Mijn leven is kostbaar

En David stak over naar de andere kant
En stond op de bergtop ver weg
De ruimte tussen hen was groot
En David riep tot het volk
En tot Avner, de zoon van Ner:
Zul je niet antwoorden, Avner?
En Avner antwoordde en zei:
Wie ben jij
Die de koning heeft geroepen?
En David zei tegen Avner:
Ben jij geen dappere man?
En wie is er zoals jij in Israël?
En waarom heb je de heer de koning
Niet bewaakt?
Want iemand van het volk
Kwam om de koning, jouw heer
Te vernietigen
Dit wat jij hebt gedaan
Is niet goed
Zo waar als de Eeuwige leeft
Je bent de dood waard
Want jij hebt niet over je heer gewaakt
Over de gezalfde van de Eeuwige
En nu?
Zie waar de speer van de koning is
En de kruik met water
Die bij zijn hoofd was
En Shaul herkende de stem van David
En zei:
Is dat jouw stem, mijn zoon David?
En David zei:
Mijn stem, mijn heer, oh koning
En hij zei:
Waarom achtervolgt mijn heer
Zijn dienaar?
Want wat heb ik gedaan?
En welk kwaad is er in mijn hand?
En nu laat mijn heer de koning
De woorden van zijn dienaar horen
Als de Eeuwige mij tegen u op heeft gezet
Zal hij een offer accepteren
Maar als de zonen van mensen
Vervloekt zijn zij voor de Eeuwige
Want zij hebben mij vandaag verdreven
En weerhouden
Me vast te houden
Aan het erfgoed van de Eeuwige
Toen ze zeiden:
Ga, andere goden aanbidden*
En nu, laat mijn bloed niet
Op de grond vallen
Weg van het aangezicht van de Eeuwige
Want de koning van Jisraël
Is er op uit gegaan
Om een vlo te zoeken
Zoals de patrijs in de bergen jaagt
En Shaul zei:
Ik heb gezondigd
Keer terug, mijn zoon David
Want ik zal je niet langer kwaad doen
Want mijn leven was kostbaar
In jouw ogen deze dag
Zie, ik heb dwaas gehandeld
En grove fouten gemaakt
En David antwoordde en zei:
Zie de speer van de koning
Laat nu één van de jongelingen
Over komen
En hem nemen
En de Eeuwige zal iedere man belonen
Voor zijn rechtvaardigheid
En zijn trouw
Want de Eeuwige leverde jou vandaag
In mijn hand uit
En ik wilde mijn hand niet uitstrekken
Tegen de gezalfde van de Eeuwige
En let op
Zoals jouw leven deze dag
Kostbaar was
in mijn ogen
Zo zal mijn leven kostbaar zijn
In de ogen van de Eeuwige
En Hij zal mij redden
Van alle ellende
En Shaul zei tegen David:
Gezegend zul je zijn
Mijn zoon David
Je zult zowel grote dingen doen
Als overwinnen
En David ging op zijn weg
En Shaul keerde terug naar zijn plaats
(eigen vertaling)

*In die tijd was het gebruikelijk
Dat als iemand naar het ‘buitenland’ ging
Hij andere goden zou aanbidden
Dus als iemand zegt:
Ga andere goden aanbidden
Dan is diegene verbannen


Dit is de tweede keer dat David
Het leven van Shaul spaart
Maar ik vind hem ook iets van een pestkop hebben
De vernederende afgeknipte mantel
Tijdens zijn stoelgang
En nu de weggenomen speer
En kruik vlakbij Shauls hoofd
Ik zie die twee mannen tegen elkaar schreeuwen
Van de ene bergtop naar de andere
Hé, moet je mij hebben?
Waarom?!

Er wordt bij de buurman
Met al zijn sores
Behalve veel geschreeuwd:
Ik ben er!
Ik besta!
Gelukkig ook
Veel gelachen
Ik hoor de lach
Door zijn buik ronken
Vanochtend heeft hij
Toch echt een stoere bonk adrenaline
De blaadjes van de olijfboom gekust
Dankjewel olijfje
Hoorde ik hem zeggen
Voor je mooie blaadjes
En daarna hoorde ik zijn zware stem
Liedjes zingen
Tulpen uit Amsterdam
Thank God
Voor mijn buurman op zijn balkon

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, Listen-do-you-want-to-know-a-secret





This entry was posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.