En ze gingen waar ze heen zouden gaan

En ze vertelden David:
Let op
De Filistijnen voeren oorlog tegen Ke’ilah
Ze plunderen de dorsvloeren
En David vroeg de Eeuwige:
Zal ik gaan en deze Filistijnen verslaan?
De Eeuwige zij tegen David:
Ga en je zult de Filistijnen verslaan
En Ke’ilah redden
Maar Davids mannen zeiden tegen hem:
Let op
We zijn hier in Judah al bang
Hoeveel te meer
Als we naar Ke’ilah gaan
Naar het slagveld van de Filistijnen?
En David bleef de Eeuwige raadplegen
De Eeuwige antwoordde hem en zei:
Sta op, ga naar beneden naar Ke’ilah
Want ik geef de Filistijnen in jouw hand
En David en zijn mannen gingen naar Ke’ilah
En bevochten de Filistijnen
Hij voerde hun vee weg
En sloeg hen met een grote slag
David redde de inwoners van Ke’ilah
Het gebeurde toen Aviatar
Naar David vluchtte
Naar Ke’ilah
Dat de efod (priesterlijk gewaad)
In zijn hand viel
En het werd bekend gemaakt aan Shaul
Dat David naar Ke’ilah was gegaan
Shaul zei:
God heeft hem in mijn hand uitgeleverd
Want hij is ingesloten
Door in een stad
Met deuren en grendels te komen
En Shaul riep alle mensen op tot oorlog
Om naar beneden naar Ke’ilah te gaan
En David en zijn mannen te belegeren
David wist dat Shaul
Het kwaad tegen hem
Aan het beramen was
Hij zei tegen Aviatar de priester:
Breng de Efod dichterbij
En David zei:
Oh Eeuwige, God van Jisraël
Uw dienaar heeft gehoord
Dat Shaul naar Ke’ilah wil komen
Om de stad te vernietigen
Enkel om mij
Zullen de inwoners van Ke’ilah
Mij in zijn hand uitleveren?
Zal Shaul naar beneden komen
Zoals Uw dienaar gehoord heeft?
Oh Eeuwige, God van Jisraël
Vertel het nu aan Uw dienaar!
En de Eeuwige zei:
Hij zal naar beneden komen
David vroeg:
Zullen de inwoners van Ke’ilah
Mij en mijn mannen uitleveren
In de hand van Shaul?
En de Eeuwige zei:
Zij zullen je uitleveren
Maar David en zijn mannen
Ongeveer zeshonderd man
Stonden op
En verlieten Ke’ilah
En ze gingen waar ze heen zouden gaan
En het werd verteld aan Shaul
Dat David ontsnapt was uit Ke’ilah
En hij onthield zich van verder te gaan
En David verbleef in de woestijn
In de vestingen
En hij verbleef in de bergen
In de woestijn van Zif
En Shaul zocht hem alle dagen
Maar God leverde hem niet uit
In zijn hand
(eigen vertaling)

Je zou denken dat Shaul
Blij zou zijn met David
Hij verslaat de Filistijnen voor hem
In Ke’ilah
Maar de waanzin houdt hem gevangen
De concurrentie wellicht te groot?
Hij blijft proberen David om te brengen

Mijn moeder zegt:
Je wordt wel achterlijk als je oud bent
Oh, zeg ik, wat dan?
Nou ja, gewoon
Geef eens een voorbeeld
Nou, dan gaat ze opeens zingen
In het Italiaans
Op haar manier dan, zegt ze erbij
Als ze op de wc zit
Oh, zeg ik, dat deed je vroeger ook hoor
Dan stond je te galmen in de keuken
Is toch heerlijk
Je innerlijke vreugde komt eruit
Ze vindt het achterlijk
Maar dat zit blijkbaar in de familie
Want, vertel ik
Toen ik nog in Zandvoort woonde
En het in de zomer heel druk was rond mijn huis
Aan de voor en de achterkant
Dan deed ik de deur van de keuken weleens open
En jodelde een tarzankreet over de parkeerplaats
Alle mensen keken omhoog
Maar ik deed de deur keurig weer dicht
Dat vindt ze dan wel weer leuk

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, shabbat-shalom-story


This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art, Thuis and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.