Slang van leven

Toen de Kena’aniet
De koning van ‘Arad
Die in de Negev
Het zuiderland woonde
Had vernomen
Dat Jisraël in aantocht was
Langs de weg van Ahtariem
Voerde hij oorlog
Met Jisraël
En maakte onder hen gevangenen
Daarop legde Jisraël
De volgende gelofte
Voor de Eeuwige af:
Wanneer u dit volk
In mijn macht zult geven
Dan zal ik hun steden
Tot ban-goed verklaren
De Eeuwige gaf gehoor
Aan Jisraël
En gaf de Kena’aniet over
Men verklaarde hen
En hun steden
Als ban-goederen
En men noemde de plaats
Chormah, Ban
Ze trokken verder van de berg Hor
In de richting van de Rietzee
Teneinde om het land Edom heen
Te trekken
Maar het volk werd mismoedig
Door die tocht
Het volk zetten een grote mond op
Tegen God en tegen Moshé:
Waarom hebben jullie ons
Uit Egypte laten wegtrekken
Om in de woestijn te sterven?
Er is immers geen brood
En geen water
En we worden doodmisselijk
Van dat minderwaardige voedsel!
Toen zond de Eeuwige
Giftige slangen op het volk af
Die het volk beten
Waardoor heel veel
Van Jisraël stierven
En het volk kwam naar Moshé
En ze zeiden
We hebben gezondigd
Dat we zo tegen de Eeuwige
En tegen u
Hebben gesproken
Bid tot de Eeuwige
Dat Hij de slangen
Van ons verwijdert
En Moshé bad
Ten behoeve van het volk
De Eeuwige zei tegen Moshé:
Maak zo’n giftige slang na
Zet hem op een standaard
En dan zal ieder die gebeten is
En daar naar kijkt
In leven blijven
Moshé maakte een koperen slang
En zette die op een standaard
En als een slang
Iemand gebeten had
En deze keek
Naar de koperen slang
Dan bleef hij leven

Wat een verschrikkelijk volk!
Je zou daar leiding aan geven
En veertig jaar mee opgezadeld zitten
In de woestijn
Ik wist niet dat er in de Torah
Al melding gemaakt werd van
Wat wij tegenwoordig
De esculaap noemen
Symbool van genezing
Uit de Griekse mythologie

Hongerig gevoel
Veel te veel suiker gegeten gisteren
Omdat de nougatine
Voor de buurvrouw mislukte
Heb ik het zelf maar opgegeten
Geen zin meer
Nieuwe te maken
Weet ook niet of ik straks
Naar beneden ga
Burendag bekijken
Ik heb er geloof ik
Niet zoveel zin in
Ik kom de buren wel
Op de gang
En op straat tegen
Dan kletsen we wat
Ik vind dat wel genoeg

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, there-are-limits-story


This entry was posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.