Voor de dochter van de farao

En Solomon bouwde zijn huis
Dertien jaar
En hij voltooide heel zijn huis
En hij bouwde het huis
Uit het woud van Libanon
Honderd el was de lengte ervan
En vijftig el de breedte
En dertig el de hoogte
Op vier rijen van cederen pilaren
En gesneden balken van ceder
Op de pilaren
En het was bedekt met ceder
Van boven op de muren
Die op vijfenveertig pilaren stond
Vijftien in iedere rij
En er waren vensters in drie rijen
En elk venster was
Tegenover het andere venster
Drie keer
En alle ingangen en posten
Waren vierkant
Ook de vensters
En ieder venster was
Tegenover het andere venster
Drie keer
En hij maakte de voorhal van pilaren
Vijftig el was de lengte ervan
En dertig el was de breedte
En een voorhal hiervoor
En pilaren en dikke balken ervoor
En hij maakte een voorhal
Voor de troon
Waar hij zou oordelen
De voorhal van het oordeel
En het was bedekt met ceder
Van de ene kant van de vloer
Tot de andere
En het huis waarin hij zou wonen
Was in het andere hof
Binnen de voorhal
Van hetzelfde werk
En het huis dat hij zou maken
Voor de dochter van de farao
Die Solomon tot zijn vrouw
Had genomen
Was als deze voorhal
Al deze waren van kostbare stenen
Volgens de maten
Van de gehouwen stenen
Gezaagd met zagen
Van binnen en van buiten
En van de fundering
Omhoog
Tot aan de rand
En vanaf de buitenkant
Tot aan het grote hof
En de fundering was
Van kostbare stenen
Grote stenen
Stenen van tien el
En stenen van acht el
En daarboven waren
Kostbare stenen
Volgens de maten
Van gehouwen stenen
En cederbalken
En het grote hof rondom
Was van drie rijen
Gehouwen stenen
En een rij gesneden cederbalken
En voor het binnenste hof
Van het huis van de Eeuwige
En voor de voorhal van het huis
_{(eigen vertaling)}

Ik voel me rillerig
De huisgenoot was gisteren ziek
En nu ben ik aan de beurt
Dat gaat nog pittig worden
Moge het snel voorbij zijn

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, word-me-gezond-story