Kom en schuil in mijn schaduw

Toen zeiden alle bomen
Tegen de doornstruik:
Kom jij, en regeer over ons
En de doornstruik zei tegen de bomen:
Als jullie me werkelijk tot jullie koning zalven
Kom dan en schuil in mijn schaduw
Maar zo niet
Laat dan vuur uit de doorn komen
En de ceders van Libanon verteren
Welnu, als jullie in waarheid
En oprecht gehandeld hebben
Door Avimelech koning te maken
En jullie goed gehandeld hebben met Jerubbaäl
En zijn huis
En voor hem alles gedaan hebben
Naar de verdiensten van zijn handen
Want mijn vader heeft voor jullie gevochten
En zijn leven op het spel gezet
En jullie gered uit de hand van Midian
En jullie zijn vandaag opgestaan
Tegen het huis van mijn vader
En hebben zijn zonen vermoord
Zeventig man op één steen
En Avimelech
De zoon van zijn bijvrouw
Koning gemaakt over de inwoners van Shechem
Omdat hij jullie broeder is
Welnu als jullie vandaag in waarheid
En oprecht gehandeld hebben
Met Jerubaäl en zijn huis
Verheug je dan met Avimelech
En laat hem zich ook verheugen met jullie
Maar zo niet
Laat dan vuur uit Avimelech komen
En de inwoners van Shechem
En Beth Millo verteren
En Jotham ging er vandoor
En vluchtte
En ging naar Beër
Daar woonde hij
Vanwege Avimelech, zijn broer
En Avimelech heerste
Drie jaar over Jisraël
En God stuurde een kwade geest
Tussen Avimelech
En de bewoners van Shechem
En de inwoners van Shechem
Waren Avimelech ontrouw
Om het onrecht dat gedaan was
Aan de zeventig zonen van Jerubbaäl
En dat hun bloed dat hij vergoten heeft
Op naam van Avimelech
Hun broer, die ze vermoord heeft
Gezet werd
En op naam van de inwoners van Shechem
Die zijn hand gesterkt hebben
Door zijn broers te vermoorden
En de bewoners van Shechem
Zetten hinderlagen voor hem op
Op de toppen van de bergen
En ze beroofden iedereen die
Langs die weg aan hen voorbijkwam
En het werd aan Avimelech verteld
En Gaäl, de zoon van Eved
Kwam met zijn broers
En zij gingen Shechem binnen
En de bewoners van Shechem
Vertrouwden op hem
En zij gingen het veld in
En verzamelden de druiven
Van hun wijngaarden
En persten die
En maakten dansjes
En ze kwamen in het huis van hun God
En aten en dronken
En vervloekten Avimelech
En Gaäl, zoon van Eved zei:
Wie is Avimelech
En wie is Shechem
Dat wij hem zouden moeten dienen?
Is hij niet de zoon van Jerubaäl
En Zebul zijn officier?
Dien de mannen van Chamor
De vader van Shechem
Maar waarom zouden we hem dienen?
En zou dit volk onder mijn hand zijn
Dan zou ik Avimelech verwijderen
En hij zei tegen Avimelech:
Vergroot je leger
En kom naar buiten
(eigen vertaling)

Avimelech was volgens de geschriften
Een gewelddadig en arrogant leider
Zijn leiderschap heeft dan ook niet lang geduurd
Slechts drie jaar heerste hij over de kinderen van Jisraël

Mijn moeder vindt het een rot wereld
Waar maar 10.000 mensen
Naar de dodenherdenking op de Dam kunnen
En degene die kaarten hebben
Die voor ik-weet-niet-hoeveel doorverkopen
Online of op Facebook
Of hoe ze dat ook noemen
Misschien een schrale troost voor mijn moeder
Op de Dam zullen geen Joden zijn
Omdat het shabbat is
Zij herdenken vandaag
Her en der

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, never-again-is-now-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Thuis and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.