpenstelen
Maar straks schijnt de zon

Jezzebel,
Tussen water en water


Art: Pascale, A-house-is-not-a-home-story





This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.