Laat je handen sterk zijn en wees dapper

En hierna vroeg David aan de Eeuwige:
Zal ik optrekken
Naar één van de steden van Judah?
En de Eeuwige zei tegen hem:
Trek op
En David zei:
Waarheen zal ik optrekken?
En Hij zei:
Naar Hebron
En David trok daarheen op
En ook zijn twee vrouwen
Achinoam, de Jisreëlietische
En Abigail
De vrouw van Naval de Karmeliet
En zijn mannen
Die bij hem waren
Bracht David mee
Elke man met zijn huishouden
En ze verbleven in de steden van Hebron
En de mannen van Judah kwamen
En zalfden David daar
Tot koning over het huis van Judah
En ze zeiden tegen David
Dat de mannen van Jabesh Gilead
Shaul hadden begraven
En David stuurde boodschappers
Naar de mannen van Jabesh Gilead
En zei tegen hen:
Gezegend zijn jullie voor de Eeuwige
Dat jullie deze vriendelijkheid
Hebben bewezen aan jullie heer
Aan Shaul
Dat jullie hem hebben begraven
En nu moge de Eeuwige
Jullie vriendelijkheid en waarheid betonen
En ook ik zal jullie vriendelijkheid
Dat jullie dit hebben gedaan
Teruggeven
En nu
Laat je handen sterk zijn
En wees dapper
Want jullie meester Shaul is dood
En ook het huis van Judah
Heeft tot koning over hen gezalfd
En Avner, de zoon van Ner
De generaal van Shauls leger
Nam Ish Bosheth, Shauls zoon mee
En bracht hem naar Machanaïm
En maakte hem koning over Gilead
En over de Asurieten
En over Jezreël
En over Efraïm
En over Benjamin
En over heel Jisraël
En Ish Bosheth, Shauls zoon
Was veertig jaar oud
Toen hij koning van Jisraël werd
En hij regeerde twee jaar
Maar het huis van Judah
Volgde David
En de duur van de tijd
Dat David koning was in Hebron
Over het huis van Judah
Was zeven jaar
En zes maanden
(eigen vertaling)

En zo pakken we de draad weer op
Na de vakantie
Het luieren is me goed bevallen
Nu proberen weer terug in de discipline te komen

Ze belt al vroeg
Of ze glaasje water kan komen drinken
Tuurlijk
En dan begint ze
Ze zijn een petitie begonnen beneden
Aan de koffietafel
Tegen mijn buurman
En zijn thuisloze vriend
Ze vinden ze te lawaaierig
Er staat al dagen een ladder tegen de gevel
En in het trappenhuis ruikt het naar wiet
Mijn wietvriendin heeft het er moeilijk mee
Ik ben meteen razend
Wanneer is dit gebeurd?
Wie heeft het georganiseerd?
En waar zijn ze mee bezig!
Want wat die leuke dametjes niet weten
In hun veilige huisjes
Die uit verveling elkaar gaan lastig vallen
Is dat mijn buurman
Vele jaren van op de bank bij
Dan weer eens die
En dan weer eens die doorbracht
En nu eindelijk
Een dak boven zijn hoofd heeft
Waar hij heel blij mee is
En zeker weleens te luid is
In zijn jovialiteit met de straat
Maar als hij klachten van hen krijgt
Dan gaat hij de straat weer op
Ik ben werkelijk razend
Waarom is ze niet eerder gekomen?
Waarom heeft ze niets gezegd?
Niets tegen die vrouwen beneden?
Waarom is ze niet opgestaan?
Ze heeft niet getekend, zegt ze
Voor mij is dit het hoogste verraad dat er bestaat
Ik ben de dochter van een holocaust survivor
Mijn moeder heeft ondergedoken gezeten
Dit zijn de mensen die je uitleveren
Omdat ze niets anders te doen hebben
Hun ongemakjes
Kan het leven van de twee mannen naast me verwoesten
Ze durfde het niet te zeggen
Ze wist niet of ze er goed aan zou doen
Maar ik heb geen oren meer voor haar lastige positie
Ik vertel het de buurman
Die gaat een charme offensief inzetten
Praten met degene die het op heeft gezet
Er staan namen van vrouwen op de lijst
Die in een ander gebouw wonen!
En ik ga naar beneden tijdens de koffie morgen
En ze vertellen
Dat dit de mannen zijn
Die hun gaan redden
Die ze uit hun huis zullen tillen
Als er brand uitbreekt
Die ze kunnen inschakelen
Voor klusjes die ze zelf niet kunnen
Waarom ga je daar zo mee om?
Waarom wordt er niet gewoon op de deur geklopt?
En tegen ze gezegd dat ze overlast geven
Gepraat!
Waarom een petitie, God beter het!

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, als-je-één-mens-redt-dan-red-je-de-wereld-story



This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.