Tweehonderd broden

En de jongemannen van David
Keerden om naar hun weg
En keerden terug
En vertelden hem al deze woorden
David zei tegen zijn mannen:
Laat iedere man zijn zwaar aan gorden
En iedere man gordde zijn zwaard aan
Ook David gordde zijn zwaard aan
En ze gingen omhoog achter David aan
Ongeveer vierhonderd man
En tweehonderd bleven bij de goederen
En één van de jeugdige van de jongelingen
Vertelde Abigail, de vrouw van Naval:
Let op, David stuurde boodschappers
Vanuit de woestijn om onze meester te groeten
En hij heeft ze verdreven
En de mannen zijn heel goed voor ons
En we zijn niet tot schande gebracht
Noch ontbrak het ons aan iets
Tijdens de hele tijd dat we bij hen waren
Toen we in het veld waren
Ze waren een muur over ons
Zowel ’s nachts als overdag
De hele tijd dat we met hen waren
Terwijl we de schapen hoedden
En nu, weet en zie wat je doet
Want het kwaad is besloten
Tegen onze meester
En tegen iedereen in zijn huishouden
En hij is zo’n laag persoon
Dat men niet met hem kan spreken
En Abigail haastte zich
En ze nam tweehonderd broden
En twee kruiken wijn
En vijf gevulde schapen
En vijf seah* geroosterd graan
En honderd trossen rozijnen
En twee honderd vijgenkoeken
En ze zette dit op de ezels
En ze zei tegen haar jongelingen
Ga voor me uit
Let op, ik kom achter jullie aan
En ze vertelde het niet
Aan haar man Naval
En het gebeurde
Dat ze op de ezel reed
En naar beneden kwam
Onder de beschutting van de berg
En let op
David en zijn mannen
Kwamen haar uit naar beneden
En ze ontmoetten haar
En David zei:
Voorwaar, tevergeefs heb ik
Al deze kerels in de woestijn bewaakt
Zodat er niets ontbrak
Aan alles wat van hem is
Maar hij heeft me kwaad
Voor goed teruggegeven
Zo zal God doen tegen
Davids vijanden
En zo zal Hij blijven doen
Als ik bij het ochtendlicht
Van alles dat hij heeft
Ook maar één hond overlaat
(eigen vertaling)


*Een seah is een bijbelse inhouds maat
1 seah is ongeveer 7 liter


Het was in die tijd een grote zonde
Om mensen die lange reizen hadden gemaakt
Niet te drinken te geven en te voeden
Met wat er om handen was
Dat kon immers een kwestie
Van leven en dood zijn
David neemt het zeer hoog op
Maar daar is Abigail, gelukkig
De intelligente, mooie vrouw van Naval
Zij gaat het proberen goed te maken

De plannen waren weer groots
Ik dacht, misschien ga ik naar Zandvoort
Het is mooi weer
Er is markt
Lekker op een terrasje zitten
Even eruit
Maar het werd niets
Gelukkig vanochtend wel op de hometrainer
Half uurtje gefietst
Want voor de rest
Blijf ik lekker hangen rond mijn huis
Beetje pielen op het balkon
Vanochtend samen met de buurman
Zijn verrukkelijke olijfboom gesnoeid
Die nu over de schutting piept
Om mij blij te maken
En zo ben ik in een bejaardenhuis
In Haarlem
Toch thuis
Alsof in het land van mijn hart

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, wie-goed-doet-die-goed-ontmoet-zegt-mijn-moeder-story





This entry was posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.