Hij veranderde zijn spraak voor hun ogen

Hij stond op en ging weg
Jonathan kwam naar de stad
En David kwam naar Nob
Naar Achimelech de priester
En Achimelech kwam bevend naar David
En zei:
Waarom ben je alleen
En is er niemand bij je?
En David zei tegen Achimelech de priester:
De koning heeft me iets opgedragen
En zei tegen me:
Laat niemand er iets van weten
Waarvoor ik je stuur
En waarmee ik je heb belast
En ik heb het de jongemannen
Moeilijk gemaakt
Door vooruit te gaan
Naar een verborgen
Geheime plaats
En nu, wat heb je in je bezit?
Vijf broden?
Geef ze in mijn hand
Of wat er ook gevonden wordt
En de priester antwoordde David
En zei:
Er is geen gewoon brood
In mijn bezit
Maar er is heilig brood
Echter alleen als de jongemannen zich
Onthouden hebben van vrouwen
En David antwoordde de priester
En zei tegen hem:
Vrouwen zijn ons onthouden
Sinds gisteren
En eergisteren toen ik vertrok
En de kleding van de jongemannen
Is geheiligd
Op een gebruikelijke manier
Zelfs als het vandaag nog
In het vat zou worden geheiligd
En de priester gaf hem
Geheiligd brood
Want er was daar geen brood
Behalve het toonbrood
Dat van voor de Eeuwige was weggenomen
Om er warm brood te plaatsen
Op de dag dat het werd weggenomen
En er was op die dag
Een man van Shauls bedienden
Vastgehouden voor de Eeuwige
En zijn naam was Doeg, de Edomiet
Hoofd van Shauls schaapherders
En David zei tegen Achimelech:
En als er hier een speer
Of een zwaard
In uw bezit is…
Want ik heb mijn zwaard
Noch mijn wapens ter hand genomen
Want de zaak van de koning was dringend
En de priester zei:
Het zwaard van Goliath, de Filistijn
Die jij gedood hebt
In het dal van de terebinthbomen
Let op
Het is in een kleed gehuld
Achter de efod (priesterlijk gewaad)
Als je dat voor jezelf wilt nemen
Neem het
Want er is behalve dat niets anders
En David zei:
Er is niets zoals dit
Geef het me
En David stond op
En vluchtte die dag
Voor Shaul
En hij kwam bij Achish
De koning van Gath
En de bedienden van Achish
Zeiden tegen hem:
Is dit David niet
De koning van het land?
Was het niet om hem
Dat ze zingend met muziekinstrumenten
Naar buiten kwamen
Terwijl ze zongen:
Shaul heeft zijn duizenden gedood
En David zijn tienduizenden?
En David nam deze woorden ter harte
En werd heel erg bang
Voor Achish, de koning van Gath
En hij veranderde zijn spraak
Voor hun ogen
En veinsde krankzinnigheid voor hen
En hij krabbelde
Op de deuren van de poort
En liet zijn speeksel
Over zijn baard lopen
En Achish zei tegen zijn dienaren:
Let op!
Je ziet een man die krankzinnig is
Waarom breng je hem naar mij?
Heb ik een tekort aan waanzinnigen
Dat jullie deze hebben gebracht
Om te razen in mijn bijzijn?
Moet deze in mijn huis komen?
(eigen vertaling)


Slim van David
De dienaren van de koning van Gath
Hadden hem herkend
De vijand die tienduizenden heeft omgelegd
David had door
Dat hij daar daarom niet veilig was
En doet alsof hij krankzinnig is
Hoe dat eruit ziet wist hij door Shaul
Als die door de Eeuwige bezeten werd
En als een volleerd acteur
Begint hij te brabbelen
En laat het kwijl over zijn baard stromen

Het huis is gepoetst
Dat was een opgave
Ik had er zo geen zin in
Maar nu is alles schoon
En blinkt het alvast voor mij
Morgen een gemberkoek
Voor mijn vader bakken
Nog wat lekkere verrassingen
Voor in het hotel
En dan kan ik dinsdagochtend
De slingers ophangen
Als de diamantjes
Aankomen rijden
Dan zien ze het balkon
Volledig voor hun opgetooid

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, eer-je-vader-en-moeder-story




This entry was posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.