Tenhemelschreiend

Na Avimelech stond Tola op
Om Jisraël te redden
De zoon van Puah
De zoon van Dodo
Een man uit Issachar
En hij woonde in Shamir
In het gebergte van Efraïm
En hij oordeelde drieëntwintig jaar
Over Jisraël
En hij stierf en werd begraven in Shamir
En na hem stond Jaïr op
De Gileadiet
En hij oordeelde tweeëntwintig jaar
Over Jisraël
En hij had dertig zonen
Die reden op dertig witte, jonge hengsten
En ze hadden dertig steden
Ze noemden die
Tot op de dag van vandaag:
De steden van Jaïr
Die in het land van Gilead zijn
En Jaïr stierf
En hij werd begraven in Kamon
En de kinderen van Jisraël
Bleven doen wat de Eeuwige mishaagde
En ze dienden de Baäls
En de Astartes
En de goden van Aram
En de goden van Zidon
En de goden van Moab
En de goden van de kinderen van Ammon
En de goden van de Filistijnen
Ze verlieten de Eeuwige
En dienden Hem niet
En de woede van de Eeuwige vlamde op
Tegen Jisraël
En hij leverde hen uit
In de hand van de Filistijnen
En in de hand van de kinderen van Ammon
En zij verpletterden en braken dat jaar
De kinderen van Jisraël
Al de kinderen van Jisraël
Die aan de overkant van de Jordaan waren
In het land van de Amorieten
Dat in Gilead is
En de kinderen van Ammon
Staken de Jordaan over
Om tegen Judah te vechten
En tegen Benjamin
En tegen het huis van Efraïm
En Jisraël was zeer in het nauw gedreven
En de kinderen van Jisraël
Riepen tot de Eeuwige
En zeiden:
We hebben gezondigd tegen U
Want we hebben onze God verlaten
En hebben de Baäls gediend
En de Eeuwige zei tegen de kinderen van Jisraël:
Heb Ik jullie niet gered
Van de Egyptenaren
En van de Amorieten
Van de kinderen van Ammon
En van de Filistijnen
De Sidoniërs
En Amalek
En Maon heeft jullie onderdrukt
Jullie riepen tot Mij
En ik redde jullie uit hun hand
En jullie hebben Mij verlaten
En andere goden gediend
Daarom zal ik jullie niet langer redden
Ga en roep de goden aan
Die jullie hebben gekozen
Laat hen jullie redden
In deze tijd van jullie nood
En de kinderen van Jisraël
Zeiden tegen de Eeuwige:
We hebben gezondigd
Doe met ons wat U goeddunkt
Alleen red ons nu
Op deze dag
En ze verwijderden de vreemde goden
Uit hun midden
En dienden de Eeuwige
En Zijn ziel werd bedroefd geraakt
Door de moeite van Jisraël
En de kinderen van Ammon
Verzamelden zich
En sloegen hun kamp op in Gilead
En de kinderen van Jisraël
Verzamelden zich
En sloegen hun kamp op in Mitzpa
En het volk
De vorsten van Gilead
Zeiden elk tegen hun vriend:
Wie ook de man zal zijn
Die begint te vechten
Tegen de kinderen van Ammon
Die zal hoofd worden
Over alle inwoners van Gilead
(eigen vertaling)

Zelfs de Eeuwige heeft er geen trek meer in
Dat ontrouwe volk te redden
Hij heeft ze al uit zoveel handen van vijanden
Weten te bevrijden
Nu zoeken ze het zelf maar uit
Met hun zelfgekozen afgoden
Laten die het maar opknappen
Totdat Zijn hart smelt
En de ziel van de Eeuwige geraakt wordt
Door de moeite die de kinderen van Jisraël deden
Om weer bij Hem in de gunst te komen

Vandaag is het Jom Hashoa in het land van mijn hart
Holocaust Remembrance Day
Heel het land stond vanochtend twee minuten stil
En nog steeds is er geen deal met Hamas over de gijzelaars
En nog steeds is er geen staakt het vuren
En nog steeds is het verdriet tenhemelschreiend

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, wanneer-stopt-het-story



This entry was posted in @Work, kunst, Land van mijn Hart, literatuur and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.