Zorg toch voor me

En aan Kaleb
De zoon van Jefunneh
Gaf hij een deel
Onder de kinderen van Judah
Volgens het gebod van de Eeuwige aan Joshua
Zelfs Kirjath Arba
Dat Hebron is
De vader van de reuzen
En Kaleb verdreef er de drie zonen van de reus
Sheshai, Achiman en Talmai
De kinderen van de reus
En hij ging van daar naar de inwoners van Debir
En de naam van Debir
Was voorheen Kirjath Sefer
En Kaleb zei:
Hij die Kirjath Sefer verslaat
En het inneemt
Aan hem zal ik Achsah, mijn dochter
Tot vrouw geven
En Othniël, de zoon van Kenaz
De broer van Kaleb nam het in
En hij gaf hem Achsah, zijn dochter tot vrouw
En het gebeurde
Toen ze naar hem toe kwam
Dat ze hem overhaalde
Aan haar vader een stuk land te vragen
En ze leunde van de ezel af
En Kaleb zei tegen haar:
Wat ontbreekt je
En ze zei:
Zorg toch voor mijn voedsel
Want je hebt me een verdord land gegeven
Geef me ook waterbronnen
En hij gaf haar de hoge bronnen
En de lage bronnen
Dit is het erfdeel van de stam
Van de kinderen van Judah
Volgens hun families
En de buitenste steden
Van de stam
Van de kinderen van Judah
In de richting van de zuidelijke grens met Edom
Waren Kabzeel, Eder en Jagoer
Kinah, Dimonah en Adadah
En Kedesh, Chatzor en Ithnan
Ziph, Telem en Bealoth
En Chatzor, Hadattah en Kerioth
En Chetzron, dat is Chatzor
Amam, Shema en Moladah
En Chatzar Gaddah, Chesmon en Beth Pelet
En Chatzar Shual, Beer Sheva en Bizijothiah
Ba’alah en Lim en Etzem
En Eltolad, Chesil en Chormah
En Tziklag, Madmannah en Sansannah
En Lebaoth, Shilchiem, Ain en Rimmon
Het waren in totaal 29 steden
Met hun dorpen
(eigen vertaling)

Het is weer een hele opsomming
Met de namen van alle steden
Die behoren tot de kinderen van Judah
Interessant vind ik wel
Dat Othniël met zijn nichtje trouwt
Die meteen het ijzer smeedt als het heet is
En van de ezel af leunt
Als ze haar vader om beter land
En waterbronnen smeekt
Volgens de geschriften
Is dat ‘af leunen’ hetzelfde als op de knieën vallen

Ik kon vanochtend mijn draai
Op keramiekles niet vinden
Onrustige plannetjes in mijn hoofd
Heb voor maandag
Een spannende afspraak gemaakt
Maar het zorgde ervoor dat ik geen geduld had
Voor handen in de klei
Ik ging buiten mijn boekje
Me met anderen bemoeien
En vertellen hoe ze het beter konden doen
En ik dacht
Ik moet naar huis
Met eindeloos veel tijd om handen
Daar ga ik het vervolg van het appeltje maken
Dat overigens wel goed gelukt is
Nu worden theelicht-bolletje
Appel, deksel en lepeltje gebakken
Mogen ze er heel uitkomen
Want ik geloof niet
Dat ik het nog een keer wil maken

Jezzebel,
Tussen water

Art: Pascale, soms-zit-het-mee-soms-zit-het-tegen-story

This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.