Hoeveel dagen van mijn leven

En Bartzilai zei tegen de koning:
Hoeveel zijn de dagen
Van mijn leven
Dat ik met de koning
Naar Jeruzalem zou gaan?
Ik ben deze dag
Tachtig jaar oud
Kan ik nog steeds onderscheid maken
Tussen goed en slecht (voedsel)
Of kan uw dienaar proeven
Wat hij eet en drinkt?
Of kan ik nog steeds luisteren
Naar de stem van zangers en zangeressen?
Waarom dan
Zou uw dienaar
Dan nog een last zijn
Voor mijn heer de koning?
Een korte weg
Zal uw dienaar
Over de Jordaan
Met de koning meegaan
Maar waarom zou de koning
Mij met zo’n beloning vergoeden?
Sta uw dienaar alstublieft toe
Om terug te keren
Zodat ik kan sterven
In mijn eigen stad
Bij het graf van mijn vader en moeder
Hier is echter uw dienaar Chimham
(zoon van Bartzilai)
Laat hem oversteken
Met mijn heer de koning
En doe met hem
Wat goed is in uw ogen
En de koning zei:
Chimham zal met me oversteken
En ik zal met hem doen
Wat goed lijkt in jouw ogen
Nu, wat je me ook verzoekt
Zal ik voor je doen
En al het volk stak de Jordaan over
En de koning ging over
En de koning kuste Bartzilai
En hij zegende hem
En hij keerde terug naar zijn plaats
En de koning ging naar Gilgal
En Chimhan ging met hem mee
En al het volk van Judah
Bracht de koning daar
En ook de helft
Van het volk van Jisraël
En, let op
Al de mannen van Jisraël
Kwamen bij de koning
En ze zeiden tegen de koning:
Waarom hebben onze broeders
De mannen van Judah
U weggestolen
Door de koning en zijn huishouden
Over de Jordaan te brengen
En al Davids mannen met hem?
En alle mannen van Judah
Antwoordden de mannen van Jisraël:
Omdat de koning dichtbij me is
Waarom ben je zo boos
Over deze zaak
Hebben wij van de koning gegeten
Of is ons enig geschenk gegeven?
En de mannen van Jisraël antwoordden
De mannen van Judah
En hij zei:
Ik heb tien delen in de koning
(tien stammen)
En daarom ben ik dichterbij David
Dan jij
Waarom heb je me dan beledigd?
Was mijn woord niet het eerste
Om mijn koning terug te brengen?
En de woorden van de mannen van Judah
Waren scherper
Dan de woorden van de mannen van Jisraël
(eigen vertaling)

De woorden van de mannen van Judah
Waren sterker, scherper en meer waar
Omdat de koning hen een brief had gestuurd
Met het verzoek:
Waarom zijn jullie de laatsten
Om mij terug te brengen?
Maar het gedonder in de glazen
Is nog niet voorbij

Ik voel me verslagen
Tot tranen toe
Maar ook grote woede
Overvalt me
Ik zou de boel in elkaar willen timmeren
De buurman is nu zichzelf
Aan het saboteren
Blijft hele dagen doelloos
In zijn bed hangen
Omdat hij de vorige avond
Meestal nacht
Tot diep in de ochtend
Te veel
Te hard
Te lang
Gefeest heeft
Ik zou hem op zijn borst willen trommelen
Met mijn vuisten:
Hou ermee op klootzak!
Maak er wat moois van!
Maar hoeveel jammerende vrouwen
Zullen dat al bij hem gedaan hebben
Zonder effect
Mijn vriendin van het museum van mijn hart
Noemt dat:
Pleegzuster bloedwijn
Ze heeft hekel aan vrouwen
Die proberen verloren mannen te redden
Ik kan wel huilen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, no-sunny-day-story




This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.