Zoveel je hart begeert

Dan zullen jullie je
Met je zonen
En je dochters
Je slaven
En slavinnen
Voor de Eeuwige, jullie God
Verheugen
Samen met de Leviet
Die in jullie poorten verblijft
Want die heeft zelf
Geen deel
Of erfelijk aandeel bij jullie
Pas er voor op dat je
Je in-vlammen-opgaande offers
Niet brengt op iedere
Willekeurige plaats die je ziet
Maar alleen maar op de plaats
Die de Eeuwige zal uitkiezen
In één van je stammen
Daar moet je
Je invlammen-opgaande offers brengen
En daar moet je alles doen
Wat ik je gebied
Je mag evenwel binnen elk
Van je poorten slachten
En vlees eten zoveel je hart begeert
Al naar gelang de zegen
Die de Eeuwige, je God
Je geeft
Evenals dat bij herten en reeën
Het is geval is
Mag zowel een reine
Als een onreine het eten
Maar het bloed mag je
Niet nuttigen
Giet dat als water op de grond uit
Nuttig niet binnen je poorten
Het tiende van je koren
Je most en je olie
Noch de eerstgeborenen
Van je rund en kleinvee
Noch wat je ook beloofd hebt
Als gewijde gave te offeren
Noch je vrijwillige gaven
En de door jullie zelf
Op te brengen gewijde gaven
Alleen maar voor de Eeuwige, je God
Moet je dat nuttigen
Op de plaats waarop de Eeuwige, je God
Zijn keuze zal bepalen
Jij, je zoon, je dochter
Je slaaf, je slavin
En de Leviet
Die binnen je poorten woont
Verheug je dan voor de Eeuwige, je God
Over je met eigen handen
Bereikte resultaten
Pas er voor op
Dat je de Leviet niet in de steek laat
Zo lang je in je land leeft
Wanneer de Eeuwige, je God
Je gebied zal hebben uitgebreid
Zoals Hij je beloofd heeft
En als je denkt:
Ik zou wel vlees willen eten
Want je hebt er trek in
Om vlees te eten
Eet dan vlees
Zoveel je hart begeert

Wat een verschil
Met toen de kinderen van Jisraël
Als jengelende kleuters
Begonnen te vragen
Wanneer zijn we er nou?
Waarom eten we altijd hetzelfde?
Kwartels en manna
Kregen ze dagen achter elkaar
Maar nu staan ze op het punt
Om ander toegestaan vlees te eten
Zoveel als ze willen
Als ze in het beloofde land aankomen

Vanavond eerste kaars chanoeka aansteken
Ik verheug me erop
Het licht gaat groeien
Met op de achtste dag
Werkelijk een sprookje
Als alle kaarsen branden
Kreeg vanochtend vroeg al appje
Een bewoonster die twee kinderen
In het land van mijn hart heeft
Gaat latkes (aardappelkoekjes)
En soefganioth (soort oliebollen gevuld met jam)
Bakken als ze energie heeft
Het is gebruikelijk om gerechten
In olie gebakken te eten
Ik heb ook de aardappelen in huis
Misschien straks
Misschien morgen
Misschien komen mijn latkes er niet van

Chag chanoeka sameach

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, festival-of-lights-story




This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.