Doe de deur achter haar op slot

En Tamar nam de pan
En goot de koeken voor hem uit
Maar hij weigerde te eten
En Amnon zei:
Haal iedereen bij me weg
En iedereen ging van hem weg
En Amnon zei tegen Tamar:
Breng het eten in de kamer
Zodat ik van jouw hand kan eten
En Tamar nam de koeken die ze gemaakt had
En bracht die naar Amnon
Naar haar broer de kamer in
En ze bracht ze dichtbij hem om te eten
En hij greep haar hand
En zei tegen haar:
Kom bij me liggen, mijn zus
En ze zei:
Nee, mijn broer
Dwing me niet
Want zo wordt dat niet gedaan in Jisraël
Doe deze daad van wellust niet
En ik
Waar kan ik met mijn schaamte heen?
En jij
Jij zult als één van de zedeloze mannen
In Jisraël zijn
En nu smeek ik je
Spreek met de koning
Want hij zal me jou niet onthouden
Maar hij besteedde geen aandacht aan haar
En hij overmeesterde haar
En dwong haar
En lag met haar
En Amnon haatte haar
Met zeer grote haat
Want groter was de haat
Waarmee hij haar haatte
Dan de liefde
Waarmee hij haar had lief gehad
En Amnon zei tegen haar:
Sta op en ga
En ze zei tegen hem:
Bega dit kwaad niet
Dat groter is
Dan het andere dat je me aandeed
Door me weg te sturen
Maar hij wilde niet luisteren naar haar
En hij riep zijn jongeling
Zijn dienaar
En zei:
Stuur deze nu weg van mij
Naar buiten
En doe de deur achter haar op slot!
Nu droeg ze een gestreept gewaad
Want dat droegen
De maagdelijke dochters van de koning
Gewaden
En zijn dienaar bracht haar naar buiten
En deed de deur achter haar op slot
En Tamar deed as op haar hoofd
En scheurde het gewaad van vele kleuren
Dat ze droeg
En ze legde haar hand op haar hoofd
En ging haar weg
Hardop huilend terwijl ze ging
En Avshalom, haar broer zei tegen haar:
Is Aminon je broer bij je geweest?
Blijf nu stil mijn zus
Hij is je broer
Neem dit niet ter harte!
En Tamar verbleef eenzaam
In het huis van haar broer Avshalom
(eigen vertaling)

Dit is zo’n treurig beeld
Tamar in haar kleurrijke maagdelijke kleding
Verkracht door haar broer Amnon
En dan ook nog als een stuk vuil op straat gezet
Zij geeft hem zelfs nog een weg eruit
Als ze tegen hem zegt:
Praat met de koning
Hij zal me jou niet onthouden
In de geschriften staat de volgende uitleg
Want het is absoluut verboden om
Iets te hebben met verwanten in het jodendom
Tamars moeder kreeg haar
Toen ze nog niet joods was
Een mooie vrouw
Buit gemaakt door David tijdens een strijd
Nu wordt iemand die een zoon of dochter heeft
Van een niet joodse vrouwelijke bediende
Niet als zoon gezien
David wist dit en kon dus zijn dochter Tamar
Aan Amnon zijn zoon geven

Op last van de brandweer
Moeten in heel Haarlem
De gangen van flatgebouwen
Leeggemaakt worden
Bij ons verdwijnen ook stoelen
En tafels uit de lobby
Bewoners zijn ontstemd
De huisopzichter heeft het er druk mee
Alle kerstspullen gaan op de schroot
Ja, moet veilig zijn, mompelt hij
Ja, zeg ik, we leven nu in een bunker
Daar schrok hij van
Hoezo?
Nou, daar staat ook niets in
Lekker veilig
Alle mensen in ons gebouw
Hebben hun spullen
Van de gangen gehaald
Alles wat ze hadden
Om het beetje gezellig te maken
Als ze thuis komen
Eerste aanblik van hun huis
Waar ze dan nog buiten staan
Elk tafeltje met bloemetjes
Vlaggetjes in een melkbus
Het is allemaal verdwenen
Zelfs de scootmobiels en rollators zijn weg
Behalve bij mijn buurman
Die vanaf dat hij hier kwam wonen
Een stenen beeldje van een leeuw heeft
Voor zijn deur
Lekker liggend in een autoband
Omringd met bloemetjes en vlinders:
Welcome
Ik vond het afschuwelijke kitsch
Maar nu vind ik het leuk
Het is te klein om over te kunnen zeiken
En heel de lege gang
Is gebroken door zijn eigenheid

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, mijn-huis-is-mijn-tempel-story

This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.