Veertigduizend bewapende mannen

Het gebeurde toen het volledige volk
De Jordaan was overgestoken
Dat de Eeuwige tot Joshua sprak:
Neem voor jezelf twaalf mannen uit het volk
Een man uit elke stam
En geef ze bevel
Van hieruit
Uit het midden van de Jordaan
Op de plaats waar de voeten
Van de priesters stevig stonden
Twaalf stenen te nemen
En draag die met jullie mee
En laat ze achter op de plaats
Waar je zult overnachten
Deze nacht
En Joshua riep de twaalf mannen op
Die hij had voorbereid
Uit de kinderen van Jisraël
Eén man uit elke stam
En Joshua zei tegen hen:
Ga voor de Ark langs
Van de Eeuwige, je God
In het midden van de Jordaan
En elke man van jullie
Tilt een steen op zijn schouders
Volgens het aantal stammen
Van de kinderen van Jisraël
Opdat dit een teken onder jullie zal zijn
Wanneer jullie kinderen vragen
In de tijd die gaat komen
Waar zijn deze stenen voor?
Dan zullen jullie zeggen:
De wateren van de Jordaan
Werden afgesneden
Voor de Ark van het Verbond met de Eeuwige
Toen die de Jordaan overstak
Werden de wateren van de Jordaan afgesneden
En deze stenen
Zullen als een gedenkteken zijn
Voor de kinderen van Jisraël
Voor altijd
En de kinderen van Jisraël
Deden zoals Joshua had bevolen
En namen twaalf stenen
Uit het midden van de Jordaan
Zoals de Eeuwige het Joshua gezegd had
Overeenkomstig het aantal stammen
Van de kinderen van Jisraël
En droegen die naar hun overnachtingsplaats
En legden ze daar neer
En Joshua zette twaalf stenen
In het midden van de Jordaan
Op de plek waar de voeten
Van de priesters stonden
Die de Ark van het verbond droegen
En daar zijn ze tot de dag van vandaag nog steeds
En de priesters die de Ark droegen
Stonden in het midden van de Jordaan
Totdat alles was voltooid
Wat de Eeuwige Joshua had opgedragen
Tegen het volk te zeggen
Overeenkomstig alles dat Moshé
Joshua had opgedragen
En het volk haastte zich
En stak over
En het gebeurde toen heel het volk
Volledig was overgestoken
Dat de Ark van de Eeuwige overging
En de priesters
In het bijzijn van het volk
En de kinderen van Reuben
En de kinderen van Gad
En de halve stam van Menashe
Staken bewapend over
Vóór de kinderen van Jisraël uit
Zoals Moshé het ze gezegd had
Zo’n veertigduizend
Voor oorlog gewapende mannen
Staken vóór de Eeuwige over
Om te strijden
Naar de vlakten van Jericho
(eigen vertaling)

Veertigduizend bewapende mannen!
Die voor de kinderen van Jisraël
Moesten strijden
Zodat de Ark van het verbond
Met de Eeuwige ongeschonden zou blijven
Het is nu eindelijk zover
De kinderen van Jisraël zijn de Jordaan over
En hebben voet in het beloofde land gezet
Daar vlakbij de Jordaan
Brengen ze hun eerste nacht door

Wat een heroïsch gevoel moet dat zijn
Voor de Kinderen van Jisraël
Zich zo beschermd te weten
Ik weet nog toen ik op de middelbare school zat
Het Nieuwe Lyceum in Hilversum
En in Laren woonde
Gingen we elke dag op de fiets
In kleine groepjes
De hei over
En soms in de lente
En de herfst
Iets met blaadjes
Dan waren er weleens mannen
Die zichzelf naakt aftrokken
Langs onze fietspaden
Dat werd dan omgeroepen op school
Ga niet alleen over de hei!
En de jongens uit de hogere klassen
Begeleidden ons
Op hun brommers totdat we allemaal
De hei over waren gestoken
Soms zag je zo’n man
Zich schamend
Tegen een boom gedrukt staan
Het was een verrukkelijk gevoel van macht
Laat je piemel maar zien
Wij zijn met brommers!

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, the-good-old-days-story


This entry was posted in @Work, kunst, literatuur and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.