Laat de jongens voor ons spelen

En Avner, de zoon van Ner
En de dienaren van Ish Bosheth
De zoon van Shaul
Vertrokken uit Machanaïm
Naar Gibeon
En Joav, de zoon van Zerujah
En Davids dienaren
Gingen uit en ontmoetten elkaar
Bij de vijver van Gibeon
En ze gingen zitten
Die aan de ene kant van de vijver
En die aan de andere kant van de vijver
En Avner zei tegen Joav:
Laat de jongens nu opstaan
En voor ons spelen
En Joav zei:
Laat hen opstaan
En ze stonden op
En passeerden per aantal
Twaalf van Benjamin
En van Ish Bosheth
En twaalf bedienden van David
En ieder greep het hoofd
Van zijn metgezel
En zijn zwaard werd
In de zijde van zijn metgezel
Gestoken
En zij vielen samen
En hij noemde die plaats
Het gebied van zij die vielen
Door scherpe zwaarden
Dat in Gibeon is
En de strijd was zeer hevig
Op die dag
En Avner
En de mannen van Jisraël
Werden verslagen
Voor de dienaren van David
En de drie zonen van Zerujah waren daar
Joav, Avishai
En Asahel was zo lichtvoetig
Als een van de herten
Die in het veld zijn
En Asahel achtervolgde Avner
En week niet af naar rechts
Of naar links
Achter Avner aan
En Avner draaide zich om en zei:
Ben jij dat Asahel?
En hij zei:
Ik ben het
En Avner zei tegen hem:
Sla af naar rechts of naar links
En grijp een van de jongens
En neem zijn kleding voor jezelf
Maar Ashael wilde niet afwijken
Van het volgen van hem
En Avner zei verder tegen Asahel:
Wijk af van het volgen van mij
Waarom zou ik je neerslaan?
En hoe zal ik mijn gezicht opheffen
Naar Joav, je broer?
Maar hij weigerde af te slaan
En Avner raakte hem
Met het achtereinde van de speer
Onder de vijfde rib
En de speer kwam er
Aan de achterkant van hem uit
En hij viel daar
En stierf meteen
Op zijn plaats
En het was zo
Dat iedereen
Die bij de plaats kwam
Waar Asahel gevallen was
Stil stond
(eigen vertaling)

In de tenach wordt als toevoeging gegeven:
Onder de vijfde rib;
Plaats van de lever en de galblaas
Verder is dit stuk me niet helemaal duidelijk
Het lijkt zo vriendelijk
De jongens aan de waterkant
Speel wat voor ons, wordt er gevraagd
Dat blijkt een slachtpartij te zijn

Mijn buurman is gaan douchen
Heeft zich geschoren
Schone kleding aangetrokken
En is met zijn meest charmante glimlach
Naar boven vertrokken
Naar het appartement
Van degene die een petitie tegen hem
Zou opzetten
Hij vertelt later dat hij leuk met haar gesproken heeft
Maar die petitie was niet tegen hem
Gelukkig
En ze kwamen te praten over haar volkstuintje
En hij wilde wel meehelpen
Een blokhutje neerzetten
Dus dat zit goed
Zit ik alleen nog met de nare smaak in mijn mond
Over het gedrag van mijn wietvriendin
Die blijkbaar geen vragen stelt
Als haar gevraagd wordt een petitie te ondertekenen
Basisvraag als:
Waar gaat het over?
Durft ze niet te stellen
Er dan maar een heel verhaal bij verzint
Of zich laat aanleunen door andere bewoners
Die ook niet precies weten hoe het zit
En…
Ik weet wel
Je kan van niemand verlangen een held te zijn
Maar ik kan er niet zo goed mee omgaan
Lafheid
En het woord is wellicht te groot en te sterk
Maar voor mij is het fundament van vriendschap
Dat je dapper bent

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, gebied-van-de-scherpe-zwaarden-story



This entry was posted in @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.