Als een arend

Evenals een arend
Als hij zijn broedsel bewaakt
Boven zijn jongen heen en weer vliegt
Zijn vleugels uitspreidt
Het opneemt en op zijn wieken draagt
Zo leidt de Eeuwige het alleen
Geen vreemde god naast Hem
Hij voerde het op
Naar de hoogten van het land
En het genoot
Van de voortbrengselen van de velden
Hij liet het honing puren
Uit de rotsen
En olie uit keihard gesteente
Boter van de koeien
En melk van de schapen
Vet van lammeren
Rammen uit Bashan en bokken
Daarbij het allerbeste uit de graankorrels
En het bloedrode druivennat
Dronk je als vurige wijn
Jeshoeroen werd vet
En trapte achteruit
Je bent dik geworden
Vet en vadsig
Hij verliet de God
Die hem gemaakt had
En minachtte zijn rotsvaste hulp
Ze tartten Hem
Met vreemde goden
Met afschuwelijk afgoden
Hebben ze Hem getergd
Zij offerden voor demonen
Goden van niets
Godheden die ze niet kenden
Pas opgekomen nieuwelingen
Waarvoor jullie ouders nooit
Gehuiverd zouden hebben
De Rots die je verwekt heeft
Heb je veronachtzaamd
Vergeten heb je de God
Die je heeft voortgebracht
De Eeuwige zag het
En keerde zich vol verachting af
Uit ergernis over Zijn zonen en dochters

Moshé citeert het gedicht verder
Dat de Eeuwige hem heeft opgedragen
Van het begin tot het einde
Voort te dragen aan de kinderen van Jisraël
Opdat zij niet vergeten
Hoe het komt als de ramspoed hen zal treffen
In een toekomst die nu al vast ligt
Blijkbaar was het in die tijd hip
Om dan eens die goden
En dan weer die goden aan te hangen
De Eeuwige moet daar niets van hebben

Het is een verrukkelijke dag
Die chagrijnig begon
Nergens zin in
Toch doen
Er kwam een mail binnen
Met een flink bedrag
Dat van mijn rekening geschreven zou worden
Ik begreep het niet
Kon niet
Bellen
Maar helaas waren ze vandaag in vergadering
En konden de telefoon niet aannemen
Toch boodschappen doen
Halverwege de Albert Heijn loop ik er weer uit
Ik heb er buikpijn van
Dit gaat niet
De buikriem moet worden aangetrokken
Buiten krijg ik bonje
Met een meisje en haar fatbike
We willen er allebei door
Ik naar mijn fiets
Zij weg met haar bike
Ik zeg, ga maar
Ik moet daar bij mijn fiets zijn
Kan ik ook niet ruiken, snauwt ze
Zeg, zeg, zeg, ik probeer aardig tegen je te doen
Je probeert, smaalt ze
Is niet gelukt!
Ik word heel boos
En roep haar na
Maar ja, met mondkapje
Niemand hoort het en zij zeker niet
Moge je heel hard vallen!
Ik weet het
Ik ben geen goed mens
Thuis weer bellen
Nu naar een ander nummer
Nee, ik hoef dat bedrag niet te betalen
Ik krijg het terug!
Maar waarom staat er dan een min voor?
In elk geval opluchting
Het is prachtig weer
Ik ga terug naar Albert Heijn
Het kan weer lijden
Weer thuis even later
Staat mijn wietvriendin voor de deur
Met geestverruimende middelen
En daar lachen we allebei om
Goede pot thee erbij
Mijn dag kan niet meer stuk

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, het-kan-verkeren-story


This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.