In de toppen van de moerbei

En David nam meer bijvrouwen
En vrouwen uit Jeruzalem
Nadat hij van Hebron gekomen was
En David kreeg meer zonen en dochters
Dit zijn de namen van hen
Die hem geboren werden
In Jeruzalem:
Shammuah, Shovav, Nathan en Solomon
Jivchar, Elishua, Nefeg en Jafia
Elishama, Elyada en Elifalet
En de Filistijnen hoorden
Dat ze David gezalfd hadden
Als koning over Jisraël
En alle Filistijnen trokken op
Om David te zoeken
En David hoorde het
En ging naar beneden
Naar de vesting
En de Filistijnen kwamen
En verspreidden zich
In de vallei van Refaïm
En David raadpleegde de Eeuwige
En vroeg:
Zal ik optrekken tegen de Filistijnen?
Zult U ze uitleveren in mijn hand?
En de Eeuwige zei tegen David:
Trek op
Want Ik zal de Filistijnen
Zeker in jouw hand uitleveren
En David kwam naar Baäl Peratzim
(vlakte van Peratzim)
En David versloeg hen daar
En hij zei:
De Eeuwige is voor mij uit
Door de vijanden heen gebroken
Zoals water doorbreekt
Daarom noemde hij die plaats
Baäl Peratzim
En ze lieten daar hun afgodsbeelden achter
En David en zijn mannen verbrandden ze
Maar de Filistijnen trokken nog een keer op
En verspreidden zich in het dal van Refaïm
En David raadpleegde de Eeuwige
En Hij zei:
Trek niet op
Maak een omtrekkende beweging
Tot achter hen
En val hen aan vanaf de moerbeistruiken
En zodra je het geluid van stappen* hoort
In de toppen van de moerbeistruiken
Haast je dan
Want dan is de Eeuwige voor je uitgetrokken
Om het leger van de Filistijnen te verslaan
En zo deed David het
Zoals de Eeuwige het hem geboden had
En hij versloeg de Filistijnen
Van Geva totdat je bij Gezer komt
(eigen vertaling)

*De geschriften zeggen
Dat het geluid van stappen
In de toppen in de moerbeistruik
Het geluid van engelen is
Die de Eeuwige aan David heeft geleend
Om hem van dienst te zijn

De buit is voor de buien binnen
Als het niet hoeft
Ga ik er niet meer uit
Totdat het eindelijk wat aangenamer is
De herfst is begonnen
De zomer voorbij
Ik mis de blote mannenlijven
Van de buurmannen
Tegen de glazen schutting geplakt
Ik mis de gesprekken
Het gelach
Te pas en te onpas:
Hé Jezzebelle, dit of dat
Nu weet ik niet of zijn bloeduitslag oké is
Voordat hij geopereerd wordt
Om de gebroken ribben en arm
Die hij opliep toen hij in elkaar geslagen werd
Weer aan elkaar te zetten
Het was een verrukkelijk vrolijke zomer
Je gelooft het niet
Maar op het balkon naast me
Werd er gelachen en gezongen
Ontbijtjes en grappen gemaakt
Nu zitten we weer binnen
Elkaar niet te kennen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, we-had-joy-we-had-fun-we-had-seasons-on-the-run-story


This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.