Maar wat hebben zij gedaan

Zo zond de Eeuwige een pest over Jisraël
Van de ochtend tot de bepaalde tijd
En er stierven van het volk
Van Dan tot Beërsheva
Zeventigduizend mannen
En de engel strekte zijn hand uit
Naar Jeruzalem
Om het te vernietigen
En de Eeuwige had berouw over het kwaad
Hij zei tot de engel
Die onder het volk vernietigde:
Het is genoeg
Hou je hand bij je
En de engel van de Eeuwige
Was bij de dorsvloer
Van Aravnah de Jebusiet
En David zei tegen de Eeuwige
Toen hij de engel zag die onder volk sloeg
Zei hij:
Zie, ik heb gezondigd
En me onrechtvaardig gedragen
Maar deze schapen
Wat hebben zij gedaan?
Ik smeek dat Uw hand tegen mij zal zijn
En tegen het huis van mijn vader
En Gad kwam die dag bij David
En zei tegen hem:
Ga naar boven en richt een altaar op
Voor de Eeuwige
Op de dorsvloer van Aravnah de Jesubiet
En David ging omhoog
Volgens het woord van Gad
Zoals de Eeuwige had bevolen
En Aravnah keek in de verte
(naar de engel des doods)
En hij zag de koning en zijn dienaren
Dichterbij hem komen
En Aravnah ging naar buiten
En boog neer voor de koning
Met zijn gezicht naar de grond
En Aravnah zei:
Waarom is de heer mijn koning
Naar zijn dienaar gekomen?
En David zei:
Om van u de dorsvloer te kopen
Om een altaar te bouwen voor de Eeuwige
Zodat de plaag van het volk
Tegengehouden wordt
En Aravnah zei tegen David:
Laat mijn heer de koning
Nemen en offeren
Wat goed lijkt in zijn ogen
Zie de runderen voor het brandoffer
En de dorswerktuigen
En de houten werktuigen van de ossen
Voor vuurhout
Dit alles gaf Aravnah de koning
Aan de koning
En Aravnah zei tegen de koning:
Moge de Eeuwige, uw God
U aanvaarden
En de koning zei tegen Aravnah:
Nee, want ik zal dit enkel van je kopen
Tegen een prijs
Zodat ik aan de Eeuwige mijn God
Geen brandoffers zal aanbieden
Die ik voor niets ontvangen heb
En David kocht de dorsvloer
En de ossen
Voor vijftig shekkels zilver
En David bouwde een altaar voor de Eeuwige
En bracht brandoffers
En vredesoffers
En de Eeuwige raakte gunstig gestemd
Voor het land
En de plaag werd uit Jisraël geweerd
(eigen vertaling)

Het blijft wonderlijk in mijn ogen
Dat het volk gestraft wordt
Omdat aanvankelijk de Eeuwige
Er letterlijk de pest over in heeft
David het volk laat tellen
En daarmee David een zonde laat begaan
Zeventigduizend mannen sterven!

Mijn moeder heeft er niet van kunnen slapen
Ze vindt het geen goed idee
De buurman van de straat in mijn huis:
Je hebt zo hard gevochten voor je vrijheid
En dan zou je dat nu allemaal opgeven
Ik probeer haar bezorgdheid weg te nemen
Tuurlijk heb ik gevochten voor mijn vrijheid
Mijn eigen huis
Maar ik mag toch wel bepalen wat ik daar doe?
Ze vindt het niets
En mijn vader ook niet
Maar ik probeer het gewoon gezellig te maken thuis
Gaat best goed

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, so-far-so-good-story


This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.