Vreugde

En Nachash de Ammoniet trok op
En belegerde Jabesh Gilead
En alle mensen van Jabesh Gilead
Zeiden tegen Nachash:
Maak een verdrag en we zullen u dienen
En Nachash de Ammoniet zei tegen hen:
Onder deze voorwaarde
Zal ik een verdrag met jullie sluiten
Door het rechteroog
Van ieder van jullie uit te steken
Zal ik er voor zorgen dat het een schande is
Voor heel Jisraël
En de oudsten van Jabesh zeiden tegen hem
Geef ons zeven dagen de tijd
Zodat we boodschappers kunnen sturen
Over de hele grens van Jisraël
En als er niemand is om ons te redden
Zullen we naar buiten komen
De boodschappers kwamen bij Gibeah van Shaul
En spraken de woorden in de oren van het volk
En de mensen verhieven hun stem en huilden
En let op
Shaul kwam achter zijn vee aan het veld af
En Shaul zei:
Wat is er met de mensen aan de hand
Dat ze huilen?
En ze vertelden hem de woorden
Van de mensen uit Jabesh
De geest van de Eeuwige kwam over Shaul
Toen hij deze woorden hoorde
Hij ontstak in grote woede
En hij nam een span ossen
En sneed ze in stukken
En stuurde die over de hele grens van Jisraël
In de handen van de boodschappers
En zei:
Wie niet optrekt achter Shaul en achter Samuel
Met diegene hun ossen
Zal dan zo worden gedaan
En vrees voor de Eeuwige kwam over het volk
En ze trokken op als één man
En hij telde ze in Bezek
En de kinderen van Jisraël waren driehonderdduizend
En de mannen van Judah dertigduizend
En ze zeiden tegen de boodschappers die waren gekomen:
Zeg dit tegen de mensen in Jabesh Gilead:
Morgen tegen de tijd als de zon heet is
Zul je bevrijd zijn
En de boodschappers kwamen
En vertelden dit aan de mensen in Jabesh
En ze verheugden zich
En de mensen van Jabesh zeiden:
Morgen zullen we naar buiten komen
En kunnen jullie met ons doen
Wat goed is in jullie ogen
De volgende dag verdeelde Shaul
De mannen in drie groepen
En ze kwamen midden in het kamp
Tijdens de ochtendwacht
En ze sloegen de Ammonieten
Tot aan het heetst van de dag
En zij die overleefden
Vluchtten overal heen
Geen twee van hen bleven samen
En het volk zei tegen Samuel:
Lever de mannen uit die vragen:
Zal Shaul over ons heersen?
En we zullen ze ter dood brengen
Maar Shaul zei:
Geen enkel mens zal vandaag
Ter dood worden gebracht
Want vandaag heeft de Eeuwige
Jisraël gered
Samuel zei tegen het volk:
Kom, laten we naar Gilgal gaan
En daar het koningschap vernieuwen
En alle mensen gingen naar Gilgal
En daar maakten ze Shaul koning
Voor de Eeuwige in Gilgal
En daar slachtten ze vredesoffers voor de Eeuwige
En Shaul en alle mensen waren uitzinnig van vreugde
(eigen vertaling)

Het is Shaul’s eerste oorlog
En hij weet meteen heel Jisraël achter zich te krijgen
330.000 mannen overvallen de Ammonieten in hun kamp
En leveren een slachtpartij waarbij zij die het overleefden
Moederziel alleen moesten vluchtten
Goede binnenkomer lijkt me
Want Shaul wordt opnieuw als koning aan het volk voorgesteld
Met alle vredesoffers die erbij horen
Waar de kinderen van Jisraël van konden genieten
Want zo langzamerhand is denk ik duidelijk
Dat de offers die gebracht werden
Niet enkel in rook opgingen voor de Eeuwige
Maar juist feestmaaltijden waren
Om de Eeuwige te danken met familie, vrienden en bekenden

Fijne dag
De roos waar ik met bloed zweet en tranen
Aan heb gewerkt
Is in de oven
Nu is het alle wijsheid van boven aanroepen
Om te vragen dat het goed gaat
Het wordt mijn cadeau
Voor het 60-jarige huwelijk van mijn ouders
Dat we dit jaar samen gaan vieren
Feestkleding is al besteld en binnen
Nu hoop ik dat mijn roos mooi wordt
Want ik heb tegen mijn moeder gezegd
Geen rotzooi
Als er iets kapot gaat dan verzin ik iets anders

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, en-zij-verheugde-zich-story

This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.