Overal onder de hemel

Vooruit, trekken jullie op
En ga de beek Arnon over
Zie, ik geef Sichon
De Emorietische koning van Cheshbon
Met zijn land in je macht
Begin het in bezit te nemen
En lok een oorlog met hem uit
Deze dag begin Ik angst en vrees
Voor jou over de volkeren
Overal onder de hemel te verspreiden
Zodat ze, als ze over je horen praten
Voor je zullen sidderen en beven
Toen stuurde Ik afgezanten
Vanuit de woestijn Kedémoth naar Sichon
De koning van Cheshbon
Met een vredelievend voorstel:
Laat me door uw land trekken
Ik zal uitsluitend de weg blijven volgen
En noch naar rechts
Noch naar links ervan afwijken
Voedsel zou u me voor geld laten kopen
Als ik eten wil
En water mij voor geld verschaffen
Als ik drinken wil
Ik wil alleen maar te voet doortrekken
Zoals de zonen van ‘Esav
Die in Sé’ier wonen
Tegenover mij gehandeld hebben
Evenals de in ‘Ar wonenden Moabieten
Totdat ik over de Jordaan ben getrokken
Naar het land dat de Eeuwige
Onze God ons geeft
Maar Sichon, de koning van Cheshbon
Wilde ons er niet door laten trekken
Want de Eeuwige, je God
Had zijn gemoed verhard
En zijn hart verstokt
Teneinde hem in je macht over te leveren
Zoals dit heden het geval is
De Eeuwige zei tegen mij:
Kijk, Ik heb er al een aanvang mee gemaakt
Sichon en zijn land aan jou over te geven
Begin met veroveren
Door zijn land in bezit te nemen
En toen Sichon met al zijn krijgsvolk
Tegen ons uittrok om bij Jahats slag te leveren
Leverde de Eeuwige, onze God
Hem aan ons over
En we versloegen hem met zijn zonen
En al zijn krijgsvolk
We veroverden toentertijd al zijn steden
Legde de ban op iedere stad
Met mannen, vrouwen en kinderen
En lieten niemand ontkomen
Alleen het vee en de buit van de steden
Die we veroverd hadden
Plunderden we voor onszelf
Vanaf ‘Aro’ér
Dat aan de oever van de beek Arnon ligt
En de stad in het dal
Was er tot aan Gil’ad geen vesting
Die ons te machtig was
De Eeuwige, onze God
Gaf ze ons allemaal over
Alleen het land van de ‘Ammonieten
Ben je niet te na gekomen
Alles langs de beek Jabbok
De steden van het bergland
En alles wat de Eeuwige, onze God
Verboden had

Moshé gaat door met het vertellen
Van de geschiedenis
Van de kinderen van Jisraël
Mijn vraag blijft
Waarom was de Eeuwige zo wreed
Andere volken uit te laten roeien
Om de kinderen van Jisraël
Op hun beloofde plek te krijgen?

Beneden hoor ik verhalen
Waar mijn hoofd van tolt
Op zaterdag zijn er geen activiteiten
Maar ik ben nog steeds aan het werk
Aan een groot tafellaken
En de tafel daar is precies goed
Soms komt er iemand buurten
Ik heb thee en bekertjes bij me
Vandaag een bezorgde moeder
Haar zoon is bij haar ingetrokken
Het is uit met zijn vriendin
Nu zit hij in zijn auto te bellen
En zijn moeder is ongerust
Dat hij weer terug gaat naar haar
Aan haar deugt natuurlijk niets
Ze heeft borderline
En ziekte van Lyme
Nu drentelt zij als een bezorgde
Moederkloek om hem heen
Van een afstandje
Om de boel in de gaten te houden
En drinkt een kopje thee met mij

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, altijd-wat-story











This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.