Op de dag dat er geen manna was

En de kinderen van Jisraël
Sloegen hun kamp op in Gilgal
En ze brachten het Pesach-offer
Op de veertiende dag van de maand
’s Avonds
Op de vlakten van Jericho
En toen aten zij graan
Van het land
Op de dag van Pesach
Ongerezen koeken
En geroosterd graan
Op juist deze dag
Dat er geen manna meer was
Op de dag dat ze van het graan aten
Van het land
De kinderen van Jisraël
Hadden geen manna meer
En ze aten van de opbrengst
Van het land Kanaän dat jaar
En het gebeurde toen Joshua
In Jericho was
Dat hij zijn ogen opsloeg
En zag
Let op
Er stond een man tegenover hem
Met getrokken zwaard in de hand
En Joshua ging naar hem toe
En zei:
Bent u voor ons
Of voor onze tegenstanders?
En hij zei:
Nee, maar ik ben de aanvoerder
Van het leger van de Eeuwige
Ik ben nu gekomen
En Joshua viel met zijn gezicht ter aarde
En boog zich neer
En zei tegen hem:
Wat zegt mijn heer
Tegen zijn dienaar?
En de aanvoerder van het leger
Van de Eeuwige
Zei tegen Joshua:
Verwijder je schoenen
Van je voeten
Want de plaats waar je op staat
Is heilig
En Joshua deed het zo
(eigen vertaling)

Volgens Rashi in de rabbijnse literatuur
Viel er al geen manna meer
Sinds Moshé stierf
Maar toen hebben ze hun voorraad
Kunnen opslaan
Nu, op de ochtend van Pesach
Het Joodse Paasfeest
Het feest waar er geen gegist brood
Gegeten mag worden
Hadden de kinderen van Jisraël
Zowel ongerezen broodkoeken
Als geroosterd graan
Maar manna kwam er niet meer
De kinderen van Jisraël zijn daarmee
Overgegaan van hun spirituele tocht
Door de woestijn
Naar het meer aardse bestaan
Waar iedereen voor zijn eigen voedsel zorgt
En zelf eten klaar maakt

Mijn wietvriendin kan lekker dromen
Nu heeft ze bedacht
Dat we studiemaatjes zijn
Ik ga door de Tenach
Maak mijn vertalingen
Schrijf mijn stukken
En als ik wil weten hoe dat
Bij andere geloven gaat
Want zij is geen Christen
Drukt ze me op het hart
Ze wandelt met Jezus
Ze heeft God gezien
Maar ook Vishna
En Mohammed
En ik weet niet wie allemaal meer
Dan moet ik haar roepen
Ik kan haar niet blijer maken
Maar in mijn ogen is ze een droomster
Ze heeft letterlijk een droom gehad
Dat ze de loterij won
En voor zichzelf een huis kocht
Ik en mijn ouders mochten er ook wonen
Groot genoeg
Geld geen probleem
Dan zag ze zichzelf
Als pottenbakker
Dan kocht ze een draaitafel
En een oven
Dan ging ze pottenbakken
Ga mee naar keramiek, zeg ik
Maar daar heeft ze geen oren naar
Zo laat ze de engelen
Boek over haar leven schrijven
In mijn ogen is ze een kunstenaar
Die het werk niet doet
Dat klopt, zegt ze
Ze is met pensioen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, handen-in-de-klei-verlangen-story



This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.