Verheug je op al het goede

Wanneer je dan in het land
Dat de Eeuwige, je God
Je als erfgoed geeft
Gekomen bent
Het in bezit genomen zult hebben
En er zult wonen
Moet je van het eerste nemen
Van alle vruchten van de bodem
Die je binnen brengt van het land
Dat de Eeuwige, je God
Je geeft
En die in een mand doen
Dan moet je gaan naar de plaats
Die de Eeuwige, je God
Zal uitkiezen
Om daar Zijn naam te vestigen
En als je bij de priester gekomen bent
Die in die dagen de dienst verricht
Moet je hem zeggen:
Heden verklaar ik voor de Eeuwige, uw God
Dat ik gekomen ben in het land
Dat de Eeuwige onder ede
Aan onze voorouders beloofd heeft
Om het ons te geven
Dan neemt de priester
Je de mand uit de hand
En zet die voor het altaar
Van de Eeuwige, je God
Dan leg je je verklaring af
Vóór de Eeuwige, je God:
Een als nomade levend Arameeër
Was mijn vader
Toen zakte hij naar Egypte af
Waar hij als vreemdeling
Met slechts weinig mensen
Ging wonen
Maar waar hij een groot volk werd
Machtig en talrijk
Toen de Egyptenaren ons slecht behandelden
Ons onderdrukten
En ons zwaar werk te doen gaven
Hebben we smekend de Eeuwige, de God
Van onze voorouders aangeroepen
En de Eeuwige hoorde onze roep
En zag onze ellende
Ons zwoegen
En onze onderdrukking
De Eeuwige voerde ons uit Egypte weg
Met sterke hand
Met uitgestrekte arm
Onder grote verschrikking
Met tekens en wonderdaden
Hij heeft ons naar deze plaats gebracht
Gaf ons dit land
Een land overvloeiend van melk
En honing
Welnu dan
Ik heb het eerste van de vruchten
Van het land gebracht
Dat U, de Eeuwige
Mij gegeven heeft
Dan moet je het neerzetten
Vóór de Eeuwige, je God
En je aanbiddend neerbuigen
Voor de Eeuwige, je God
Verheug je dan met al het goede
Dat de Eeuwige, je God
Jou en huis gegeven heeft
Jij met de Leviet
En de vreemdeling
Die zich bij je ophoudt

In het beloofde land
Zou een tempel gebouwd worden
Waar de Eeuwige Zijn naam kon vestigen
Nog steeds wordt er gezegd
Over de Westelijke Muur in Jeruzalem
In de volksmond de klaagmuur
Dat je daar het dichtst bij God bent
Al bestaat er geen tempel meer

De longarts was zeer te spreken
Over het spoedig herstel na covid
En de longen die nog net zo goed zijn
Als vorig jaar toen ik ook getest werd
Dat heb je goed gedaan, zei ze
Alsof het mijn verdienste was
En ik, ‘t dommetje, glunderde als
Een aap met zeven lullen
Zou een bekend fotograaf gezegd hebben

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, ik-verheug-me-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.