Als onbestorven weduwen

Nu was daar toevallig
Een slecht mens
Wiens naam Sheva was
De zoon van Bichri
Een Benjaminiet
En hij blies de sjofar (ramshoorn)
En verklaarde:
We hebben geen deel aan David
Noch hebben we een erfenis
In de zoon van Isaï
Iedere man naar zijn tenten
Oh Jisraël
En alle mannen van Jisraël
Gingen weg van David
Volgden Sheva
De zoon van Bichri
Maar de mannen van Judah
Bleven bij hun koning
Van de Jordaan
Tot aan Jeruzalem
En David kwam bij zijn huis
In Jeruzalem
En de koning nam de tien vrouwen
Die zijn bijvrouwen waren
Die hij had achtergelaten
Om het huis te bewaren
En hij zette hen
In een bewaakt huis
Waar hij ze onderhield
Maar hij kwam niet tot hen
En zij bleven opgesloten
Als weduwen
Met hun echtgenoot nog levend
Tot de dag van hun dood
En de koning zei tegen Amasa:
Roep voor mij
De mannen van Judah bijeen
Binnen drie dagen
Wees dan hier aanwezig
En Amasa ging
Om de mannen van Judah
Bijeen te roepen
Maar hij bleef langer weg
Dan de vastgestelde tijd
Die hij hem had opgedragen
En David zei tegen Avishai:
Nu zal Sheva
De zoon van Bichri
Ons meer kwaad doen
Dan Avshalom deed
Neem daarom je dienaren
En achtervolg hem
Zodat hij voor zichzelf
Geen versterkte steden vindt
En zich redt
Voor onze ogen
En Joavs mannen gingen achter hem aan
Met de boogschutters
En de steenslingers
En alle krijgers
En ze gingen uit Jeruzalem
Om Sheva
De zoon van Bichri
Te achtervolgen
Zij waren bij de grote steen
Die in Gibeon was
Toen Amasa voor hen kwam
En Joav was omgord
Met zijn militaire jas
Als kleding
En daarop was een omgord zwaard
In zijn schede
Dat was vastgemaakt
Aan zijn lendenen
En hij ging naar voren
En het viel eruit
En Joav zei tegen Amasa:
Is alles goed met je
Mijn broeder
En Joavs rechter hand
Greep Amasa’s baard
Alsof hij hem ging kussen
En Amasa besteedde geen aandacht
Aan het zwaard dat in Joavs hand was
En hij sloeg hem ermee
In de vijfde rib
En hij stortte zijn ingewanden op de grond
En hoewel hij dat niet herhaalde
Stierf hij toch
En Joav en Avishai, zijn broer
Achtervolgde Sheva
De zoon van Bichri
En een van Joavs jonge mannen
Stond bij hem en hij zei:
Hij die voor Joav is
En hij die voor David is
Laat hem Joav volgen
En Amasa kronkelde in bloed
Op het midden van de doorgaande weg
En de man zag
Dat al het volk bleef staan
Dus hij haalde Amasa
Van de doorgaande weg af
In het veld
En hij gooide een kledingstuk over hem
Toen hij zag dat iedereen
Die voorbij hem ging
Stil bleef staan
Toen hij van de doorgaande weg
Verwijderd was
Gingen alle mensen
Achter Joav aan
Om Sheva
De zoon van Bichri
Te achtervolgen
(eigen vertaling)

Er zijn opnieuw
Toestanden over Davids troon
We zullen zien
Hoe dat afloopt

In een overmoedige bui
App ik de buurman
Dat ik verboden dingen ga zeggen
Dat ik op een dag
Mijn armen om hem heen sla
En dat dan genoeg zal zijn
Of hij tot die dag
Dichtbij me
Wil blijven
Geen antwoord natuurlijk

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, you-gain-some-you-lose-some-story



This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.