In hun verborgen delen

Nu hadden de Filistijnen de Ark van God genomen
En brachten het van Eben Ha’ezer naar Ashdod
De Filistijnen namen de Ark van God
En brachten het naar het huis van Dagon*
En zetten die naast Dagon
En de inwoners van Ashdod
Stonden vroeg in de morgen op
En zie
Dagon was op zijn gezicht
Op de grond gevallen
Voor de Ark van de Eeuwige
En zij zetten hem weer op zijn plaats
En zij stonden de volgende morgen vroeg op
En let op
Dagon was op zijn gezicht op de grond gevallen
Voor de Ark van de Eeuwige
En Dagon’s hoofd
En de twee palmen van zijn handen
Waren afgehakt
En lagen op de drempel
Alleen de romp van Dagon
Bleef van hem over
Daarom betreden de priesters van Dagon
En allen die naar het huis van Dagon komen
De drempel niet van Dagon in Ashdod
Tot op deze dag
En de hand van de Eeuwige werd zwaar
Voor de Ashdodieten
En Hij verwoestte hen
En Hij sloeg ze met aambeien
Ashdod en zijn grensgebieden
En de mensen van Ashdod
Zagen dat het zo was
En ze zeiden:
Laat de Ark van de God van Jisraël
Niet bij ons verblijven
Want Zijn hand is hevig tegen ons
En tegen Dagon, onze god
En zij stuurden bericht
En verzamelden al de vorsten
Van de Filistijnen bij zich
En ze zeiden:
Wat zullen we doen met de Ark
Van de God van Jisraël?
En ze zeiden:
Laat de Ark van de God van Jisraël
Rond gebracht worden naar Gat
En daarna brachten ze
De Ark van de God van Jisraël naar Gat
En het gebeurde nadat ze het hadden gebracht
Dat de hand van de Eeuwige op de stad was
Met grote paniek
En Hij sloeg de mensen van de stad
Zowel jong als oud
En aambeien braken uit
In hun verborgen delen
En ze stuurden de Ark van God weg naar Ekron
En toen de de Ark van God naar Ekron kwam
Schreeuwden de Ekronieten het uit:
Ze hebben de Ark
Van de God van Jisraël naar me gebracht
Om mij en mijn volk te doden
En zij stuurden bericht
En verzamelden alle vorsten van de Filistijnen
En ze zeiden:
Stuur de Ark van de God van Jisraël weg
En laat het terugkeren naar Zijn plaats
Zodat het mij en mijn volk niet doodt
Want er was dodelijke paniek in de hele stad
En de hand van God was daar zeer zwaar
En de mensen die niet stierven
Werden geslagen met aambeien
En het geschreeuw van de stad
Steeg naar de hemel
(eigen vertaling)

Wat een gruwelijk verhaal!
In de geschriften word er als toelichting van Rashi
Belangrijk Schriftgeleerde
Verteld over een heuse aambeien plaag
De plaag van het rectum
Muizen zouden het rectum binnen gaan
De ingewanden verwijderen
En naar buiten kruipen
Oi va voi, en dat op de vroege zondagochtend!

*Dagon is een afgod die op een vis lijkt


Mijn wietvriendin dronk
Kopje thee in mijn tuin
Nou ja op mijn weelderige balkon
Waar de wilde bloemen
Beginnen te ontluiken
Behalve de rozen
Die hebben roetdauw
Ik probeer ze terug te snoeien
Maar telkens krijgen de nieuwe blaadjes
Die lelijke zwarte vlekken
Opeens houdt ze twee van mijn zielige rozen vast
Ik zeg:
Niet aankomen!
Ja maar, ze was voor de rozen aan het bidden
Healing
Dat kan ze gelukkig ook zonder aanraken
Ik wil het niet, zeg ik
Oh helemaal niet, zegt ze
Ja, zeg ik en laat het daarbij
Afgoderij!
Mijn huis mijn tempel
Van mijn bloemen afblijven
Maar dat zeg ik allemaal niet

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, sommige-zaken-zijn-heilig-story



This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.