Ben ik niet uw ezelin

Ze kwamen bij Bil’am
En zeiden hem:
Zo spreekt Balak
Zoon van Tsippor:
Laat u toch niet weerhouden
Naar mij toe te komen
Ik zal u buitengewone
Eerbewijzen geven
En alles wat u maar
Tegen mij zult zeggen
Zal ik doen
Maar kom alstublieft
Verwens dit volk voor mij
En Bil’am antwoordde
En zei tegen de dienaren
Van Balak:
Al zou Balak mij zijn huis
Vol zilver en goud geven
Zou ik het bevel
Van de Eeuwige
Mijn God
Niet kunnen overtreden
Door een kleinigheid
Laat staan
Iets groots te doen
Evenwel, blijft u ook
Deze nacht maar hier
Dan zal ik wel te weten komen
Wat de Eeuwige
Me nog meer te zeggen heeft
’s Nacht kwam God tot Bil’am
En Hij zei hem:
Nu deze mannen gekomen zijn
Om je dringend uit te nodigen
Vooruit dan maar
Ga met ze mee
Maar…
Alleen maar dat wat Ik
Je zal opdragen
Mag je ten uitvoer brengen
’s Morgens maakte Bil’am
Zich reisvaardig
Hij zadelde zijn ezelin
En hij ging met de voornaamsten
Van Moab mee
God werd boos
Omdat hij toch mee ging
En een engel plaatste zich
Op de weg
Om hem tegen te werken
Terwijl hij daar
Op zijn ezelin reed
Met zijn twee bedienden
Naast zich
Toen de ezelin
De engel van de Eeuwige
Op de weg zag staan
Met een getrokken zwaard
In zijn hand
Week de ezelin
Van de weg af
En ging het veld in
En Bil’am sloeg de ezelin
Om haar weer
Op de weg te leiden
Toen ging de engel van de Eeuwige
Op een smal pad
Tussen de wijngaarden staan
Met aan weerszijden een muur
De ezelin zag
De engel van de Eeuwige
Ze drukte zich
Tegen de muur
En knelde de voet van Bil’am
Tegen de muur
Waarna hij haar
Nog meer sloeg
De engel van de Eeuwige
Was weer verder gegaan
En ging nu
Op een plaats staan
Zo nauw
Dat er noch naar rechts
Noch naar links
Ruimte was
Om uit te wijken
De ezelin zag
De engel van de Eeuwige
En ging liggen
Onder Bil’am
Bil’am werd woedend
En sloeg de ezelin
Met een stok
Toen opende de Eeuwige
De mond van de ezelin
En deze zei tegen Bil’am:
Wat heb ik gedaan
Dat u me al drie keer
Geslagen hebt?
Bil’am antwoordde de ezelin:
Omdat je me voor de gek houdt!
Zou ik maar
Een zwaard in mijn hand
Gehad hebben
Dan had ik je
Opslag gedood
Hierop zei de ezelin tot Bil’am:
Ben ik niet uw ezelin
Waar u van jongs af aan
Op gereden hebt
Tot de dag van heden
Is het soms mijn gewoonte
Om u zoiets aan te doen?
Hij antwoordde:
Neen
Toen opende de Eeuwige
Bil’ams ogen
En hij zag de engel
Van de Eeuwige
Op de weg staan
Met het getrokken zwaard
In zijn hand
Hij boog
En viel voor hem neer

Ik vind dit een warrig verhaal
De Eeuwige zegt tegen Bil’am
Ga maar met de Moabieten mee
Maar doe wat ik zeg
Bil’am gaat mee en dan is Hij boos
Stuurt in elk geval een engel
Die hem de ogen opent
Bil’am is ziende blind
Hij heeft de engel niet gezien
Maar hij heeft ook niet door
Dat een pratende ezelin
Nu niet bepaald
Een dagelijks gang van zaken is

Ben ik niet uw ezelin
Zodat de Eeuwige
Uw ogen kan openen
Maar dat zegt ze er niet bij

Vanochtend op zoek
Tamme kastanjes
Mijn nieuwe target
Ik google
Er was een relletje bij mij
In de buurt
Iets over een beuk, een walnootboom
En een tamme kastanje
Het artikel zit achter een betaalmuur
Daar kan ik niet bij
Maar de straat werd genoemd
Toen ben ik op de fiets gestapt
En…
Gevonden!
De kastanjes zijn nog niet rijp
En de walnoot en beuk
Niet gevonden
Misschien hebben ze het niet gehaald?
Artikel was van paar jaar geleden

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, broaden-your-horizon-story



This entry was posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.