Op de rotsen is uw nest

Maar Bil’am zei tegen Balak:
Had ik het ook al niet zo
Tegen uw afgezanten
Die u mij gestuurd heeft, gezegd:
Al zou Balak mij
Zijn paleis vol goud
En zilver geven
Dan zou ik niet
In staat zijn geweest
Het bevel
van de Eeuwige
Te overtreden
Door uit mezelf
Iets goeds
Of iets verkeerds te doen
Ik zou alleen maar
Dat uitspreken
Wat de Eeuwige
Zou uitspreken
Nu dan
Ik sta op het punt
Naar mijn volk te gaan
Kom, laat ik u inlichten
Over hetgeen dit volk
Uw volk zal aandoen
In latere dagen
Hij hief zijn orakelspreuk aan
En zei:
Een profetische uitspraak
Van Bil’am
De zoon van Be’or
Een profetische uitspraak
Van de man met een open oog
Een profetische uitspraak van hem
Die Gods woorden hoort
Die bekend is
Met de bedoelingen
Van de Allerhoogste
Die als hij de visioenen
Van de Almachtige waarneemt
Machteloos neervalt
Maar de ogen
Wijd open heeft
Ik zie het…
Maar niet nu
Ik aanschouw het…
Maar niet van nabij
Een ster baant zich een weg
Uit Ja’akov
Een heersersstaf komt op
Uit Jisraël
Hij brengt Moab
Aan alle kanten
Dodelijke wonden toe
En verplettert
Al die mannen
Die zo trots zijn
Edom wordt een wingewest
Ook Se’ir wordt een wingewest
Zijn vijanden zijn het
En Jisraël spreidt macht ten toon
Uit Ja’akov staat een heerser op
Die de vluchtelingen
Uit de stad vernietigt
Ook had hij een visioen
Over ‘Amalek:
Hij hief zijn orakel aan
En zei:
Het begin van de
Vijandige volken
Was ‘Amalek
Maar tenslotte
Gaat hij
Voor altijd te gronde
Toen had hij een visioen
Over de Kéniet:
Hij hief zijn orakel aan
En zei:
Stevig staat uw woning
Gevestigd op de rotsen
Is uw nest
Want als men Kajin
Al zou willen vernietigen
Tot hoe lang zal Ashoer
U dan als gevangene meenemen?
Tot slot hief hij zijn
Orakelspreuk aan
En zei:
Ach, wie blijft er leven
Wanneer God
Het niet heeft bepaald!
Schepen van de kant
Der Kittieten!
Zij onderdrukken Ashoer
Zij onderdrukken ‘Ewer
Maar ook deze gaat
Voor altijd te gronde
Bil’am maakte zich gereed
En aanvaarde de terugweg
Naar zijn woonplaats
En ook Balak
Ging zijn weegs

Hiermee is dit gedeelte afgelopen
Het blijft een vreemd verhaal
Omdat helemaal niets
Direct met de kinderen van Jisraël
Te maken heeft
Niet over Moshé gaat
En ook niet over de geboden
En leefregels
De Eeuwige doet het volk
Een grote zegen
Maar ze weten er niet van

Gaat flink waaien morgen
Misschien daarna
Nog wat bolsters rapen
Maar het hazelnootseizoen
Is voorbij
In het begin
Als ik mijn ogen dichtdeed
Zag ik hoe de hazelnootjes
In clusters aan elkaar vasthielden
Ik droomde ervan
Nu nog een handje vol te pellen
Op het balkon
Dan is het klaar

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, turn-turn-turn-story

This entry was posted in @home, @Work, kunst, literatuur and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.