Een huis voor Zijn naam

En Chiram, koning van Tyre
Stuurde zijn dienaren naar Solomon
Want hij had gehoord
Dat ze hem gezalfd hadden
In plaats van zijn vader
Want Chiram had David altijd lief gehad
En Solomon stuurde bericht naar Chiram
En zei:
Je wist van mijn vader, David
Dat hij geen huis kon bouwen
Voor de naam van de Eeuwige, zijn God
Door de oorlogen die hem omringden
Totdat de Eeuwige ze
Onder de zolen van zijn voeten legde
En nu heeft de Eeuwige, mijn God
Mij rust gegeven aan alle kanten
Er is geen tegenstander
Noch kwaad voorval
En zie, ik ben van plan
Een huis te bouwen
Voor de naam van de Eeuwige, mijn God
Zoals de Eeuwige sprak met David, mijn vader
Toen hij zei:
Je zoon
Die Ik op je troon zal zetten
In jouw plaats
Hij zal een huis bouwen voor Mijn naam
En nu
Geef opdracht dat ze cederbomen
Uit Libanon voor me vellen
En mijn dienaren
Zullen met jouw dienaren zijn
En ik zal je loon geven voor je dienaren
Naar alles wat jij zult zeggen
Want je weet dat er niemand
Onder ons is
Die behendig is in het vellen van hout
Zoals de Sidoniërs
En het gebeurde
Toen Chiram de woorden hoorde
Van Solomon
Dat hij zich zeer verheugde en zei:
Gezegend is de Eeuwige deze dag
Die David een wijze zoon heeft gegeven
Over dit grootse volk
En Chiram stuurde bericht
Naar Solomon
En zei:
Ik heb gehoord wat je me gestuurd hebt
Ik zal aan al uw wensen voldoen
Wat betreft het cederhout
En wat betreft het cipreshout
Mijn dienaren zullen ze
Naar beneden brengen van Libanon
Naar de zee
En ik zal er vlotten van maken
Om over de zee te gaan
Naar de plaatsen die je me zult sturen
En zal ze daar scheiden
En jij zal ze vervoeren
En je zult mijn wens vervullen
Door voedsel
Aan mijn huishouden te geven
En Chiram gaf Solomon cederhout
En cipreshout volgens al zijn wensen
En Solomon gaf Chiram
Twintigduizend maten tarwe
Voor voedsel voor zijn huishouden
En twintig maten geslagen olie
Zo gaf Solomon aan Chiram
Jaar na jaar
En de Eeuwige gaf Solomon wijsheid
Zoals Hij hem had beloofd
En er was vrede
Tussen Chiram en Solomon
En ze maakten beiden een verbond samen
En koning Solomon hief belasting in heel Jisraël
En de belasting was dertigduizend mannen
En hij stuurde hen naar Libanon
Tienduizend per maand
Die elkaar afwisselden
Een maand waren ze in Libanon
En twee maanden thuis
En Adoniram ging over de belasting
En Solomon had zeventigduizend dragers
En tachtigduizend steenhouwers
In de bergen
Naast de hoofdofficieren van Solomon
Die over het werk gingen
Drieduizendendriehonderd
Die het volk bestuurden dat aan het werk was
En de koning gaf bevel
En ze hakten grote stenen
Zware stenen
Om het fundament van het huis
Te leggen
Met gehouwen steen
En Solomons bouwers
En Chirams bouwers
En de Gebalieten houwden ze
En zij bereidden het hout
En de stenen
Om het huis te bouwen
_{(eigen vertaling)}

En zo gaat het huis voor de naam
Van de Eeuwige gebouwd worden
Door Solomon
Want David had te veel oorlogen
Onder zijn voeten
Om een huis voor Zijn naam te maken

Hij die rijdt was gisteren onze gast
Van de leuke buurman zonder huis en mij
Hij die rijdt is een merkwaardige snuiter
Half uitvinder
Half verward
En half verdwaald
Vroeger was hij ook dakloos
Nu wacht hij zijn tijd af
In het bejaardenhuis waar ik woon
Om met pensioen te gaan
Dan gaat hij naar Afrika
Een vrouw op de kop tikken
Nog wat kinderen maken
Hij heeft er al vier
En een gelukkig
En eenvoudig leven leiden
Dat is het plan
Ondertussen zorgt hij slecht voor zichzelf
Ziet eruit als een landloper
En is met allerlei toestanden bezig
Waarvan je nooit precies begrijpt
Waar het over gaat
Wat hij bedoelt
Of hoe je het kunt oplossen
Gisteren kwam hij bij ons eten
We gingen Thais halen
Dat mag hij
Hij is vegan
Later stuurde hij me een foto van zijn koelkast
Volledig leeg
Je moet maar wat vaker bij ons komen eten
Appte ik terug
Dat vond hij leuk
Dus vanavond is hij weer gast aan tafel
Misschien moet ik een daklozen opvang beginnen?

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, met-elkaar-moet-je-het-doen-story